blog | werkgroep caraïbische letteren

De koning van Suriname

De rubriek Herlezen vraagt aandacht voor boeken die langer geleden zijn verschenen en de moeite van het herlezen waard zijn. Suggesties? Laat het ons weten via ons emailadres. Vandaag een stuk over De koning van Suriname uit 1993 van Cees Nooteboom.

 

door Cobi Pengel

De koningin van Paramaribo was het succesvolle debuut van de helaas veel te vroeg overleden auteur Clark Accord. Een onbetwiste bestseller niet alleen voor de Surinamers, gezien vertalingen in o.a. Duits, Spaans, zelfs Fins.

 

Het is het levensverhaal van Wilhelmina Angelica Adriana Merian Rijberg, meer bekend als ‘Maxi Linder’, Surinames bekendste prostituee. Ik heb mensen gekend die nooit eerder een boek hadden gelezen, maar die onmiddellijk na de verschijning een exemplaar van De koningin… kochten en gelukkig dus toch niet ten grave werden gedragen zonder ooit het genot van het lezen van een boek te hebben gekend. Recensies van Accords boek zijn reeds meteen na de uitgave verschenen, maar omdat ik graag iets wilde schrijven over Cees Nootebooms De koning van Suriname, leek het mij niet alleen correct, maar ook een leuke hommage aan Clark Accord om De koningin van Paramaribo even te memoreren.
De korte verhalenbundel De koning van Suriname bestaat behalve het zeer aanbevolen ‘Voorwoord’ uit eenentwintig korte reisverhalen. Twee daarvan zijn gesitueerd in Suriname: ‘Aan de overkant ligt Frankrijk…’ en het titelverhaal ‘De koning van Suriname’. In zijn ‘Voorwoord’ beschrijft Nooteboom zijn eerste reis per vrachtschip naar Suriname om er in Paramaribo kennis te gaan maken met zijn aanstaande schoonvader. Hij is namelijk in Nederland verliefd geworden op een Surinaams meisje uit een vooraanstaande Surinaamse familie en hij wil haar vader officieel om haar hand vragen. Hoewel de eventueel aanstaande schoonvader en eventueel aanstaande schoonzoon het heel goed met elkaar kunnen vinden en ze samen een leuke tijd beleven, krijgt Nooteboom geen toestemming voor het huwelijk; ondanks dat wordt er toch getrouwd, maar de schoonvader blijkt over veel mensenkennis te beschikken want het huwelijk mislukt. Desondanks blijft de familie van Nootebooms ex hem omarmen met de bekende Surinaamse warmte en heeft de vriendschap gewoon standgehouden. Een zeer vermakelijk ‘Voorwoord’ !

‘De koning van Suriname’ is het vijfde verhaal in de bundel. In het vierde verhaal (‘Aan de overkant ligt Frankrijk…’) beschrijft de auteur de boottocht naar Moengo (begin vijftiger jaren, er was nog geen weg), waarna hij verder per bus reist naar Albina. Vandaaruit bezoekt hij St. Laurent waarvan hij o.a. een trieste rondleiding beschrijft door het bagno van weleer. Hij keert vanuit Albina terug naar Paramaribo per vliegtuig(je). Er is plaats voor slechts drie personen: de piloot, de auteur en nog een passagier die nogal lang op zich laat wachten. De piloot noemt hem ‘een man van gewicht’, dus er wordt inderdaad gewacht en gewacht… De ‘man van gewicht’ komt na ruim een uur wachten, aanrijden in een grote zwarte limousine, gehuld in een wolk van rood stof. Op een van de voorspatborden wappert een veelkleurig vlaggetje. Als de chauffeur het achterportier opent, stapt er een ontzaglijk grote, zwarte man uit, gekleed in een onberispelijk uniform… ‘De koning van Suriname, dacht ik meteen, minder kan niet’, aldus Nootebooms conclusie. De koning van Suriname neemt vervolgens naast Nooteboom plaats in het vliegtuigje, dat onmiddellijk overhelt naar één kant. De groet van de koning beschrijft Nooteboom als ‘zo’n lach waarin je een jaar op reis kunt’. De koning blijkt de districtsbestuurder (tegenwoordig zeggen wij districtscommissaris) van Marowijne te zijn. Hij heeft een groot probleem meegebracht: het euvel is niet slechts dat hij te zwaar is, maar ook zijn bagage is te veel en te zwaar. De piloot durft het pas aan op te stijgen – en dan nog met de nodige twijfels – als de koning zich van alle blijkbaar toch overbodige bagage heeft ontdaan.

Omdat ik zelf mijn oordeel over deze verhalenbundel niet beter zou kunnen verwoorden, citeer ik Gerrit Jan Zwiers die op de achterkaft van mijn Rainbowpocket uiting geeft aan zijn bewondering voor Cees Nootebooms ‘literaire reisverhalen’, zoals dit genre genoemd wordt.
‘Het literaire reisverhaal is een genre dat door Cees Nooteboom op een hoog peil is getild. Hij weet feitelijke en persoonlijke gegevens dusdanig met elkaar te vermengen dat er een geheel eigen en rijk soort proza door ontstaat’. (Waarmee ik dus volmondig instem).

De koning van Suriname, Cees Nooteboom, Rainbowpocket (1993) ISBN 9067661481

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter