blog | werkgroep caraïbische letteren

De Cultuur Top Vijf van 2023 (13)

Het eind van het volle jaar 2023 zit er op. Caraïbisch Uitzicht vroeg alle mensen die betrokken zijn bij de site van de Werkgroep Caraïbische Letteren om hun top-vijf van culturele evenementen die zij het afgelopen jaar hebben bijgewoond of de beste boeken die zij lazen. Vandaag de dertiende aflevering door schrijver en tandarts Eric de Brabander.

  1. In het boekenantiquariaat Hirsch&Reich in het oude stadsdeel Otrobanda op Curaçao vond ik een lijvig boek uitgegeven in 1940, vlak voordat Nederland bezet werd. Nederlanders over de zeeën. Het lijvige en in uitstekende staat verkerende boek bevatte prachtige ingelegde plaatjes en ging over het heldhaftige Nederland en haar geld opleverende rol in de kolonisatie van grote delen van de wereld door de eeuwen heen. De samenstellers hadden het boek voorzien van een uitgebreide literatuurlijst, hetgeen Nederlanders over de zeeën een wetenschappelijk karakter gaf. In de meer dan tachtig jaren die er inmiddels verstreken zijn is er een hoop gebeurd. Het woord ‘inclusiviteit’ was in 1940 nog niet uitgevonden. Nederland is inmiddels voor een belangrijk deel haar zelf toegedichte superioriteit verloren waar in dit boek nog breed over uitgemeten werd. En toch zijn in de tekst de eerste barsten waarneembaar in het traditionele Nederlandse koloniale denken.

2. Randal Corsen is concertpianist. In la Belle Alliance, het theater van het Avila Beach Hotel speelde hij in november van afgelopen jaar, ingeleid door de onverwoestbare operazangeres Tania Kross, muziek van De Falla, Albéniz, Granados, Chopin, Schubert, Villa-Lobos en Liszt. Randal staat bekend om zijn jazzy improvisaties en ondanks dat het zijn bedoeling geweest moet zijn de muziek zo te spelen als door de componisten neergepend, kreeg het concert een wonderlijk speels karakter. Randal Corsen speelde zonder bladmuziek, uit zijn hoofd, en daardoor daalde een Caribisch vleugje vrolijkheid neer op het publiek. Op zich niet zo verwonderlijk want het publiek was, net als Randal en Tania, Caribisch en deed enthousiast mee de sfeer te bepalen.

3. Mijn vrouw Ellen Spijkstra is keramist en fotograaf, opgeleid aan de kunstacademie Minerva in Groningen en het Rochester Institute of Technology in New York. Voor haar museale werk, haar talrijke buitenlandse exposities en haar inzet om de Curaçaose kunst wereldkundig te maken werd haar door de regering van Curaçao de belangrijkste nationale culturele prijs, de Cola Debrotprijs, toegekend in mei van het afgelopen jaar. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan personen of organisaties die zich hebben verdienstelijk gemaakt in een der categorieën architectuur, beeldende kunst, dans, folklore, literatuur, muziek, theater, of wetenschap. De regering had goed uitgepakt. De prijsuitreiking ging gepaard met zang, dans en andere culturele uitingen en was een feest op zich op een van de mooiste plekken van het eiland.

4. Als journalist en correspondent in bijna tachtig landen werkte Kees Broere op vijf continenten. Hij schreef voor de Volkskrant en Trouw, maar ook werkte hij voor radio en televisie, met name NOS Journaal en Nieuwsuur. Hij publiceerde zes boeken, waaronder vier romans. In 2015 won hij samen met cameraman Marco Prins de Tegelprijs voor journalistiek voor de verslaggeving over ebola in West-Afrika. De afgelopen maand las ik het manuscript van zijn nieuwste boek Kloppen voor de lift.  Het boek is een reis langs de spannende journalistieke avonturen van Broere die zich merendeels in Afrika en Azië afspeelden. Tijdens het lezen kwam een jaloersheid bij me op: de afgelopen 45 jaar heb ik in vermolmde kiezen, pussende wortelkanalen en paars verkleurd tandvlees zitten ploeteren en soppen terwijl Kees Broere door nieuwsgierigheid gedreven zich overal ter wereld overleverde aan de orgasmes van de journalistiek. Niet alleen climaxen, ook anti-climaxen. Het boek is geweldig en wordt op 3 februari gepresenteerd in theater de Pletterij in Haarlem.

5. In mijn boekenkast vond ik op een regenachtige zondag een boekje dat ik niet eerder gezien had en waarvan ik me afvroeg hoe het daar terecht was gekomen. Natuurlijk kende ik de schrijver en dichter Hendrik Jan Marsman, beter bekend onder zijn pseudoniem J. Bernlef, van zijn opus magnum Hersenschimmen. Maar Cellojaren (1995) was mij onbekend. Negentien korte verhalen die zich, zoals Bernlef het zelf zei, afspelen in het anonieme deel van onze persoonlijkheid, het gebied waar ons leven geregeerd lijkt te worden door ons lichaam. Het was even schrikken me te kunnen mogen bewegen in de krochten en spelonken van de hersenen van Bernlef, die gevormd zijn door zijn jarenlange zoektocht in de verborgen spelonken van zijn medemens.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter