Corly Verlooghen – De vuurgrens
Zo dans ik op de vuurgrens
mijn bronzen voeten van het verwijt
de tomeloze speelse eeuwigheid
mijn handen met hun simpele tred
nog vóór de offerande mat gezet
maar toch blijft onvergankelijk
de mond die aan de nacht zijn
laatste glimlach schenkt en
aan de kinderen het geleidelicht
dat op de oever van de stilte wenkt
zo dans ik op de vuurgrens
blindelings het evenwicht
en beid de smeulende zomer
van het ondoorwaadbaar licht.
[uit Dans op de vuurgrens]