blog | werkgroep caraïbische letteren

Crisis Trilogie I: Sociale rechtsstaat

door Henry Does

Als het geld regent op de rijken, zal het ook neerdruppelen op de armen. Zo luidt het adagium van de trickle-down theorie en in het verlengde daarvan, het sociaal blinde no-pain-no-gain crisisrecept. Fiscaal worden kapitaal, grootgrondbezit en vermogenswinsten ontzien en gefaciliteerd, op kosten van de arbeid en sociale zekerheid. Broodnodige belastinginkomsten voor sociale programma’s komen te ontvallen. De regering definieert zichzelf als  ‘pro-business‘.

Protestdemonstratie bij het kabinet van de vicepresident.
Op de voorgrond, Sergio Gentle, een van de leiders van de
Organic Movement. (Foto: Ranu Abhelakh)

Daarmee verwart zij doel en middel. Als het doel van economische bedrijvigheid niet pro-samenleving is, dan vervagen de grenzen tussen bonafide en malafide kapitaal, al dan niet ‘fresh’. In een klein ontwikkelingsland, waarin het economisch stelsel meer weg heeft van crony capitalism (vriendjes kapitalisme) dan van een vrije markteconomie, geldt dat des te meer. Al snel loert om de hoek het gevaar van de symbiose tussen eigenbelang politici en voor-wat-hoort-wat sponsoren. Vriendjespolitiek als bestuurlijke vormgeving markeert de doelverschuiving van de staat.

Niet het publieke belang, maar cliëntelisme, baantjesjagerij, grondspeculatie, snoepreizen en electorale scoringsdrift, overwoekeren non transparante agenda’s. De aanslagen op koopkracht en bestaanszekerheid van de arme bevolking, van draconische devaluaties tot woekerprijsstijgingen, alsook de onderfinanciering van gezondheidszorg en onderwijs, staan haaks op het solidariteitsbeginsel van een sociale crisisaanpak waarbij de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Verpaupering als collateral damage accepteren is contraproductief. Zij geeft chronische stress door bestaansonzekerheid en wanhoop. De maatschappelijke kosten en het existentieel lijden in de vorm van psychische en lichamelijke ziekten, arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, schooluitval, huiselijk geweld, seksueel misbruik en criminaliteit, overtreffen de baten voor de overheidsfinanciën ruim. De Vereniging van Economisten in Suriname (VES) wees in een brandbrief aan president Chan Santokhi (Starnieuws 18 juli 2022) op het ontbreken van een ‘functionerend subject subsidiestelsel, waardoor de meest kwetsbaren..niet de effectieve ondersteuning krijgen’. De chirurg opereerde zonder verdoving! De hartverscheurende pijn van de patiënt ontstak het vuur van de sociale burgerrechtenbeweging Organic Movement.


Artikel 6
Zoals de internationaal dalende grondstofprijzen geen rechtvaardiging vormden voor het ‘financieel-economische wanbeleid van de regering Bouterse’ (VES in Starnieuws 18 juli 2022), zo kan een asociale crisisaanpak niet worden goed gepraat met de verwijzing naar de bestuurlijke erfenis van de onnodige en ontwrichtende schuldencrisis. Onderscheid tussen objectieve en subjectieve factoren is nodig om de aangrijpingspunten voor oplossingen te kunnen vinden.  Ons gemeenschappelijk, normatief referentiekader voor de subjectieve factoren, voor program en actie – ook in crisis – is beschreven in de grondwet.

Artikel 4 beschrijft waar de zorg van de staat op gericht moet zijn. Het noemt onder meer de bestaanszekerheid van de gehele bevolking, voldoende werkgelegenheid onder garanties van vrijheid en gerechtigheid en oriëntatie op een rechtvaardige samenleving. Artikel 6 beschrijft de sociale doelstellingen van de staat. Het schrijft onder meer een politiekvoering voor die gericht is op welzijn en welvaart van de samenleving gebaseerd op sociale rechtvaardigheid. Het stipuleert een rechtvaardige verdeling van het nationaal inkomen gericht op een rechtvaardige spreiding van welzijn en welvaart over alle lagen van de bevolking. Artikel 26 schrijft voor dat eenieder recht op werk heeft.

Bovenstaande verwijzingen naar de sociale grondwetsartikelen zijn niet uitputtend, maar illustratief voor het feit dat in de grondwet naast de klassieke grondrechten, ook sociale grondrechten staan beschreven. Die grondwettelijke sociale burgerrechten maken de republiek Suriname tot een sociale rechtsstaat. In het licht van het voorgaande zou de sociale burgerrechtenbeweging als een constitutionele beweging kunnen worden opgevat, terwijl de sociaal onrechtvaardige no-pain-no-gain crisisaanpak als strijdig aan artikel 6 van de constitutie zou kunnen worden begrepen, als niet passend in een sociale rechtsstaat. Armoede en sociale ongelijkheid zijn bovendien in het post-koloniale en post-dictatoriale Suriname niet kleurenblind. Toename van verarming en sociale ongelijkheid ondergraaft ook de constitutioneel bepleitte nationale eenheid.


‘Kink in de geschiedenis’

Actieleider en politieman Sergio Gentle opperde een kritische gedachte: ‘Elke keer is er een knik, een kink in de geschiedenis van Suriname.’ (Starnieuws 20 juli 2022). Zijn intrigerende observatie zou kunnen worden aangevoeld als een verzuchting over de niet-lerende pur’ bruku, wer’ bruku bestuurscultuur. Het zou door de filosofische bril kunnen worden gezien als agendering van het belang en de kracht van continuïteit. In het streven naar verandering niet met het badwater, het kind weggooien. Fouten verbeteren zonder het goede te verkwanselen. Voor die lerende weg biedt een democratische grondwet cruciale verkeersborden, opdat wij al zoekend naar de juiste weg niet tegen elkaar opboksen. Meer dan in de morele wildernis en willekeur van het recht-van-de-sterkste,  kunnen we met respect voor letter en geest van de grondwet de ‘kink in de geschiedenis’ voor zijn, want continuïteit huist in vreedzaamheid.

Henry Does is essayist en sociaal geneeskundige

[Eerder verschenen op Starnieuws, 24 juli 2022; aangeboden aan CU door de auteur; vervolg, klik hier.]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter