blog | werkgroep caraïbische letteren

De Balinese dichter Tan Lioe Ie: ‘Gedicht in muziekvorm wordt poëziemuziek – Twee worden dan één’

door Charles Chang

‘De dichter is het gedicht! Tan Lioe Ie bezig zien en horen is een sensatie. Al je zintuigen staan op scherp, want je ziet, hoort, proeft, ruikt en vooral begrijpt waar het over gaat, ook al versta je geen woord omdat je zijn taal niet kent.’ Dit zegt Cynthia Mc Leod van de Balinese dichter Tan Lioe Ie in haar voorwoord bij Nacht van de Lampionnen. In 2008 werd deze bundel van het Indonesisch vertaald naar het Nederlands en uitgegeven door Conserve. Zijn eerste bundel heette We are All One, die in 1996 in het Engels werd vertaald en uitgegeven in Bali.

Tan, nu 55 jaar, woont vanaf zijn geboorte in Denpasar, de hoofdstad van Bali, en behoort tot de derde generatie van zijn familie in Indonesië. Zijn vader en moeder zijn respectievelijk geboren in Bali en Zuid-Sulawesi. Zijn grootvader komt uit Hainan, een eiland dicht bij Hongkong dat aan China toebehoort. Tan is goed op de hoogte van zowel de Chinese als Indonesische cultuur en tradities – in het bijzonder de Balinese, die is gebaseerd op de Javaanse hindoereligie. Wellicht is hij een van de eerste Chinees-Indonesische dichters die door middel van zijn poëzie uitdrukking geeft aan zijn etnische achtergrond. In zijn actieve jaren als beoefenaar van de pencak silat, was hij meer geïnteresseerd in de filosofische kant van deze gevechtkunst. Tans oom, Amir Syamsudin, is een van de bekendste advocaten van de archipel en zit momenteel in de regering als minister van ‘Law and Human Rights’. Zijn zoon maakt als volksvertegenwoordiger deel uit van het parlement.

Leeuw

Als gastartiest op het Winternachtenfestival in 2006 kreeg Tan de gelegenheid om zich te presenteren in Suriname met gedichten uit zijn eerste bundel. De lokale media doopten hem toen om tot ‘de Leeuw van Bali’. Het literatuurminnend publiek dat doorgaans gewend is aan rustige voordrachten, maakte toen voor het eerst kennis met de dynamische wijze waarop deze dichter zijn werken voordraagt. Tan doet het niet alleen op een sterk verhalende manier, hij beweegt ook het hele lichaam om meer expressie te geven aan zijn woorden. Niet zelden leidt dit tot explosieve momenten die het publiek geboeid houden. Zijn lange haar, een typisch kenmerk van Balinese mannen, draagt een steentje bij aan het eigenzinnig optreden. Hiermee maakte Tan ook furore in Kaapstad en Durban, tijdens het Winternachtenfestival in Zuid-Afrika. Eerder trad hij op in Den Haag, Parijs, Hobart (Tasmanië) en als laatste Berlijn. In eigen land heeft Tan meermaals op talloze plaatsen voor literaire sensaties gezorgd. Soms solo, en anders met muzikale begeleiding. Voor een eilandbewoner als Tan komt de zee vaker terug in zijn gedichten.

Bali PM

Ondertussen is de naam Winternachtenfestival veranderd in Writers Unlimited om zo het aanbod aan schrijvers op dit festival te vergroten. Daarvóór was het een vereiste dat ze afkomstig moesten zijn uit een van de voormalige koloniën van Nederland.

Bij zijn voordrachten gaat het niet altijd om eigen werken, Tan draagt ook gedichten voor van Umbu Landu Paranggi en Frans Nadjira – zijn guru’s. Andere dichters voor wie hij bewondering heeft zijn: Pablo Neruda, Octavio Paz, Arthur Rimbaud en Paul Celan.

Gezien het grote tijdverschil tussen de twee bundels is het niet verwachtbaar dat Tan, bijgenaamd Yokki, op korte termijn met een derde bundel uitkomt. ‘Ik hou mij nu meer bezig met poëtische muziek’, geeft hij als reden. De Balinees houdt van cross genres(fusie van twee of meer muzieksoorten) en zet daarbij zijn gedichten om in muziekvorm. Samen met zijn band Bali PM, de twee letters staan voor Puisi Musik, houdt hij op deze manier zijn voordrachten. ‘Niet alleen voor jou, maar zelfs voor de Indonesiër zijn ze moeilijk te begrijpen’, zegt hij over zijn diepzinnige gedichten in het Bahasa Indonesia, de officiële taal van het land. Om het dan beter verteerbaar te maken, haalt Tan muziek erbij. ‘Twee worden dan één!’ concludeert hij. De dichter die van jongs af de klassieke gitaar beheerst, noemt het geen muzikale poëzie, maar poëziemuziek, ‘want poëzie is uit zichzelf al muzikaal, omdat het rijm en typografie heeft. Een gedicht vraagt reeds naar een eigen muziekvorm en omgekeerd ook. Je kan het niet forceren en in een andere muziekvorm zetten, anders haal je de spirit eruit.’

Spirit

Bali PM maakt deel uit van Bali Blue Island, de ‘blues community’ van het eiland. Daarmee heeft Tan landelijk talloze malen opgetreden en de mensen weten te raken. ‘Want muziek is assertief – al begrijp je de woorden niet, de klanken ervan maken de connectie. Je kan woorden ook niet scheiden van geluid en gedicht. Frans Nadjira zegt ook dat het bij woorden niet alleen gaat om de betekenis, maar ook om de spirit en klanken. Mantra’s, bijvoorbeeld, hebben al een spirit en eigen klank. Je kan deze woorden niet vertalen, de werking is niet hetzelfde.’

Zijn definitie van muziek is ‘management of the sound’, bepalen hoe hard of zacht, hoog en laag het geluid moet zijn. Maar een schrijver als Tan houdt nooit op met schrijven. Naast muziek is hij toch bezig met het maken van nieuwe gedichten. ‘Ik hoop dat het rauwe materiaal voor mijn nieuwe boek af is tegen het eind van het jaar. Daarvoor moet ik meer onderzoek doen en informatie verzamelen over de klassieke Chinese vierlijn-gedichten, beter bekend als Qihu. In mijn voorgaande bundels had ik het over broederschap, sociale kritiek op onrecht en milieu en verder alles wat te maken heeft met het menselijk bestaan, zoals liefde, tijd en het universum. Deze thema’s komen terug in mijn derde bundel, nu met de Chinese tradities als een belangrijk deel van de inhoud om deze hernieuwde kracht te geven.’

[naar een interview door Charles Chang met Tan Lioe Ie op Bali, mei 2013)

Tan Lioe Ie: Nacht van de Lampionnen. Gedichten vertaald uit het Indonesisch door Linde Voûte. Schoorl: Uitgeverij Conserve, 2008. ISBN 978-90-5429-261-6

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter