De Jodensavanne
Ontstaan, geschiedenis en behoud van een Joodse site in Suriname
door Kathleen Gyssels
Zeventig kilometer ten zuiden van Paramaribo, op de rechteroever van de Surinamerivier, ligt de voormalige nederzetting ‘Jodensavanne’ of ‘Savannah van de Joden’. Het was de eerste en enige plaats in de Nieuwe Wereld waar de Joden een semi-autonome nederzetting kregen.
Hier werd rond 1650 de eerste gemeenschap in Suriname gesticht, de grootste Joodse nederzetting op dit halfrond. In die tijd werden zij eerst door de Britten in 1665 en later door de Nederlanders in Suriname verwelkomd. Om deze arbeidskrachten aan te trekken, verleenden de Britse kolonisten in Suriname hen privileges, zoals de vrijheid om hun godsdienst te belijden, de vrijheid om land te bezitten en het recht op een eigen gerechtshof. Joodse kooplieden waren bijzonder gewild om hun deskundigheid in de internationale handel. In die tijd kregen de Joden een stuk grond bij de Cassiporakreek, maar spoedig daarna verhuisde de gemeenschap naar een heuvel met uitzicht op de Surinamerivier: de Jodensavanne was een feit. De synagoge, waarvan de ruïnes nog te zien zijn, is het eerste architectonisch belangrijke gebouw in Amerika, en een van de oudste. Het is een herinnering aan de pioniers van het Amerikaanse Jodendom. Omstreeks 1832 verhuisden de Joden naar Paramaribo en telt de Jodensavanne geen inwoners meer. Professor Kathleen Gijssels vat hier kort samen welke uitdagingen deze herinneringsplek heden tegemoet gaat.
Lees haar beschouwing in pdf, ontleend aan: Getuigen tussen geschiedenis en herinnering – nr. 133 / oktober 2021