blog | werkgroep caraïbische letteren

De geboorte van een drieling: een kostbaar bezit

door Quito Nicolaas

Op 16 september a.s. vindt om 15.00 in Podium Mozaiek (Bos en Lommerweg, Amsterdam) de boekpresentatie van een drietal boeken: Het bewogen leven van een bevlogen dichter/ Na final di kaminda (speciale bundel met de laatste acht gedichten van Pierre Lauffer in 5 talen). Het tweede boek is Woestijnzand, het prozadebuut van Elodie Heloïse. En tenslotte Terug tot Tovar, de nieuwe novelle van Hans Vaders. Het programma is onder auspiciën van Uitgeverij In de Knipscheer opgezet m.m.v. de auteurs Bernadette Heiligers, Elodie Heloïse, de vertalers Lucille Berry-Haseth, Fred de Haas en met Robin Akkerman, Sidney Joubert, Franc Knipscheer, Wim Rutgers, Peter de Rijk. Muziek van Alma Latina [o.a. 3 liedjes van Pierre Lauffer!]

Woestijnzand

Een van de boektitels die meteen je aandacht trekt is die van Woestijnzand, een bundel korte verhalen van Elodie Heloise. De auteur is geen onbekende en schrijft al jaren voor het AD op Curaçao. Haar schrijfstijl is anders dan we gewend zijn en als een ‘insider’ schetst ze een profiel van de gemeenschap en de dagelijkse beslommeringen. En dat doet ze op een eigenwijze manier die de lezer actief betrekt bij het lezen. Bij het lezen van de verhalen heb je niet langer de indruk dat je op afstand zit, maar middenin op het eiland.  

Flaptekst

Curaçao zou zijn naam ontlenen aan het Portugese woord coração, dat letterlijk ‘hart’ betekent. Elodie Heloise doet die etymologie eer aan door haar éígen hart aan het eiland te verpanden. En het klopt warmbloedig. In de bundel Woestijnzand meet Heloise zich weliswaar een overwegend ‘observatoire’ schrijfstijl aan, maar zij weet daarin ook precíés op de juiste momenten ‘te falen’. Het resultaat: proza met prik maar zonder preek.

De uiteenlopende karakters in Woestijnzand ondergaan hun klein en groot leed met een vreemd soort luciditeit die soms jaloersmakend, dan weer meelijwekkend is. Toch schemert er elke ochtend weer een hoopvol ‘mañana!’ aan de Caribische horizon.

In Woestijnzand ontpopt Elodie Heloise zich als een chroniqueur van het alledaagse Curaçao. Van een junk die zijn oude straat beweent tot de weduwe die haar gestorven man thuis koel houdt. Van het gezin dat zich op een cycloon voorbereidt tot de kunstenares die denkt een ‘dodelijk’ schilderij te hebben verkocht. En als Heloises sporadisch opgevoerde alter ego op Schiphol staat: ‘Twee marechaussees met neutraal correcte gezichten vangen mij op. Ik moet mijn armen en benen spreiden. Een elektronische staaf glijdt langs mijn lijf. “Bent u ongesteld, mevrouw?” Ik voel dat ik knik en daarop lopen de mannen door naar het volgende slachtoffer dat door de hond uitverkoren is. Verbijsterd kijk ik ze na.

Op het werk spreken we van “bezoek”. Mijn collega’s, de vrouwelijke dan, zien het aan me. “Ach, dushi, heb je bezoek? Geeft niet, doe rustig aan vandaag. We weten allemaal hoe het is.” Ik krijg dan een knipoog die druipt van het medeleven.’

[uit Caribe Magazine, 22 augustus 2012]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter