blog | werkgroep caraïbische letteren

De 19de-eeuwse Sint Nicolaas en zijn moor

door Marleen de Vries

Logisch dat het sinterklaasfeest is uitgegroeid tot splijtzwam in het debat over nationale identiteit. Het feest werd in de negentiende eeuw geïntroduceerd om een nationaal gevoel te creëren en dat lijkt uitermate goed gelukt. Hoe zat het ook al weer?

Sint Nikolaas en zijn knecht / door J. Schenkman. – Amsterdam : J. Vlieger, 1880. – [20] p., 16 bl.pl. : gekl. lith. ; 20 cm. – Platen gedrukt bij S. Lankhout & Co., ‘s Hage (voorplat)Om iets te begrijpen van Sint en Piet moet je even je eenentwintigste referentiekader uitschakelen en doen alsof je een negentiende-eeuwer bent. Dan zou je meteen opvallen dat Sint in het kinderboekje van Jan Schenkman voortdurend wordt toegesproken als bisschop. Huh? Raar, want je kende Sint als een gewone oude man met baard. Ooit, in de middeleeuwen, was hij natuurlijk wel bisschop, maar na de Tachtigjarige Oorlog kon dat in de protestante Republiek niet meer. Dit alles veranderde in 1795. Revolutionairen riepen de Bataafse Republiek uit en in een nieuwe grondwet kregen alle godsdiensten eindelijk gelijke rechten. Katholieken konden dus uit hun schuilkerken komen en Sint mocht weer over de daken rijden als bisschop. Ook kreeg hij er rond die tijd een heel belangrijke, verbindende rol bij. Waarom? Omdat Nederland sinds 1795 voor het eerst een eenheidsstaat geacht werd te zijn. Alleen, hoe smeedt je zeven voormalig soevereine provincies tot één land? Door tradities uit te vinden, want als iets bindt, dat wisten ze toen ook al, dan is het een gemeenschappelijke cultuur en een nationaal gevoel. Het sinterklaasfeest leende zich goed als nationaal bindmiddel, omdat het, in tegenstelling tot carnaval, in álle provincies werd gevierd.

Sint Nikolaas-vertellingen voor de jeugd / door C. van Schaick. – Schiedam : Roelants, [1849]. – 86 p, [6] bl. pl. : ill. ; 24 cm. Dominee Cornelis van Schaick schreef verder o.m. de roman De manja en het Dichtbundeltje voor de Surinaamsche jeugd.

Omdat de middeleeuwen in de eerste helft van de negentiende eeuw werden herontdekt, kregen veel evenementen een middeleeuws kader. Handig om een historische continuïteit te creëren, noodzakelijk voor dat vurig gewenste nationale gevoel. Men verzon dus dat Sint uit het oude katholieke Spanje kwam, waar Nederland anderhalve eeuw deel van had uitgemaakt (‘De koning van Hispanje heb ik altijd geëerd´). Om geloofwaardig te maken dat hij echt uit Spanje kwam, kwam hij aan over het water en had hij een moor bij zich, hét symbool voor Spanje. Nu zouden we een stierenvechter naast de kindervriend zetten. Een moor was een Noord Afrikaanse moslim, in de middeleeuwen de gezworen vijand van katholiek Europa en vooral van Spanje dat hij eeuwenlang had bezet. De moor was toen een overbekend icoon, al sinds de dertiende eeuw afgebeeld met zwarte huid, kroeshaar, volle lippen en oorringen. Als ‘gaper’ hing hij bij apotheken, maar hij stond ook op de vlag van Sardinië en kwam voor op stadswapens in Duitsland en Zwitserland, landen zonder een koloniaal, maar met een katholiek verleden. Dat deze zwarte knecht geen slaaf was, zag iedere negentiende-eeuwer onmiddellijk. Een slaaf werd altijd naakt of met een piepklein lendendoekje afgebeeld.

Sint en Piet waren in essentie dus door en door religieus. De intocht – soms met engelen – groeide van lieverlee uit tot een soort seculiere variant van een katholieke processie (echte processies bleven tot 1983 verboden). Niet de discussie over de afschaffing van de slavernij inspireerde Schenkman, vermoedelijk eerder de felle maatschappelijke discussie over het herstel van de bisdommen in 1853. Sommige gereformeerde gemeentes hebben tot in de jaren zeventig van de twintigste eeuw geprotesteerd tegen de, in hun ogen, te katholieke intocht. Als compromis liet men een tijd lang het kruis weg op Sints mijter. Ik verzin dit niet. Het feest was toen al zo geseculariseerd dat het de verzuiling makkelijk overleefde. Religiegeschiedenis en nationaal gevoel is waar we naar kijken mensen. Die maken al een paar eeuwen deel uit van onze genen, dus worden niet zo snel opgegeven.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter