De grap van een ‘Arubaanse’ spelling
door Henry Habibe
De Stichting SPLIKA (Den Haag) heeft op 11 september jl. haar 26ste verjaardag gevierd. Het programma was zeer gevarieerd en bestond o.a. uit de uitreiking van de Prijs ‘Danki di Bròns’, een lezing van prof. dr. Eva Martha Eckkrammer over de spelling van het Papiaments en als hoogtepunt het verlenen aan de voorzitter van SPLIKA, de heer Ruben Severina, van de bekende onderscheiding Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
De ‘Danki di Bròns’ werd deze keer toegekend aan Bookishplaza in de persoon van Mw. Irene de Cuba. (vorig jaar uitgereikt aan Izaline Calister, de heer Wilbert Djaoen en het echtpaar Florimon en Igma Van Putte-de Windt). Mevr. Eckkrammer, hoogleraar aan de Universiteit van Mannheim, draaide haar college af in vlot Engels, hoewel zij zowel het Nederlands als het Papiaments vrij goed beheerst. Zij was – zo verzekerde ze – gaarne bereid om de vragen, die men haar later zou willen stellen, in het Papiaments of in het Nederlands te beantwoorden.
De heer Rabin Baldewsingh, de uit Suriname afkomstige loco-burgemeester van Den Haag, hield een sprankelende toespraak, waarin hij zijn grote waardering uitsprak voor de enorme verdiensten van de heer Severina. Deze kreeg het bekende lintje opgespeld. Ook de heer Ronnie Martina sprak later Severina toe, waarbij ook hij de grote verdiensten van Severina onderstreepte. Terwijl de ceremoniemeesteres, Mw. Aronette Martis, de vele werkzaamheden die SPLIKA in de loop van de tijd ontplooid heeft, de revue liet passeren, werden gedichten van Yerba Seku op een scherm geprojecteerd en kon men diens prachtige, op de band opgenomen stem, beluisteren. Eenvoudige gedichten met als thema de verweving van het verleden, het heden en de toekomst.
Het grootste gedeelte van de middag werd in beslag genomen door het college van professor Eckkrammer, dat over de spelling van het Papiaments ging. Het is een thema dat vorig jaar ook door SPLIKA aan de orde werd gesteld. In vloeiend Engels werd nu aandacht besteed aan de ontwikkeling van het Papiaments. Een van de dingen die Mevrouw Eckkrammer nadrukkelijk stelde was dat het spellingsysteem niet een wezenlijk onderdeel van de taal is. Het behoort niet tot de taal zelf (‘orthography is not language’). Met andere woorden verandering van een spelling betekent niet een taalverminking. Echter, met betrekking tot de ‘onenigheid’ die er op dit gebied bestaat tussen Aruba enerzijds en Curaçao en Bonaire anderzijds, meent Eckkrammer dit te moeten baseren op wat zij noemt de ‘identiteit’ van de eilanden. Het feit dat er twee soorten spellingen bestaan beschouwt zij als een soort culturele eigenschap van de respectievelijke eilanden.
Het probleem van een spelling voor het Papiaments is altijd een lastig punt geweest. Het gaat terug tot omstreeks het begin van de vorige eeuw. Mensen als J.S. Corsen en W.M. Hoyer hebben zich ermee bezig gehouden. In 1928 merkte Rodolfo Lenz al op dat het voor een buitenlander heel moeilijk is om zich van de uitspraak van het Papiaments een idee te vormen vanwege de zeer opvallende mengeling van Hollandse en Spaanse spelling. Het gevolg is dat men hoe langer hoe meer in een chaotische situatie terecht kwam: hoe moet deze taal eigenlijk geschreven worden? Er bestond nooit een uniforme schrijfwijze. Zo schreef Edgardo Díaz in 1945 in de Aruba Esso News een artikel waarin hij wees op deze ‘moeilijkheid’. Hij vond het geen gemakkelijke opgave om een consequente spelling vast te stellen omdat onze taal – volgens hem – de invloed heeft ondergaan van veel andere talen. Díaz was geen voorstander van de ‘Hollandse’ spelling. Hij gaf daarvan wat voorbeelden. Op z’n Hollands geschreven zou een zin als ‘Nos mester cuminsá dia cu Dios’ er als volgt uitzien: ‘Noos meesteer koemiensa dia koe Dioos’. Een dergelijke spelling werd in de 19e eeuw inderdaad in religieuze teksten van de Nederlands georiënteerde geestelijken gebruikt. Díaz vond dat het hanteren van een dergelijke schrijfwijze ‘er heel lelijk uit zou zien’ (‘Papiamentu di tal fashi’; bedoeld wordt ‘met een lelijk uiterlijk’). Maar ook een spelling die de Spaanse schrijfwijze als model heeft zou – aldus Díaz – niet de gewenste oplossing opleveren. Zo zijn er veel Spaanse woorden, die in het Papiaments anders uitgesproken worden. Er treedt in het Papiaments ‘palatalisatie’ op van de ‘s’-klank wanneer deze gevolgd wordt door een ‘i’ (-si- > -sh-). Voorbeeld: ‘pasion’ wordt als ‘pashon’ uitgeproken; ‘dirección’ als ‘direkshon’.
Naar een uniforme spelling
Op Curaçao heeft in de jaren vijftig vooral Antoine Maduro zich met deze kwestie bezig gehouden. Hij gaf o.a. aan dat woorden die ‘intact’ uit het Nederlands zijn overgenomen, de ‘Hollandse’ spelling kunnen behouden: ‘baar’, ‘spaar’, ‘preekstoel’, ‘potlood’, ‘zuurdeeg’,
‘rouwband’, ‘lauw’, etc. De gepalataliseerde klank (‘sh’) waar Edgardo Díaz het in 1945 (Aruba Esso News) reeds over had, kon – aldus Maduro – met het teken ‘sh’ weergegeven worden. Pas rond 1961 werd – theoretisch gesproken – tot een meer uniforme schrijfwijze overgegaan. Herhaal: theoretisch. Niet officieel. Toen werd op initiatief van Luis Daal een commissie gevormd, bestaande uit Curaçaose auteurs en personen die zich via radio, pers en andere publiciteitsorganen met het Papiaments bezig hielden. De naam van die commissie spreekt voor zich: Fo’i hopi, un só (Uit vele spellingen, slechts één). Een op de fonologie gebaseerde spelling zou – volgens die commissie – de oplossing zijn voor de chaos en verwarring op dit terrein. Door een bepaald aantal Curaçaose auteurs werd sindsdien een bescheiden begin gemaakt met het gebruik van de fonologische spelling, waaronder een aantal bundels van Pierre Lauffer en Luis Daal. Inclusief de bloemlezing Di Nos van Lauffer.
Voordat het Ontwerp voor een spelling door de Curaçaose taalwetenschapper, drs. Raúl Römer, tot stand kwam, had men dus al een zekere ervaring opgedaan met de fonologische spelling. Dat komt omdat, zoals gezegd, de commissie Fo’i hopi, un só uit 1961 dateert en het Ontwerp van Römer pas in 1969 ‘gepresenteerd’ werd. Tussen de ‘spelling Daal’ en de ‘spelling Römer’ bestaat, welbeschouwd, geen essentieel verschil. Allebei zijn ze gebaseerd op de fonologie. Het is hier niet de plaats om daarop in te gaan. Wat relevant is, is het feit dat toen het Ontwerp van Römer ingediend werd, door de overheid een commissie benoemd werd, waarin o.a. twee Arubanen zitting namen, t.w. Hubert Booi en Ernesto Rosenstand. Het behoeft dan niet te verwonderen dat Booi in datzelfde jaar zijn dichtbundel Muchila publiceert volgens de fonologische spelling (zoals die door Römer ontworpen werd). De iets later door Rosenstand uitgegeven verhalenbundel (over Aruba) verscheen ook in een min of meer fonologische spelling. Uit 1973 dateert zijn Kuentanan rubiano (let op de ‘k’). In zijn ‘Prologo’ schrijft hij: ‘…Temponan outéntiko, pintoresko i romántiko, ku a pasa asina lihé i a desparsé asina radikal, ma ku ta sigui biba den nòmbernan….’. (let op de verschillende ‘k-s’, maar tevens op de twee soorten accenttekens). Sinds het midden van de jaren zestig hebben verschillende jonge Arubaanse schrijvers in Nederland diezelfde fonologische spelling gehanteerd. (periodieken als Kambio en Kontakto Antiyano). Rond 1969 liep men ook op Aruba warm voor de fonologische spelling. De onderwijswereld ontving die met veel enthousiasme. Men denke hierbij aan het blad Skol & Komunidat van de vakbond van leerkrachten.
Politiek
In 1976 kwam er een kink in de kabel. Toen deed zich het volgende voor. De vakbond van Arubaanse leerkrachten (VLA) was in onderhandeling over onderwijszaken met de toenmalige gedeputeerde, de heer Delwyn Gomez. De overheid had met een zekere haast een besluit genomen om een commissie in te stellen met als taak ‘ons college van advies te dienen omtrent de schrijfwijze van de papiamentse taal’. Dit vond echter plaats in afwezigheid van de betrokken gedeputeerde. Toen hem gevraagd werd hoe het met de spelling zat, antwoordde hij: ‘Ik heb hen hiervoor gewaarschuwd…Ik wist dat er moeilijkheden zouden komen’. De vakbond heeft toen besloten geen zitting meer te nemen in de spellingscommissie van de toenmalige MEP, waarin de volgende personen zaten: J. Mansur, J. Maduro, mevr. O. Paris-Wever, H. Henriquez en A. Croes. Er kwam sindsdien een spelling tot stand, die men ‘etymologisch’ noemde, maar die, bij nader inzien, niet altijd iets met de oorsprong van de woorden te maken heeft.
Is er één spelling op Aruba?
Een Arubaanse dichter die in 1977 een bundel gedichten lanceerde is Tico Croes. Dat deze Arubaan de combinatie ‘- si -‘ in bepaalde woorden palataliseert (zoals alle native-speakers van het Papiaments doen) blijkt o.a. uit zijn schrijfwijze in dat jaar. Immers hij schreef toen: ‘desesperashon’, ‘sklamashon’, frustrashon’. In de jaren daarna schreef hij zulke woorden nog steeds met het teken ‘sh’ om daarmee de palatalisatie aan te geven (bv. ‘revolushon’; zie bloemlezing Cosecha Arubiano). Ook hanteerde hij de ‘k’ (geen ‘c’) wanneer er sprake was van de k-klank: ku, kon, boka, sakudi, skonde, kore, keiro, etc. Opmerkelijk is dat Croes later een andere spelling hanteerde bij het verschijnen van zijn tweede bundel in 1997. (Zijn tweede bundel werd door Diario uitgegeven en werd door de heer J. Mansur van een voorwoord voorzien). In die bundel lezen we ‘pasion’, ‘emocion’ en ‘confusion’ in plaats van ‘pashon’, ‘emoshon’ resp. ‘confushon’. Er wordt dan dus geen rekening meer gehouden met de palatalisatie. Ook het eerdere gebruik van de ‘k’ is verdwenen. Nu staat te lezen: cu, con, boca, sconde, core. De ‘k’ komt dan alleen voor, in woorden als ‘keto’, ‘kende’,‘kima’ en ‘skina’, die van Spaanse of Portugese oorsprong zijn. Opmerkelijk is de schrijfwijze van het woord ‘calki’. Een grappige combinatie van de ‘c’ en de ‘k’! Maar ook de ‘qu’ wordt sporadisch gebruikt voor de k-klank (‘coquetia’). Opvallend is verder de afwezigheid van accenten.
Toen de bloemlezing Cosecha Arubiano in 1984 verscheen hadden de samenstellers niet aan de toepassing van een uniforme spelling van Aruba gedacht. Men kan zich afvragen: bestond die wel? Het wekte, bij het lezen, een nogal rommelige indruk. Men ziet daarin, bijvoorbeeld, ‘ambicion’ naast ‘ambishon’ staan, ‘sconde’ naast ‘skondi’, ‘awacero’ naast ‘awasero’, ‘cu’ naast ‘ku’ (soms bij dezelfde auteur). In teksten van Mansur, bijvoorbeeld, komen er geen accenttekens voor. Daar wordt het woord voor ‘bier’ in het Papiaments als ‘cervez’ geschreven. (Spaans: ‘cerveza’). Echt etymologisch, zou men zeggen, maar welke andere Arubaan doet dit vandaag-de-dag nog? En hoe zou het woord ‘cocolishi’ (zeeschelp) etymologisch geschreven moeten worden? Geeft men er zich wel rekenschap van dat het een woord is afkomstig van het oud-Nederlands? (‘kokkelhuusje’)
De samensteller van de in 2000 uitgekomen bloemlezing, Isla di mi (Mijn eiland), de heer Frank Williams, geeft de ‘k’- klank op drie verschillende wijzen weer. Nu eens met een ‘c’, dan weer met een ‘k’, en sporadisch ook met de Spaanse ‘qu-‘. Voorbeelden: cas, cu, busca, kiko, ken, aki, remarke, arkitecto. Maar ook: ‘conquista’, ‘desequilibrio’, en ‘siquiatra. De typische palatalisering van het Papiaments (sh-klank) werd rond 1997 trouw weergegeven als een ‘sh’ (zijn roman E Yamada). Voorbeelden: ‘intenshon’, ‘tentashon’, ‘reacshon’ en ‘consenshi’. In een gedicht uit 2000 bestaat er nog steeds de afwisseling van ‘c’ en ‘k’ voor de k-klank. Maar de palatalisatie wordt niet meer als ‘sh’ aangegeven. Dan laat hij gewoon de combinatie ‘- cci -‘ staan (zoals in het Spaans). Dus: ‘afeccion’ en ‘direccion’. In genoemde bloemlezing verkiest Pedro Velásquez om de palatalisatie wel aan te geven. Hij schrijft: ‘obstrucshon’, maar handhaaft wel de ‘c’ voor de k-klank. In woorden als ‘kenter’ en ‘keda’ zien we wel de ‘k’. Bij Williams treft men soms wel het accentteken aan. Zo bijv. in ‘purá’, ‘pegá’, ‘antohá’, ‘trankilisá’ en ‘hipócrita’. Merkwaardig genoeg niet bij het woord ‘casa’, met de betekenis van echtgenote. Bij dit woord dient immers de laatste ‘a’ beklemtoond te worden om die betekenis te krijgen. Men bespeurt een doodenkele keer ook een fonologisch vonkje: djoin, stret (Eng. join, straight). Met betrekking tot de s-klank is er weer van inconsequentie sprake. Voorbeelden: ‘seronan’, ‘trece’, ‘citando’ en bisicleta’.
Bij de bekende Arubaanse linguïst, Ramon Todd Dandaré, komen we ook weifelende momenten tegen. Bezigde hij omstreeks 1971 de ‘k’ om daarmee de k-klank weer te geven, rond 1983 ging hij ertoe over om nu eens de ‘k’, dan weer de ‘c’ aan te wenden. Voorbeelden uit Cosecha Arubiano: kayente, loko, kore, kas, keto, ku, pakus. Maar in een gedicht uit 1981 schrijft hij: ‘compañero’, ‘cla’, ‘couchi’, ‘curason’, ‘cu’, ‘core’, ‘catibo’. Omstreeks 2000 weifelt hij nog steeds. In één en hetzelfde gedicht: kibrahacha, kit’é, hink’é, naast: coi, core, cayente. Hetzelfde kan opgemerkt worden ten aanzien van de s-klank: in 1971 ‘serebro’ en in 2000: ‘cerebro’.
Het is duidelijk dat er op Aruba geen sprake is van een uniforme spelling. Integendeel. Het blijkt juist een zeer gevarieerd karakter te hebben, vanwege de vele weifelingen en onzekerheden. Ook onder de jongere Arubaanse auteurs, die zich rond de in Nederland bestaande Simia Literario groeperen, valt er een inconsequente tendens te bespeuren, als het om de spelling gaat. Deze tendens (de onzekerheid die de vermeende ‘Arubaanse’ spelling teweeg brengt) heeft iemand (uit Aruba) in de loop van dit jaar wanhopig doen verzuchten: ‘Mi ta bira un poko loko di e ortografia’. Daarmee bedoelde zij de verwarrende tendens die men op Aruba gecreëerd heeft.
Conclusie
De spelling van een taal is niets anders dan een middel dat men gebruikt om de taal te kunnen schrijven en lezen. Prof. Eckkrammer: ‘Orthography is not language. It’s a tool’. Gewoon een instrument, dus geen essentiële eigenschap van de taal. Dat verklaart dan ook waarom een spelling niet als een culturele ‘identiteit’ beschouwd kan worden, zoals Mw. Eckkrammer tijdens haar uiteenzetting naar voren bracht. Het gevolg daarvan is dat bij een eventuele poging om tot een uniforme spelling voor Aruba, Curaçao en Bonaire te komen het zeer moeilijk wordt om ‘rekening te houden met die van Aruba’. (Eckkrammer: ‘It has to be both’; haar mening is dat er rekening gehouden dient te worden met zowel de spelling van Curaçao/ Bonaire (aan de ene kant) als met die van Aruba. Maar zoals we hiervoor gezien hebben is er niet één bepaalde spelling op Aruba. Wat is dan de spelling waarmee men rekening dient te houden als het Aruba betreft? Van de verwarrende situatie aldaar blijkt Mw. Eckkrammer niet erg goed op de hoogte te zijn. Hoe het ook zij, het is zeer lofwaardig en tevens toe te juichen dat Stichting SPLIKA alles in het werk stelt en hard aan de weg timmert om aan een uniforme spelling te geraken voor de ABC-eilanden. Aan het Bestuur van SPLIKA: Hopi mas aña di bida!