blog | werkgroep caraïbische letteren

Chinto Erasmus’ herinneringen

Herinneringen hebben en kiezen welke te schrijven. Voor wie zijn ze de moeite waard? Chinto Erasmus (1912-1998) had besloten zijn herinneringen – in het Papiamento van Aruba – op te schrijven voor zijn kinderen en kleinkinderen. Zijn dochter Etty heeft de volgeschreven bloknoten uitgetikt voor de andere familieleden. Toen enkele taalkundigen er lucht van kregen, hebben ze Etty kunnen overhalen om de inhoud voor een algemeen publiek beschikbaar te maken. Zo is de autobiografie Mi memorianan, Aruba di antaño segun Chinto Erasmus vorig jaar (2019) gepubliceerd bij uitgeverij Charuba.

door Jeroen Heuvel

Op 18 maart 1990 is, tijdens de viering van de Arubadag in de wijk Tanki Leendert, Hyacinthus Thomas Erasmus, beter bekend als Chinto, gehuldigd. Hij had veel betekend voor deze wijk in het bijzonder en voor Aruba in het algemeen. Hij had de eerste voetbalclub in 1937 opgericht en iets later meisjeskorfbal geïntroduceerd. Hij had het eerste onderkomen voor de Aurora kleuterschool van Tanki Leendert gesticht en voor de basisschool Colegio Ora Ubao. Hij heeft zich vanaf 1937, het begin van het ontstaan van de beweging rond Henny Eman, bekend als de groep ‘Hennista’ – hieruit is de Arubaanse Volkspartij Partij ontstaan – hard gemaakt voor de status aparte van Aruba en vanaf 1964 heeft hij zich met veel toewijding ingezet voor de verspreiding van de blijde boodschap via de katholieke beweging.

Tijdens de uitreiking van een plakkaat van verdienste poseren vlnr minister Charro Kelly, premier Nelson Oduber, Chinto Erasmus, minister Hendrik Croes en Toni Dijkhoff, voorzitter van Centro Juvenil Tanki Leendert. (Amigoe 22 maart 1990)

Hij is enkele malen in Curaçao geweest. Hier heeft hij onder meer eind jaren 80 als vrijwilliger meegebouwd aan een groot centrum voor verslaafden, bij Mount Pleasant, van de Pinkstergemeente.

Het boek beslaat ruim 200 bladzijden. Het kan interessant zijn voor taalkundigen. Welke woorden waren toen in zwang, hoe groot was zijn woordenschat? De beroemde Arubaanse taalkundige PhD Joyce Pereira heeft de spelling gecontroleerd en de leesbaarheid van de tekst aangepast aan de verwachtingen van de huidige lezer. Het is interessant om het Papiamento van Aruba te vergelijken met het Papiamentu van Curaçao, soms wordt een woord anders gespeld, ‘regaldo’ in Aruba is ‘regalo’ in Curaçao, ‘mainsh’i rabo’, in het boek ook gespeld als ‘mainshi rabo’ (dus zonder apostrof, p 20 en 21) is de term voor kleine maïs, ‘sorghum vulgare’, die in Curaçao ‘maishi chikí’ heet. Soms is een woord in het regiolect van Aruba wel netjes, als Chinto achterop de ezel zit, ‘riba sanca di burico’ in Curaçao klinkt ‘sanka’ vulgair, vergelijkbaar met ‘achterste’ en ‘gat’. Soms zijn er woorden in het Arubaans, zoals ‘klom’ in de uitdrukking ‘un barco un poco klom’ (p 103), die in het Curaçaos naar mijn weten niet voorkomen, hoewel het in dit geval een kwestie kan zijn van een archaïsme, een verouderd woord. Er staan verschillende drukfouten in, bijvoorbeeld wanneer een citaat wel met aanhalingstekens wordt geopend, maar niet wordt afgesloten. Het is mij (nog) niet duidelijk waarom soms twee spellingen van een woord door elkaar worden gebruikt, bijvoorbeeld ‘Corsou’ en ‘Curaçao’ (p 97).

Een tekening van de hand van Augusto Kelly, aan Philip ‘Fifi’ Rademaker voorgelegd als voorbeeld voor de illustratie op de kaft.

Ook andere taalkundigen, het echtpaar Florimon en Igma van Putte-de Windt, beroemd van het groot woordenboek Papiaments-Nederlands en vice cersa, de basiscursus Papiaments Dòsplak’i boka en het handboek grammatica hebben de dochter van Chinto, Maria Hedwigis, beter bekend als Etty gestimuleerd om het manuscript te publiceren en hebben de redactie ervan gevoerd. Chinto gebruikt ‘ella’ voor de derde persoon enkelvoud, vrouwelijk dus ‘zij’ en meestal ‘el’ voor de derde persoon enkelvoud, mannelijk dus ‘hij’, maar soms staat er ook ‘e’ (p 15, 16 en 171), wat in Curaçao de gewoonte is. Een ander boeiend geval is de uitgang -ele als er naar een meewerkend en een lijdend voorwerp wordt verwezen, maar soms is er alleen een lijdend voorwerp mogelijk, maar wordt toch -ele gebruikt. De taalkundigen zijn er nog niet over eens of het wel of niet correct taalgebruik is; feit is dat het door heel veel mensen gebruikt wordt. Voorbeelden zijn ‘puntra p’ele’ (p 106) te vertalen met ‘naar iemand vragen’ en ‘cu nele’ (p 207) waar zoiets bedoeld wordt als ‘met hem’. In dit laatste geval gaat het trouwens niet om een object (zinsontleding) maar om een voornaamwoord (woordbenoeming).

Dochter Etty, die het manuscript heeft uitgetikt en de inleiding en een bijlage heeft geschreven, op de ezel, naast Chinto, omstreeks 1962

Wellicht hebben etnologen en cultureel antropologen ook interesse in dit soort uitgebreide herinneringen in verband met de beschrijving van mentaliteit en moraliteit in die geschiedenisfase en de gedragingen van bepaalde bevolkingsgroepen. 

Chinto en Tony Dijkhoff op een huwelijksfeest in of omstreeks 1932.

De schrijver is begonnen met zijn herinneringen vanaf zijn geboorte, in 1912, en in de eerste 88 bladzijden beschrijft hij zijn eerste twaalf levensjaren. Dit eerste deel van het boek vind ik taai. De schrijfstijl is heel beperkt, in de zin van ‘en toen en toen en toen’, een beetje zoals kinderen van die leeftijd kunnen vertellen. Misschien zou hij hier hebben willen noteren hoe een kind van die leeftijd kan denken. Het is, zover ik weet, niet meer na te gaan.

De inhoud is het tegengestelde van saai. Chinto groeit op in een tijd en in een gezin waar er heel weinig geld is, weliswaar hebben ze een akker, maar in tijden van droogte is de oogst summier. In 1917 waren de schapen van opa Luis gestorven of geslacht, de yucca en de zoete aardappel groeide helemaal niet meer en er ontstaat een schaarste aan maïs. Al op jonge leeftijd moet Chinto helpen met onder meer hout sprokkelen en het onkruid wieden. Vader gaat naar Cuba voor werk in de suikerrietkap. Chinto mag wel naar de lagere school, maar na de lagere school wil de teruggekeerde papa dat hij thuis mee helpt.

Van wie lezen we graag herinneringen, van sterren, voorouders of inspiratoren? Herinneringen hebben of denken te hebben. Herinner je je het zoals het is gebeurd, is het wel echt gebeurd of is het een fantasie; herinner je je het omdat het verhaal vaak is verteld door iemand, of door foto’s? 

Chinto lijkt iemand te zijn die het zich herinnert zoals het gebeurd is. Als hij 7 jaar jong is, sterft zijn moeder. Op 9-jarige leeftijd gaat hij als verstekeling mee, met de boot waarop zijn vader ook zit, naar Curaçao. Hij wordt misdienaar. Als zijn vader weer naar Curaçao gaat om geld te verdienen, moet hij op Aruba blijven, vanwege school. Hij verblijft bij een tante. Als zijn vader hertrouwt gaat Chinto bij zijn stiefmoeder en hem wonen. In de begintijd van de Lago-raffinaderij slacht zijn vader varkens en koeien voor de werknemers van Lago.

Kaft van het boek geschilderd door Philip ‘Fifi’ Rademaker, vriendelijk doch uitdrukkelijk door de nabestaanden van Chinto verzocht om uit te gaan van een illustratie die Augusto Kelly voor Chinto had gemaakt.

Als Chinto 13 is, is er geen plaats meer voor hem op school en dat komt zijn vader goed uit, want nu moet Chinto ook geld in het laatje brengen door buitenshuis te gaan werken. Langzaam maar zeker trekt de economie op Aruba aan en ook de Erasmussen profiteren hiervan. In 1929 vertelt hij over Chita. Hij is namelijk net weer naar Curaçao gegaan, heeft daar drie maanden gewerkt, zonder dat men op Aruba van te voren hiervan op de hoogte was. Zijn vader heeft de politie zelfs opdracht gegeven Chinto, desnoods onder dwang, terug naar Aruba te brengen. Zo gezegd zo gedaan. Chinto heeft een geluidsplaat gekocht als cadeau voor Chita, maar zij ziet hem nauwelijks staan, zo verbitterd is ze dat hij zo lang is weggebleven. Als de zus van Chita, Johana, de muziek toch even wil horen, aan de ene kant staat ‘Brisa del Zulia’ en aan de andere kant de wals ‘Curaçao’, dan zijn de zussen blij verrast. Chita vraagt hoeveel zo’n plaat kost op Curaçao, omdat ze hem voor de plaat wil betalen. Chinto is beledigd want hij heeft het als ‘regaldo’ voor háár bedoeld, dus hij wil de plaat terugnemen naar huis, maar Johana wil het wel graag accepteren, als present.

Chinto toen hij ongeveer 85 was, foto uit ongeveer 1997.

Rond zijn 20ste loopt hij, als zoveel adolescenten, een beetje met zijn ziel onder zijn arm, maar als hij 24 is, breekt het moment van het huwelijk toch aan. Een jaartje later vieren ze de geboorte van het eerste kind, een zoon. Helaas leeft deze Anselmus niet langer dan een half jaar. Het echtpaar krijgt in totaal zeven kinderen, waarvan vier dochters. De tweede zoon sterft jammer genoeg binnen twee maanden na de geboorte, de derde sterft door een verkeersongeluk, op 25-jarige leeftijd. Voor het huwelijk had Chinto al twee zonen bij verschillende vrouwen.

Het echtpaar Chita en Chinto Erasmus, omstreeks 1969

Chinto gaat in 1965 met pensioen, de 53-jarige heeft de laatste jaren bij Lago gewerkt. Na zijn pensioen blijft hij veel vrijwilligerswerk doen voor zijn buurt, Tanki Leendert, zoals het mede mogelijk maken van de bouw van een kerk, hij werkt voor de onafhankelijkheid van Aruba, Betico Croes komt kennis met hem maken en hij creëert de voorwaarden voor de jeugd om te sporten.

Op het eind van zijn autobiografie schrijft Chinto met gevoel voor zelfkennis dat hij een en ander op een eenvoudige manier, zonder veel scholing te hebben genoten, heeft neergepend. Maar hij heeft het wel willen conserveren voor zijn nageslacht, indachtig zijn opa die hem had voorgehouden dat levenservaring waardevol is en dat de waarheid altijd komt bovendrijven. Ik moet denken aan de spreuk van mijn vader in zijn ex-libris: Eenvoud is waarheid.

Uit: Antilliaans Dagblad, 28-3-2020

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter