blog | werkgroep caraïbische letteren

De gebroeders Penard weer zichtbaar in Leiden

door Thea Doelwijt

Niet te geloven.
Met een gehele encyclopedie, geschreven op kleine blaadjes, laten de gebroeders Penard hun gezicht weer zien in Leiden. Ze waren daar al, maar ondergesneeuwd… En nu toont de Nederlandse televisie wat de Surinaamse broers zo’n honderd jaar geleden hebben opgetekend. Hun vrienden, indianen die aan de Waterkant afmeerden om ‘dingen’ te brengen, kregen schriften (van de firma Kersten!) mee, plus potloden, om verhalen op te tekenen en te illustreren.
Ook Jimmy Mans, archeoloog, onderzoeker van de Suriname-collectie van het Museum Volkenkunde te Leiden, is verrast door de inzet van de Nederlandse televisie. Er zijn zoveel belangrijke (noodlottige) berichten in de wereld en dan toch!
De bezoekers die worden uitgenodigd het werk van de broers Penard te bezichtigen, staan nog voor een lege ruimte, met enkele tekeningen en verhaalfragmenten. En natuurlijk ligt daar het boek De menschetende Aanbidders der Zonneslang, dat ik thuis heb.
Dus ben ik daar, met Marijke (ja, juf van Geest!). Voorlopig als enigen. Ik zou en wou en ik móest zien wat daar verborgen lag. Zovele malen heb ik mij immers laten inspireren door de indianenverhalen* van de Penards.
Ik zie nog hun huis voor me aan de Waterkant, hun magazijn… Dat heb ik ooit onderzocht. Hun gezichten ken ik niet. Tot de heer Mans mij een foto laat zien van broer Thomas, die vroeg naar Amerika verhuisde om geen lepra te krijgen zoals zijn broers.
Wij laten ons in- en voorlichten door de heer Mans, voor wie ik uiteindelijk toch maar Geen geraas of getier op tafel leg, verschenen in Paramaribo in 1974.
Hij heeft het al thuis liggen… sinds kort! En is blij mij die het boek heeft samengesteld, te ontmoeten.
In augustus gaat het Museum Volkenkunde, Leiden, een presentatie in Suriname houden. Nu moeten zij nog van alles uitzoeken, tyekken, toestemming vragen aan onder anderen de sjamanen/piaiman van Suriname.
Terwijl ik met de heer Mans praat, en hem om foto’s en teksten vraag, maakt Marijke aantekeningen.
De heer Mans zegt, dat niet alles zomaar mag/kan gepubliceerd worden. Er moet eerst overleg gepleegd worden met de vertegenwoordigers van de Kalinja-indianen (Caraïben) of het niet al te geheim is. Niet iedereen mag alle geheimen van de Caraïben kennen.

Dat was Leiden.
Dat was Surinaamse geschiedenis.
Spannend , spannend, spannend!

*Werk van Thea Doelwijt, met verhalen van/of geïnspireerd door de Indianen van de gebroeders Penard:
Wajono, Paramaribo 1969
Kri, kra, bloemlezing, Paramaribo, 1972
Geen geraas of getier, bloemlezing, Paramaribo, 1974
Kainema de Wreker en de menseneters, Paramaribo, 1977

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter