blog | werkgroep caraïbische letteren

Dankwoord Michael Tedja bij het ontvangen van de Sybren Polet-prijs

Op donderdag 18 november 2021 ontving Michael Tedja in de Zuilenzaal van het Amsterdamse Felix Meritis de Sybren Poletprijs. Er was in het door Chris Keulemans gepresenteerde programma een voordracht van de Amsterdamse stadsdichter Gershwin Bonevacia, er was een laudatio van Annelies Verbeke en juryvoorzitter prof. Jos Joosten las het juryrapport voor. Michael Tedja sprak een dankwoord uit, waarvan de tekst hieronder staat. Daaronder het videoportret dat van Tedja werd getoond tijdens de prijsuitreiking.

Dankwoord Sybren Polet prijs

Mijn dank gaat uit naar Sybren Polet en zijn vrouw Cora Polet voor het in het leven roepen van deze bijzondere prijs. Een van de mooiste Nederlandse literaire prijzen, vind ik.

Sybren Polet schreef tegendraadse literatuur, zoals hij ooit schreef. Daarmee bedoelde hij dat de zogenaamde zuiverheid die toentertijd breed aangehangen werd moest worden doorbroken, om het geheel literatuurkrachtiger te maken. Complexe gedachtegangen die inzichtelijk gemaakt zijn. En het is deze paradox die zijn kunst herbergt en die ik als normaal beschouw.

Michael Tedja bij zijn dankwoord.
Foto Michiel van Kempen

Ik houd van zijn kritiek en strijdvaardigheid. Voorbeeld: Politici die in het publieke debat de belichaming zijn van het samensmelten van het persoonlijke en het politieke, op een verkeerde manier. Hun woorden zijn niet donorwaardig, zou Polet gezegd hebben. Waarom? Als de politicus iets niet begrijpt raakt hij gefrustreerd. Hij wil macht. Als de dichter iets niet begrijpt komt die tot leven. De politicus denkt zelf dat hij een gedicht schrijft. Want letters zijn toch letters? De politicus is letterlijk. De dichter geletterd.

De politicus die vermomd als dichter overal recht op denkt te hebben. Polet noemt dat in zijn bundel Donorwoorden (uit 2010) ‘spooktaal’. “…wandelend standbeeld met een hoog geconcentreerd zelf. Zijn mondtaal een horizontale toren van Babel, uitgestrekt over de aarde. Spooktaal. Alleen schimmen komen erin tot leven… En verlangen – jij – naar het wits denkbare wit. En verdwijnen – jij – in een onbekende dimensie.” De toren van de meertalige wereld is geen spraakverwarring. Nee, je moet durven denken. Dichten is een ‘Playback show’, staat er verderop. Geen imitatie. Terugspelen. Reflecteren. Kaatsen. Weerkaatsen dat wat nodig gezegd moet worden.

In 1962 schrijft Polet nadrukkelijk dat hij strijdvaardig door het leven wil gaan. In de bundel Metaconcrete poëzie komt een man voor die graag een zoon voort zou brengen waarin de polyfonie vertegenwoordigd is.

Ik zing de Synthetische Mens, ha, ik zing
als de synthese tussen bokser en dichter,
als de synthese tussen de ene dichter en de andere dichter
en hun ideaal dat een bokser is;-
als een synthese tussen een man als nationaliteit
en een zoon waarin alle nationaliteiten vertegenwoordigd zijn.

Achteraf gezien waren de metaconcrete zinnen misschien een reactie op nationalistische politici die mensen wilden onderscheiden op basis van kleur en afkomst. In Donorwoorden staat onder ‘Nocturniade’ “De a van a-mens.” Afgeleid van het woord ‘amen’. Zouden er in dit universum ook b-mensen bestaan? ‘Holocaust van evenbeelden.’

Michael Tedja, ontvangt de prijs, groot 35.000 euro, uit handen van de voorzitter van de Stichting Sybren Polet-prijs, Jan van der Grinten. Links juryvoorzitter Jos Joostens. Foto Michiel van Kempen

Tegen de stroom in. Dat heeft Polet altijd gedaan. Toen hij de tachtig gepasseerd was begon het dichten pas echt, volgens hem. Alle dichten is dichten van beginners, schreef hij. Want er is geen uitputting waar veel is om op te hopen, veel om naar toe te werken, en waar het dromen en lijden niet is vervuld, of ingelost. Het is duidelijk. Het is schitterend. Polet wilde geen goede maar briljante poëzie die (en dit is een zin uit mijn eigen poëtica) “Over de consequenties van de pijn ging, waarin alle dingen ontstonden en waarmee fictie werd gemaakt. Door en door diaspora.”

Ik dank mijn uitgever Willem Desmense, iemand waar ik het erg goed mee kan vinden op zowel vaktechnisch gebied als op het persoonlijke vlak. ‘Studeren en zelfstandigheid,’ dat waren vader (zelf therapeut) en moeder (intern begeleidster) die jullie hoorden. Mijn vriendin Miek (prachtig geschreven en geïllustreerde kinderboeken). De Kleine Lettertjes voor de organisatie van deze middag. De immer fantastische schrijfster Annelies Verbeke. Al mijn collega’s uit de literatuur en de beeldende kunst hier aanwezig.

Dank aan de jury en het bestuur van de Polet stichting voor deze meer dan fantastische bekroning op een oeuvre van meer dan vijfentwintig jaren schrijven. De volgende gaat naar Annelies Verbeke, of Christine Otten, Hannah van Binsbergen, Nadia de Vries, Johan Herrenberg, Han van der Vegt, Maarten van der Graaff, Samuel Vriezen… ik vergeet namen maar het punt is gemaakt. Het Nederlandse taalgebied is gezegend. Het zit wel goed met de Polet prijs voor de komende jaren.

Michael Tedja. Amsterdam, 18-11-2021.


Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter