blog | werkgroep caraïbische letteren

De geschiedenis van de stilte

Slavernij in de oost

Sinds enkele jaren wordt op 1 juli in Amsterdam de afschaffing van de slavernij gevierd. Bij ons slavernijverleden denkt iedereen direct aan Suriname en wordt de onderwerping in de Oost verzwegen.

door Lizzy van Leeuwen

Terugblikken op Nederlands vervlogen imperialisme is niet zonder risico, zoals premier Balkenende in 2002 heeft gemerkt na zijn gaffe over de ‘terugkeer van de VOC-mentaliteit’. De handel en wandel van de VOC, het Cultuurstelsel in Nederlands-Indië en de slavernijwinsten zijn en blijven bekende weerbarstige leerstukken van de Nederlandse geschiedschrijving. Dezelfde premier verklaarde niettemin zes jaar later, ter gelegenheid van de nationale slavernijherdenking: ‘De donkere slavernijgeschiedenis hoort thuis in ons onderwijs.’
Balkenende werd op zijn wenken bediend, want in het venster ‘Slavernij ca. 1637-1863’ van de vaderlandse geschiedeniscanon staan de wetenswaardigheden van de slavernijgeschiedenis op een rij, tot en met de afschaffing op 1 juli 1863, ‘als een van de laatste landen in Europa’. Dit laatste feit is op zichzelf al treurig genoeg, maar het eraan verbonden jaartal klopt niet. De slavernij werd in het Koninkrijk der Nederlanden niet in 1863, maar pas honderd jaar geleden, in 1910, definitief afgeschaft. Een decreet vanuit de Nederlands-Indische hoofdstad Batavia verordonneerde toen dat het ook op het eiland Sumbawa, ten oosten van Bali, over en uit moest zijn: op 31 maart 1910 moesten alle slaven zijn vrijgelaten. Deze historisch beladen datum is vandaag de dag op geen enkele herdenkingskalender terug te vinden, zelfs niet op Sumbawa.

 

Lees hier verder in De Groene Amsterdammer van 30 juni 2010

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter