De maatschappelijke betekenis van ‘Rubia’ in Wan Pipel
Afgelopen week overleed Diana Gangaram- Panday. Volgens regisseur Pim de la Parra zou Wan Pipel zonder haar als ‘Rubia’ nooit zo goed zijn geweest. Hij pleit voor een monument voor Gangaram-Panday vanwege haar rol in het doorbreken van het raciale taboe in Suriname. Ook journalist Roy Khemradj vindt dat er een monument voor ‘Rubia’ moeten komen, maar dan in de vorm van een sociologische studie. “Een creools-Hindostaanse relatie is veertig jaar na dato nog steeds een gevoelig onderwerp in discussies.”
door Roy Khemradj
Terecht zegt Pim de la Parra in zijn reactie in dWT op het overlijden van Diana Gangaram Panday dat zonder ‘Rubia’ de film Wan Pipel niet zo goed zou zijn. Diana was in vele scènes beter dan haar tegenspelers Borger Breeveld en Willeke van Ammelrooy. ‘Rubia’ had nog nooit voor de camera gestaan maar kwam heel relaxed en naturel over op het doek.
Volgens Pim de La Parra zou er een monument voor ‘Rubia’ moeten komen “omdat hij haar ziet als een voorbeeld voor jonge Hindostaanse vrouwen.” Jammer dat de journalist niet doorvraagt. Ik lees een oproep aan de hedendaagse Hindostaanse vrouw om het voorbeeld van ‘Rubia’ te volgen. De praktijk is helaas ook na veertig jaar Wan Pipel niet veel veranderd. Nu ze er niet meer is vind ik het zinvol haar rol in de film in historisch en etnisch perspectief te plaatsen.
Natievorming
De journalist Rudi Kross en de schrijver Albert Helman tekenden voor het script. Ze beoogden met Wan Pipel een bijdrage te leveren aan de net verkregen onafhankelijkheid van Suriname. Natievorming was de nieuwe uitdaging. Etnische barrières en taboes moesten doorbroken worden. Hoe vul je dan het thema natievorming in? Laat in de film een love story zien tussen een creoolse man en een Hindostaanse vrouw en je raakt de kern van waar het om gaat. Ik hoor het Kross zeggen. Uitdagend? Provocerend? Creatief?
Wat zou het effect van de film zijn geweest als ‘Roy’ verliefd was geworden op een Javaanse uit Commewijne? De keuze voor een Hindostaans-creools scenario vond ook plaats in de tijd dat deze twee grootste bevolkingsgroepen van Suriname op het politiek-maatschappelijk veld met elkaar behoorlijk in de clinch lagen. De opmaat naar 1975 was hier debet aan. De verbroederingsgedachte van Jagernath Lachmon – het etnisch evenwicht tussen creolen en Hindostanen – was met de komst van Henck Arron in 1973, passé. Het was nu tijd voor assimilatie als vehikel voor natievorming, werd hier en daar door gelegenheidsnationalisten geroepen.
Gelukkig vond de Surinaamse samenleving houvast in de gedachte ‘eenheid in verscheidenheid’ van Jnan Adhin – overigens al ruim voor 1975 geïntroduceerd – en met ‘Wan Bon someni wiwiri’ van Robin ‘Dobru’ Ravales. Bij alle discussies over ‘eenwording’ bleef echter vanuit de Hindostaanse religieuze en culturele instituties keihard overeind staan dat een Hindostaan nooit met een creool trouwt.
Uitsluiting en afstraffing
In de eerste helft van de jaren zeventig zat ik zelf op de AMS en ging ik ook met Hindostaanse meisjes om. Ik kon aan kleding, communicatie en gedrag zien of ze uit de stad kwamen of uit het district – dan werd je gebracht en gehaald van school. En kwam je uit een orthodoxe Hindoefamilie dan was je vegetarisch. Was je van de stad en waren je ouders modern, dan had je meestal je eigen bromfiets. Diana moest in mijn beeld van haar – toen ik de film voor het eerst zag in theater Star in 1976 – een jongedame zijn geweest die rebelleerde tegen de strenge regels thuis van haar ouders, Gangaram Panday, horende tot de Brahmaanse priesterkaste van de orthodoxe Sanatan Dharm in Suriname.
Rubia & Roy
Ik kan me dan goed voorstellen dat Diana zich opgeeft voor de auditie. Spanning, avontuur… misschien ook een statement tegen alles wat haar niet aanstaat in haar eigen Hindostaanse leefomgeving. Ze moet een gat in de lucht hebben gesprongen toen ze hoorde dat ze ‘Rubia’ mocht spelen in de film. Pas een kwart eeuw later las ik voor het eerst over de nachtmerrie die Wan Pipel voor Diana werd. Een radicale verbanning uit de familie. Zo erg zelfs dat haar moeder vanaf de dag van de première in Suriname nooit meer met haar gesproken heeft. In de tweede helft van de jaren zeventig werkte ik bij de SRS en zag in mijn eigen omgeving hoe na de eerste voorstellingen van Wan Pipel een ware schok door de Hindostaanse gemeenschap ging.
Maar ik zag ook hoe Wan Pipel dankbaar werd aangegrepen als eindelijk zichtbaar bewijs voor veel weinig spraakzame Hindostaanse vaders en moeders waarom hun dochter nooit met een creool moet trouwen. ‘Rubia’ zelf werd uiteraard beschimpt en vernederd. Vluchten naar het land van Willeke Van Ammelrooy was onvermijdelijk. De Hindostaanse vriendin van Roy in de film was toen al geestelijk helemaal beschadigd met alle gevolgen van dien. Het geeft berusting dat Diana Gangaram Panday in Suriname gestorven is. Het land waar ze als ‘Rubia’ in Wan Pipel stapte met als gevolg veertig jaar maatschappelijke uitsluiting door haar eigen Hindostaanse gemeenschap.
Lessons learned
Terugkijkend op het leven van Diana Gangaram Panday vind ik dat de makers van Wan Pipel een groot risico hebben genomen om de persoonlijke integriteit van Diana Gangaram Panday onvoldoende en niet zorgvuldig af te wegen tegen de heersende waarden en normen in de Hindostaanse religieuze en culturele samenleving van de jaren zeventig in Suriname. Rudi Kross en Albert Helman leven niet meer, maar ze hadden als kenners van de Suriname beter moeten weten. Waarom niet gekozen voor een Hindostaans meisje uit de liberale Hindoeïstische stroming Arya Samaj? Of uit Hindostaanse families die in de Katholieke of de EBG – traditie zijn opgevoed? Of een Hindostaans meisje dat uit Nederland was overgevlogen om ‘Rubia’ te spelen?
Dan nog zou er schande over worden gesproken, maar misschien was er dan wel een discussie ontstaan over het belang van natievorming in de jonge Republiek Suriname. Persoonlijk betwijfel ik dit. Maar het had wel het leven gered van Diana. Een creools – Hindostaanse relatie, het thema van Wan Pipel, is veertig jaar na dato nog steeds een gevoelig onderwerp in discussies. Wat dat betreft lijkt het erop dat er in al die jaren van Diana’s leven niet veel is veranderd. Hoe zou dat komen? Of is er juist wel iets veranderd? En wat dan?
Na Wan Pipel kan ik mij geen film, boek, televisieprogramma of radiodocumentaire in Suriname voor de geest halen over natievorming of interetnische relaties die een blijvende indruk heeft achtergelaten. Is er cultuurbeleid ontwikkeld om tot meer onderlinge binding en saamhorigheid te komen? Zo ja, wat heeft het allemaal opgeleverd? Wat ik in Suriname observeer is dat vooral onder invloed van een zichtbaarder geworden religieuze beleving vanaf het begin van de 21-ste eeuw, iedereen weer terug is in het etnische hok. Zonder je etniciteit geef je in deze tijd geen exposure aan je religie.
Anders gezegd: toen ik naar Wan Pipel ging kijken, kende ik in mijn land geen Javanisten en Oost- en Westbidders. Ik kende Moslims. Dat zijn Javanen en Hindostanen en we vieren met z’n allen Bodo of Id Ul Fitr. Het is jammer dat er in de volkstelling van Suriname geen data worden gepubliceerd over gemengde huwelijken; wie trouwt met wie? Wat zijn de trends? Over welke leeftijdscategorie hebben we het? Vanuit de wetenschappelijke instituten aan de Leysweg zie ik geen publicaties die de weg wijzen in bijvoorbeeld de aanname dat ‘de etnische scheidslijnen zullen wegvallen naarmate de bevolking jonger wordt.’
Volgens mij is die generatie van na Wan Pipel inmiddels jong volwassen geworden. Maar trouwt de Hindostaanse man van veertig jaar of jonger nu makkelijker met een creoolse dan in 1976? Of kiest hij liever voor een Braziliaanse? Als Wan Pipel deel is van het culturele erfgoed van de Republiek Suriname dan staat ‘Rubia’ als hoofdrolspeelster in deze film voor mij als symbool voor creools -Hindostaanse ‘dingen’, om een typisch Surinaamse uitdrukking te gebruiken. Dat is op zich al een monument. Aanvullend hierop zou het monument waar regisseur Pim de La Parra over spreekt in zijn reactie op het overlijden van Diana Gangaram Panday wat mij betreft een sociologische studie moeten zijn naar ‘behindand afterthe making of Wan Pipel’, maar dan het maatschappelijk perspectief vanuit het thema van de film.
[Dit artikel is verschenen in de bijlage van 20 februari]
[uit de Ware Tijd, 22/02/2016]
Dit commentaar is verwijderd omdat het niet volledig ondertekend was. Red. CU.