blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

‘Chinezen zijn onze broeders en zusters’

door Jerry Dewnarain

Er gaat bijna geen dag voorbij zonder dat er in de krant een artikel staat over de Chinese economie. Ook verschijnen er boeken over dit land met zijn wereldwijd toenemende macht op zowel economisch als politiek gebied. Zo een boek is China en Europa. Waar twee werelden elkaar raken, geschreven door Fokke Obbema.

China is hard op weg een economische grootmacht te worden. Het land werd in 1949 een centraal geleide economie onder leiding van Mao Tse-Tung/Mao Zedong. Mao baseerde zijn idee op de communistische ontwikkelingen die hadden plaatsgevonden in Rusland. Vijfjarenplannen werden ingevoerd, die waren gericht op de zware industrie. In 1958 begon de tweede fase. Toen werd de agrarische sector aangepakt. Dit project wordt de ‘Grote Sprong Voorwaarts’ genoemd. Toen het ombouwen van een planeconomie naar een vrijemarkteconomie begon, ging dit niet zonder problemen. De vrije markt werd hersteld en privébezit was weer toegestaan. Buitenlandse investeringen werden mogelijk en er werd gewerkt aan vrijhandelszones.

De geschiedenis tussen Nederland en China gaat heel lang terug. Misschien mede daardoor hebben grote Nederlandse ondernemingen al vestigingen in China. China heeft een relatief gunstige concurrentiepositie. Dit is het gevolg van het feit dat China een enorm arsenaal aan goedkope arbeidskrachten heeft. Ook is men in China goed in het kopiëren van ideeën en producten. Het land heeft voorts een goedkope munt en een enorme interne afzetmarkt. Als het gaat over de strijd om grondstoffen zijn Europa, China en andere economieën concurrenten. Op andere vlakken kunnen ze elkaar versterken.

Obbema’s redenen voor het schrijven van dit boek waren onder andere zijn verwondering over en nieuwsgierigheid naar de onderliggende oorzaken van het westerse wantrouwen ten opzichte van China. Op de achterflap van zijn boek stelt hij dan ook de vraag of Europeanen werkelijk bang moeten zijn voor China dat de grondstoffen over de gehele wereld aan het opkopen is. Wij weten dat er hier in Suriname ook een aantal bedrijven uit China in de hout- en goudsector aanwezig is. Chinezen uit China zitten ook in de bouwsector en asfalteren zelfs onze wegen. Op elke hoek van onze straten staat een Chinese supermarkt, soms twee zij aan zij! Chinezen zijn al halverwege de 19de eeuw in ons land gekomen als immigranten, maken sindsdien deel uit van onze gemengde bevolking en hebben zich ook gemengd met anderen, vooral creolen. Dat is een heel andere situatie dan in Europese landen! Maar de ontwikkeling van het China van deze eeuw is hier ook merkbaar!

Het boek bestaat uit drie delen. Zo worden in deel I de banden tussen Europeanen en Chinezen vanuit een historisch perspectief belicht en laat de schrijver zien hoe de tijdgeest, gevoed door de media, een invloedrijke rol speelt in de wederzijdse beschouwing. Het tweede deel behandelt hoe en waar (in Europa en Afrika) beide werelden economisch met elkaar ‘botsen en vervlechten’. Tot slot wordt de relatie vanuit de politiek bekeken. In dit laatste deel toont Obbema onder andere aan dat er veel schort aan de Europese nuchtere feitenkennis over China.

Een sterke kant van het boek is de analyse van de Europese en Chinese cultuur. Het gaat bij internationale betrekkingen immers niet alleen over hoe groot het handelsoverschot is, en wie waar welk belang meent te hebben. De mentale verhoudingen, gebaseerd op eeuwenoude beelden van zichzelf en van elkaar, zijn zeker zo belangrijk. De Europese en de Chinese cultuur zijn beide gebaseerd op het idee dat ze superieur zijn. Daarnaast leeft in China natuurlijk sterk de herinnering aan de Europese bezettingen van gebieden in China gedurende het keizerrijk. Dat die geschiedenis zich niet mag herhalen, is een belangrijke gedachte bij het Chinese handelen.

Obbema is echter positief over de relatie tussen de opkomende economische macht en het oude Europa. De versterkte internationale contacten van ondernemers, studenten, wetenschappers, leiden tot meer kennis van elkaar en tot meer begrip. Dat lijkt een geruststellende gedachte. Of deze intensievere contacten ook daadwerkelijk dit effect hebben op de internationale verhoudingen is een vraag.

De schrijver schept een realistisch beeld van China en legt heel duidelijk uit dat angst voor de Chinezen niet nodig is, maar dat men wel waakzaam moet zijn. De culturele kloof tussen China en Europa is er wel, maar kan overbrugd worden. ‘Een nuchtere houding zou ons sieren. Geen naïef vertrouwen, maar ook geen overgave aan vijanddenken. Kritisch en vasthoudend aan eigen waarden, maar niet achterdochtig.’ (p. 381)

Het boek van Obbema is ook voor Suriname interessant. Ik noem een belangrijk voorbeeld. De debatten over de multiculturele samenleving in Europa dringen zich op. Suriname is een multicultureel land, maar Europa is dat ook! En ook hier draait het net als in Europa om mensen van verschillende culturen, die elkaar met een mengeling van achterdocht en vertrouwen bekijken. Hoe vaak waarschuwen de Surinaamse media niet over de aanwezigheid van grote aantallen Chinezen hier. Op hun sterke positie in de handel is ook veel kritiek. Echter, de mondialisering van de wereld gaat gewoon door. Contacten verbreden en verdiepen zich. Door de toenemende globalisering dient ook Suriname een graantje mee te pikken en Obbema laat zien dat juist die achterdocht geen zoden aan de dijk zet. Wanneer de politiek en de media dat weten te mijden, kunnen uitwisselingen op microniveau doorgaan. Op termijn helpen ze het begrip en het respect voor de positie van de ander te vergroten. Daarmee wordt het fundament voor een vertrouwensrelatie tussen China, Europa en de rest van de wereld gelegd.

Fokke Obbema werkt bij de Nederlandse Volkskrant, waar hij chef van de economieredactie en correspondent voor Frankrijk is geweest. Tegenwoordig schrijft hij als redacteur buitenland over zowel China als Europa en is hij commentator van de krant. Hij reisde gedurende 2011 en 2012 naar tal van Europese landen en naar plaatsen in China. Hij sprak daar met talloze mensen uit de zakenwereld, kennisinstituten, overheidsinstellingen, ngo’s, met journalisten en sinologen.

Fokke Obbema: China en Europa. Waar twee werelden elkaar raken. Amsterdam/ Antwerpen: Atlas/Contact, februari 2013. ISBN 978-90-470-0609-1

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter