blog | werkgroep caraïbische letteren

De makste schaapskude van Zuid-Amerika

door Michiel van Kempen

Verhaal van Stieven Ramdharie in de Volkskrant van 30 maart j.l. onder de kop: ‘Surinaams erfgoed ten prooi aan verval’. Niks nieuws: dat soort artikelen verschijnt periodiek als er weer eens een Nederlandse journalist naar de West wil. Dat verval is er al zo lang als ik weet. Het Zwarte Hof op de hoek van de Zwartenhovenbrugstraat en de Sophie Redmondstraat – ooit een van de statigste panden van Paramaribo – vervalt al minstens dertig jaar, en is een kiek geworden: wat zou er nu weer van zijn ingestort, welke struik steekt daar nu weer uit een raam? Paramaribo werd door de Unesco tot erfgoedmonument bestempeld, maar dat is ook alweer zeven jaar geleden en zeg nou eerlijk: wie ziet daar de glanzende vruchten van? Er moet dus iets actueels aan de hand zijn, en jawel: lerares Mahieda Joemmanbaks is bezig aan een try-out voor een speurtocht die alle zesdeklassers vanaf april door de binnenstad kunnen ondernemen. Wat dat inhoudt, meldt de Volkskrant niet. Een plattegrond? Een hinkelspel? Schrijft juffrouw Joemmanbaks een nieuwe monumentengids? Hoe dan ook, lijkt me een schat van een juffrouw, met een groot hart, en je moet tenslotte bij het kleine beginnen.

Het grote staat volgens mij precies middenin het artikel, en ze moeten daar bij de Volkskrant een superintelligente beeldredacteur hebben, want de sublieme plaat van Guus Dubbeldam drukt precies uit waar het om gaat. Onder de zware schaduw van het beeld van Jopie Pengel zoekt de blik van de juffrouw naar architectonische details, de kin omhoog, alsof het volkslied net heeft geklonken. De gretige leerling die aan een fotoblad sjort, loert intussen van onder zijn voorhoofd naar de boeveningang van het Hof van Justitie. De journalist noteert in het midden van zijn artikel:

‘Wat zijn jullie toch aan het doen?’ vraagt ze verschrikt. De leerlingen noteren elk woord dat ze zegt.

Het Surinaamse onderwijs ten voeten uit: de kinderen opvoeden tot onnozelaars, schapen die namekkeren wat de mefrow of de metter zegt. Niet nadenken, nee: opdreunen, opschrijven, nablaten. De slimmerikken op de eerste banken, wie het zo snel allemaal niet verstaat: eigen schuld dikke bult: achterin! Als je een antwoord op een vraag niet weet, krijg je een mep met een liniaal op je vingers: ‘Weet je ’t nu?’ ‘Ieja, juffrouw.’ In 33½ jaar onafhankelijkheid heeft Suriname het voor elkaar gekregen om datgene wat toch zo langzamerhand een kritische massa van zelfstandig denkende jonge burgers zou moeten zijn, op te voeden tot de makste schaapskudde van het Zuid-Amerikaanse continent (te warm om wol te geven).

Is dat nu allemaal de schuld van de onderwijskrachten? Het traditionele antwoord luidt dan altijd: nee, want ze hebben zo’n laag inkomen dat ze zich in feite al opofferen als ze lesgeven, want tenslotte moeten ze na het lesgeven nog gaan hosselen om wat extra inkomsten te verwerven. Ik zeg: ja, het ligt wel degelijk aan de onderwijskrachten. Als je langs een school in Suriname komt, hoor je twee dingen: of de leerkracht braakt één stroom van woorden over de zwijgende meute uit, of de meute dreunt de van buiten geleerde woorden luidkeels op. Als die onderwijskrachten nu eens even hun kwaak hielden, konden ze even op adem komen, om na te denken of ze misschien niet een intelligente vraag aan hun leerlingen kunnen stellen. Als die leerlingen dan zelf gaan denken, komt het vanzelf wel goed met het erfgoed van Suriname.

Nagekomen mededeling: ik vermoed dat het om deze nieuwe site gaat, heel fraai! http://www.cityofparamaribo.nl/read/home

2 comments to “De makste schaapskude van Zuid-Amerika”

  • Michiel,
    Het traditionele antwoord is allang niet meer geldig. Onderwijzers verdienen intussen verhoudingsgewijs absoluut niet slecht. Maar het ligt echt niet aan de onderwijzers: zij weten niet beter. Ze doen precies wat ze geleerd hebben.
    We zijn intussen ettelijke miljoenen dollars verder in projecten die het onderwijs moeten opkrikken, ze leveren allemaal niets op.
    De kweekschool nieuwe stijl werd in een lade geparkeerd, want waar zouden al die kneusjes die niet slagen voor het VWO anders geparkeerd kunnen worden als ze niet meer naar de kweekschool kunnen. (KWEEKschool…hm).
    Mijn theorie is dat er absoluut geen politieke wil is om het onderwijs te transformeren. En dat komt omdat het onderwijs exact het type mens produceert/reproduceert dat het politiek systeem nodig heeft om te blijven bestaan.
    Domme mensen. Kritiekloze mensen. Volgelingen. Nablaters.Juist ja.
    sharda

  • Beste Michiel,
    Met verbazing heb ik je artikel ‘De makste schaapskudde van Zuid-Amerika’ gelezen. Ik laat dat stukje over ‘Surinaams erfgoed’ even. Het gaat me om het onderwijs. Die foto van die juf en haar leerling bij het beeld van Pengel kun je ook anders bekijken. Die juf kijkt onzeker, ja. Wat moet ze zeggen over de historische gebouwen? Zo kijken mensen die onzeker zijn en het is heel goed van dat jongetje dat hij kennelijk meehelpt om de juiste info over het Hof van Justitie te vinden. Hij staat dicht op de juf en ze slaat hem niet weg. Het lijkt erop dat ze samen zoeken. Overigens helpt de Educatieve Dienst van het Surinaams Museum enorm om kinderen op een kindvriendelijke manier met kunst en geschiedenis te confronteren en kinderen zijn dan wel heel creatief.

    Je hebt volkomen gelijk als je schrijft dat de lage betaling van de leerkrachten vooruitgang in de weg staat. Een oud-studente van mij van de kweekschool werkt nu op de school waar ze vroeger ( 20 jaar of meer geleden) praktijk deed. Maar van 16 tot 21 uur, iedere dag, ook op zondag, zit ze aan de kassa van een grote supermarkt, vlak bij mijn huis. Ik praat vaak met haar als ik daar iets kom kopen ‘s avonds. Ze moet haar al grote kinderen laten, iedere dag weer. Ze doet het voor hen, want ze kosten veel geld en ze verdient te weinig. Ze werkt dus van half acht tot één uur en dan weer van vier tot negen. Dus als ze wel eens slaap heeft op school, of geen zin heeft, is dat begrijpelijk.

    Maar er gebeurt ook heel veel goeds. Kinderen zijn een stuk mondiger, leerkrachten communiceren beter en verdiepen zich in kinderen. Dat komt onder andere door veel projecten ter verbetering van onderwijs en communicatie die er geweest zijn en die er nog zijn en de beste zijn die die vanuit Suriname zelf gebeuren, aangepast aan de situatie van de school en de kinderen. Hennah Draaibaar heeft een goed discussieprogramma met jongeren op tv over onderwerpen die altijd taboe waren. Kinderen op de vele Kinderboekenfestivals zijn behoorlijk mondig. Ze geven graag hun mening en de leerkrachten zijn steeds meer betrokken bij de creatieve activiteiten met boeken.

    Ik werkte als begeleidster van kweekschoolstudenten, meer dan twintig jaar geleden, op een school op Flora 1, in een volkswijk. Na de lessen van de studenten fietste ik vaak huilend weg. Niet om wat onze studenten deden, maar om sommige leerkrachten, die schreeuwden en zelfs kleuters alleen opsloten in een hok als ze in de klas ‘stout’ waren. Maar op diezelfde school die nu begeleid wordt door de Stichting Projekten Christelijk Onderwijs Suriname (SPCOS), kwam een tijdje geleden premier Balkenende van Nederland op bezoek. Er was een soort minifestival voor hem georganiseerd. Er waren lokalen waar door kinderen info gegeven werd over de verschillende bevolkingsgroepen en hun culturen en die kinderen deden het subliem. Hij was er zichtbaar van onder de indruk en zei dat ook steeds en na het officiële gedeelte sprak hij met kinderen die hem veel vragen stelden, spontaan, over zijn eigen schooltijd en hij gaf leuke antwoorden.

    De nieuwbakken professor in de maatschappijwetenschappen aan onze universiteit, dr Jack Menke, zei het deze week goed in zijn oratie: ‘Het “one man one vote” principe waarop de survey methode en de parlementaire democratie zijn gebaseerd, wordt in een oogwenk ontkracht, wanneer een tribale gemeenschap in het binnenland als een zwerm bijen stemt op één partij.’

    De kolonisator heeft klakkeloos eigen onderwijs- en politieke systemen in Suriname geplant, maar dat gaat niet zomaar. Je kunt ook geen eikenbos hier planten. Langzaam maar zeker wordt dat duidelijk en van binnen uit komen er nu veranderingen op gang. Maar dat duurt lang en bovendien bemoeit die nu ex-kolonisator nog steeds. Je moet weten hoe een samenleving, een dorp, een volk van binnenuit functioneert, vanuit de eigen geschiedenis en cultuur, om te kunnen helpen om in dit geval onderwijs ‘eigener’ te maken. En dat duurt heel lang. Overigens: toen ik een kind was op een RK lagere school in Aerdenhout in Nederland ging het ook heel autoritair en vaak kindonvriendelijk toe. Je moest meestal je mond houden en meester of juf sprak. Pas in de jaren ’70 kwamen langzaam veranderingen op gang. Ik heb dat zelf meegemaakt, toen ik werkte op een experimenteerschool, de OSB in de Bijlmer.

    Gelukkig beginnen steeds meer mensen te begrijpen dat je je moet verdiepen in de mensen bij wie je zogenaamd iets komt veranderen. Ik doe mee aan het project ‘Change for Children’ onder andere in Kwamalasamutu in het uiterste zuiden van Suriname bij de inheemsen. Ik heb veel gelezen over de Trio’s en andere volken, ook het proefschrift van Karin Boven, en begin nu een beetje te begrijpen hoe het zit. We zijn in ‘ons’ dorp nu anderhalf jaar bezig, iedere maand vier dagen en nu begint het onderwijs kindgerichter te worden, vooral in de omgang met die totaal vreemde ‘schooltaal’, het Nederlands, dat de kinderen thuis en in het dorp niet spreken. Het belangrijkste resultaat is dat we nu het vertrouwen hebben van leerkrachten en kinderen. Dat duurt lang, want er komen in dit soort ‘exotische’ dorpen veel groepen en stichtingen, meest buitenlandse, die ‘iets willen doen’, beloftes uitkramen en die vervolgens niet waarmaken.

    Paramaribo is een kleine stad, zoals Leiden. Die stad straalt moderniteit uit, uiterlijk. Anil Ramdas heeft dat beschreven in zijn boek ‘Paramaribo, de vrolijkste stad in de jungle’. Maar de rest van dit grote land is bos, bos, bos, met mensen die leven met en van de natuur, waar al die dingen van de grote wereld nog niet of nauwelijks zijn doorgedrongen. Communicatiemedia beginnen nu langzaam door te dringen in het binnenland, vooral telefoon. Nog niet in het uiterste zuiden. maar het zal nog lang duren voor ‘distance learning’ de oplossing zal brengen, zoals sommige medewerkers aan buitenlandse projecten beweren.

    Dus Michiel, zo eenzijdig als jij suggereert in je blogartikel liggen de zaken niet. We zitten in een ontwikkeling. Die nog lang zal duren, maar die er is. De schaapjes mekkeren steeds meer op hun eigen manier en worden steeds minder ‘mak’.

    Hartelijke groeten, Els Moor

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter