Waar komt in de piepzak zitten vandaan en wat betekent het?

In de piepzak zitten betekent ‘in angst zitten’, ‘zich grote zorgen maken’ en ook wel ‘in een vervelende situatie verkeren’.

De herkomst van deze uitdrukking is helaas niet duidelijk. Het Groot Uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale (2006) vermeldt dat ze misschien ontstaan is in de Zaanstreek, waar piepzak werd gebruikt als benaming voor een mengsel van oude koffie, suiker en melk, dat soms met wat kaneel werd opgewarmd.

Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) vermeldt dat als piepzak hier inderdaad betrekking heeft op het koffiebrouwsel, de zegswijze een variant zou kunnen zijn van in de rats (ratjetoe) zitten, in de pekel zitten en in de soep zitten (F.A. Stoett geeft nog meer varianten). Het WNT noemt ook de variant in den poepzak zittenPoepzak is misschien een vervorming van piepzak, die ontstaan is onder invloed van zegswijzen als in de schijt, in de stront en in de stinkerd zitten.

Het WNT geeft daarnaast een heel andere verklaring voor de herkomst van in de piepzak zitten: het zou ook om het woord pijpzak kunnen gaan, dat ‘doedelzak’ betekent, “daar de doedelzak bij het bespelen samengedrukt wordt, en wie daarin zit het dus benauwd moet hebben”. Het Groot Uitdrukkingenwoordenboek en F.A. Stoett vermelden deze mogelijkheid ook.

Een vergelijkbare zegswijze is in de penarie zitten, waarmee ook wordt uitgedrukt dat iemand in moeilijkheden zit.