blog | werkgroep caraïbische letteren

De herovering van New York

Roman van Lars de Brabander

Gedurende de 17e eeuw trotseren duizenden Europeanen de overtocht naar verre oorden, een ongewisse toekomst tegemoet. Twee mannen reizen met verschillende opdrachten naar het westen. Een ervan is Peter Stuyvesant, ‘a pigheaded stubborn one legged Dutchman,’ zo vonden de Engelsen.

De andere is Cornelis Evertsen de Jongste, een nuchtere opvliegende Zeeuwse zeevaarder. Beiden hebben maar een ambitie: met mandaat van hun opdrachtgevers orde op zaken stellen in de overzeese gebiedsdelen en zoveel mogelijk schade toebrengen aan de vijand, de handel bevorderend waar mogelijk.

In dezelfde eeuw maar ook de eeuw daarna, vertrekken ook uit Afrika veel mensen, waarvan de meeste tegen hun wil. Nodig om de koloniën op te bouwen worden ze tegen geld verhandeld aan derden. Een daarvan pakt de derde hoofdrol in deze historische roman, Kofi Kumase, een mulat in New York, of, zoals de meeste New Yorkers het indertijd noemden: Nieuw Amsterdam. Hij vertelt op een zomerse dag in 1673 vanuit deze stad – de stad die negen jaar daarvoor door de Engelsen ingepikt werd van de Nederlanders –  het verhaal van zijn voormalige meester Stuyvesant, voor zover hij dat kent, aan twee voorname Nederlanders. En terwijl Kofi dat doet zet Cornelis Evertsen vanuit de Caribische zee met een alsmaar groeiende vloot in op de herovering van New York, iets wat niet bij zijn opdracht hoort maar ingegeven wordt door zijn ego en zijn gruwelijke hekel aan de Engelsen. Niet voor niets draagt hij een bijnaam welke nu nog bij de Nederlandse Marine in herinnering voortleeft. Keesje den Duivel. Een man die alles wat op zijn trap naar succes terecht kwam en een bedreiging vormde, met kracht de goot in smeet. En de man die ervoor zorgde dat de Nederlanders weer heer en meester werden van een van de belangrijkste delen van de huidige Verenigde Staten: New York.

Lars de Brabander, De Herovering van New York. Soesterberg: Aspekt, 2021; 228 pp. / € 19.95

Lars de Brabander

Wat proeflezers en beoordelaars zeggen:

•             De geschiedenis van de Gouden Eeuw wordt in dit verhaal tegen een ander licht gehouden: geen koene helden die uitgekiend de halve wereld veroveren, maar een groep tot de tanden bewapende opportunisten die al plunderend zich een weg banen door de Atlantische zee en de Cariben. Het is een bruine rand aan de Gouden Eeuw en een rauw verhaal dat de lezer een kijkje geeft in de werkelijkheid van toen: slavernij, rooftochten en veroveringen door Zeeuwen en Hollanders die toevallig de krachten bundelden en in een dronken en machtswellustige razernij New York heroverden. Sam Pieter Storm van Leeuwen, proeflezer.

•             Ik moet opmerken dat je wel durft om in deze BLM-tijd, die weinig ruimte laat voor rationele discussies, met een verhaal rondom Stuyvesant (en slavernij) te komen. Ik geef het je op een briefje mee dat je hele boze reacties over je heen zult krijgen. Een compliment voor je manier van schrijven en je taalgebruik. Helder, afgewogen en overtuigend. Ook de opbouw van het verhaal en het in elkaar laten lopen van de uitgezette lijnen zit goed in elkaar. Carel de Haseth, politicus, dichter en schrijver.

•             Een intrigerend verhaal – entertaining! Wat een werk, met al die bronnen! Ik vind het écht een mooi boek! Gonneke van der Kieboom, proeflezer

•             It’s truly engaging. You really have a talent to bring the period to life and provide the necessary context to make it all interesting and believable. The opening scene in 2001 sticks in my mind, which is a good thing. Although Dutch is not my native language, your prose style is effortless (also a good thing). Every writer attempts to establish and maintain a good and consistent rhythm. So far, you’ve done this. Charles Gehring, Director, New Netherland Research Center.

Standbeeld van Peter Stuyvesant in de tuin van de (voorheen) gelijknamige middelbare school voor havoVWO op Curaçao foto © Victor Leent

Lars de Brabander:

“De eerst tikken op het toetsenbord van mijn laptop werden gezet in de rustieke huiskamer van een gehuurd boerderijtje in de heuvels van Italië. Dat was ongeveer zes jaar voordat het boek af was. Het idee voor het boek ontstond echter niet daar. Dat ontstond jaren eerder, in New York. Ik was er samen met mijn familie op bezoek bij kennissen. Zij hadden ’s avonds een klein feestje in hun nog kleinere appartement en ik deed, na de gebruikelijke maar weinig interessante uitwisselingen met vriendelijke New Yorkers, dat wil zeggen, mensen met wortels in Iran, Noorwegen, Zimbabwe en Californië, een poging om de talloze boeken in de boekenkast na te lopen.
Een van de mannen van een homostel waar ik eerder een interessanter gesprek mee had, kwam op me af, pakte een boek van de hoogste plank en reikte het me aan. Het was het boek The Island at the Center of the World van Russell Shorto. ‘Dit moet je lezen, zeker voor waar jij vandaan komt,’ zei hij. Ik bedankte hem en sloeg het open. Ik wist meteen dat ik de volgende dag mijn eigen exemplaar zou gaan kopen, en vond het dan ook in St Marks Bookshop in de Stuyvesant Street. Deze straat liep oorspronkelijk oostwaarts door The Bowery, oftewel Peter Stuyvesant’s bouwerij (oud Nederlandse woord voor boerderij), vanaf Bowery Road, tegenwoordig Fourth Avenue, naar het huis van Stuyvesant. Het huis ging in 1778 verloren in een brand en de familie verkocht de resterende begraafplaats en kapel, waar tegenwoordig St. Mark’s Church in-the-Bowery staat.
Hier vond ik, op een plakkaat bij de graftombe van Peter Stuyvesant, de eerste onwaarheid die mij deed besluiten over Stuyvesant te gaan schrijven, een man die ik maar al te goed dacht te kennen, immers, ik had op het openbare Peter Stuyvesant College op Curaçao mijn eindexamen gehaald, en, een goedzak was hij zeker niet geweest, zo oordeelde trouwens iedereen. Hij was echter ook een product van zijn tijd. Maar dat hij tachtig was geworden, zoals op het plakkaat stond, bevreemde mij. Na wat googelen bleek dat dan ook dat hij eenenzestig geweest moet zijn. Of zoiets. De eerste onwaarheid? Ja, hier in New York wel.
Op Curaçao was er echter enige jaren daarvoor iets anders gebeurd wat mij niet geheel rechtvaardig had voorgekomen. In opdracht van de toenmalige Curaçaose regering was het trotse beeld van Stuyvesant, dat jarenlang in de tuin van het college had gestaan, van zijn sokkel gehaald. Mogelijkerwijs aangewakkerd door politieke motieven beschouwde een deel van de eilanders namelijk Stuyvesant als het symbool van de koloniale overheersing. Dat hij een directe verbinding met het slavernijverleden had. En op zich was dat begrijpelijk; hij had aan de wieg gestaan van de koloniale ontwikkeling van de eilandengroep en maakte een begin met de inrichting van een open slavenmarkt. De gedachte daaraan was – in die tijd geplaatst – niet zo vreemd, immers, de meeste Europese landen deden al jarenlang aan slavenhandel, echter voor Nederland stond deze afschuwelijke handel nog in de kinderschoenen en was in Nederland zelfs illegaal.
Terug op mijn eiland Curaçao kreeg ik al vrij snel the Curaçao Papers in handen, een feitelijk interessante weergave van Stuyvesants periode op Curaçao, minutieus vertaald door de Amerikaan Charles Gehring, met hulp van niemand minder dan mijn voormalige buurman op Curaçao, Jacob Schiltkamp. Toen ik daarnaast dan ook nog eens een antiek exemplaar van het boek De Zeeuwsche expeditie naar de West onder Cornelis Evertsen den Jonge van C. de Waard in handen kreeg, wist ik hoe ik twee verhalen in een roman bijeen kon brengen en in de Wandelkerk in Middelburg kreeg ik bij het praalgraf van de Evertsens door waarom ze Cornelis ook wel Keesje den Duvel noemden.

Van 1648 tot 1657 verhandelde de WIC ongeveer 3.800 slaven via Curaçao. Stuyvesant zat slechts enkele jaren op Curaçao, van 1639 tot 1644. Vanaf 1658 kreeg de Compagnie een steeds groter aandeel in de slavenhandel, zeker door het verkrijgen van het monopolie. Dat is de waarheid en ik weet niet of die nut heeft voor anderen. Ik laat het graag aan de lezer over dat zelf te bepalen, ieder voor zich.”

2 comments to “De herovering van New York”

  • [verwijderd vanwege het ontbreken van volledige naam; red.]

  • Een duidelijk stukje verhaal. Ach je moet alles in de tijd waarin het is gebeurd lezen en je mening geven.
    Het klinkt voor mij onlogisch dat je een mening geeft over zaken die eeuwen of jaren geleden gebeurd zijn. Men had een totaal andere levensinstelling en behoeften dan wij tegenwoordig hebben. De mensen voelden en beslisten anders dan nu. Zo ontwikkeld nu een maal het leven en maakt ons bewust van veranderingen die zowel positief als negatief zijn in onze ogen van het moment. Zo is het ook met verschillende culturen. Ik merk dat alleen al in mijn leven. Ben van Nederlander, Zweed geworden en nu dus woonachtig in Roemenië dat echt andere opvattingen heeft en levensgewoonten
    zijn ook niet het zelfde. Lees oude geschiedenis boeken en daar kom je ook totaal andere opvattingen tegen dan de huidige gedachte. Ook worden nu andere punten belangrijker die vroeger normaal waren. Dus voor mij hoeven beelden niet weg, belangrijker vind ik je te verplaatsen in die tijd en dat niet direkt wegwuiven, maar begrijpen en ook respect hebben wat onze voorvaderen hebben gedaan.
    Zij hebben ons laten inzien waardoor wij geworden zijn die wij nu zijn. „Het kwaad“ heeft altijd twee kanten, als les en bewustwording. Dat hoeven we niet te verdoezelen, het hoort bij het leven.
    Draghici Anna Christina

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter