blog | werkgroep caraïbische letteren

De laatste parade van Ruth San A Jong

door Eric de Brabander

Een aantal jaren geleden ondernam ik met wat vrienden een kanoreis in de binnenlanden van Suriname. Zo kwamen we in het animistische dorp Pekin-Slee. Het allerechtste Afrikaanse dorp buiten Afrika. We werden hartelijk welkom geheten door de stamoudste die ons een rondleiding door het dorp gaf. De man sprak een Nederlands van vooroorlogse vormelijkheid. Op het dorpsplein stond op vier palen een baar. De dorpsoudste legde uit dat daar een oudtante van hem opgebaard lag. Hij vertelde dat alles wat leeft onlosmakelijk met de natuur verbonden was en na de dood dit de manier was om het overschot weer te doen terugkeren in de natuur. Inderdaad vlogen apen uit de bomen van het tropische woud af en aan naar de baar en terug de
bomen in, met een of ander lichaamsdeel tussen hun voorpoten. In andere delen van de wereld komt dit ook voor. Hindoes in India die het Zoroastrianisme aanhangen laten hun stoffelijke overschotten van heuvels rollen waar ze opgegeten worden door aasgieren.

Terug in het comfortabele Hotel Torarica aan de Surinamerivier in Paramaribo stelde een vriendin van Surinaamse afkomst me voor aan een vriend van haar vader. De man had een merkwaardige bijbaan, het afleggen van lijken. Die avond vertelde hij vol vuur over zijn vak, en alles wat daarbij kwam kijken in Suriname. Zo vertelde hij dat, als een man gestorven was, zijn maîtresses hun ondergoed kwamen brengen zodat dit in de binnenbekleding van de kist kon worden weggewerkt. Dit alles om te voorkomen dat de man na zijn dood hen zou verrassen met nachtelijke bezoekjes. Hij merkte aan mij mijn oprechte en macabere belangstelling en bracht de volgende ochtend, voor ons vertrek naar Curaçao, zijn ‘handleiding tot het prepareren van het stoffelijk overschot’.

Hoe verrast was ik toen mij een boekje met korte verhalen ter hand kwam van Ruth San A Jong. De Laatste Parade is een handjevol verhalen over de doodsbeleving in Suriname. Enkele verhalen hebben een andere hoofdthematiek maar hebben indirect te maken met de dood. Een kort verhaal is geen kort uitgevallen lang verhaal, het zegt niets over de lengte en breedte van het verhaal. Het is de stijl die een kort verhaal kort en goed maakt. In weinig zinnen moet veel verteld worden. Er moet kort en bondig geschreven worden. En daar is Ruth San A Jong uitmuntend in geslaagd.

San A Jong stond aan de basis van de in 2008 in Paramaribo opgerichte schrijversvakschool. Jonge aspirant-auteurs kunnen zich daar aanmelden voor schrijfcursussen in alle stijlen, terwijl hun manuscripten kunnen worden begeleid. Ook hier op Curaçao is talent te over en misschien is het tijd om in navolging van Ruth San A Jong een Schrijversvakschool op Curaçao te beginnen. Zowel in het Nederlands als in het Papiaments.

[uit Antilliaans Dagblad, 27 oktober 2011]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter