blog | werkgroep caraïbische letteren
Categorie: Werkgroepnieuws

Margriet Hoenderdos toonzette werk van Hans Faverey

Première bij lustrum Werkgroep Caraïbische Letteren
Op 6 december, bij de viering van het eerste lustrum van de Werkgroep Caraïbische Letteren, gaat de compositie voor blaaskwintet De lussen van Faverey in de première. De Nederlandse, in 2010 overleden componiste Margroet Hoenderdos schreef dit werk al veel eerder op teksten van de Surinaams-Nederlandse dichter Hans Faverey, en in nauwe samenwerking met de dichter die in 1990 overleed. In het voorwoord van De lussen van Favereyvalt te lezen:‘De compositie bestaat uit 5 maal 9 inzettten, verschillend in samenstelling en verloop. Deze 5 delen worden vrijwel aaneengesloten gespeeld, er is slechts een gezamenlijke adempauze, de concentratie wordt niet onderbroken.
De titel heeft betrekking op Faverey’s vermogen een taalbeweging uit te werpen en deze op kortere of langere termijn terug te halen, zoals een boemerang of dolfijn zijn curve maakt, elegant herneemt en terugkeert met soms zo’n grote kracht en zekerheid dat het uitgangspunt achterwaarts gepasseerd wordt.’Margriet Hoenderdos nam al in 1987 gedichten van Faverey als uitgangspunt voor een compositie gebruikte. Dit is het werk ZICH – wederkerende bewegingen, voor fluit, klarinet, viool, contrabas, harp, mandoline en gitaar.

Daarnaast is het relevant dat De lussen van Faverey het gevolg is van een samenwerkingsproject met Hans Faverey. Het plan was dat beiden, onafhankelijk van elkaar, te werk zouden gaan. Faverey schreef zo in eerste instantie Het ontbrokene, wat later zijn laatste werk bleek te zijn. Margriet rondde haar werk af in december 1990, enkele maanden na het overlijden van Faverey. Anders dan in de oorspronkelijk opzet is in haar compositie geen tekst te horen.

Biografie
Margriet Hoenderdos (Santpoort, 6 mei 1952 – Amsterdam, 14 oktober 2010) was een Nederlands componiste. Zij volgde de studie compositie bij Ton de Leeuw aan het Amsterdams Conservatorium, waar zij ook in de elektronische studio werkte. Daarvoor studeerde zij piano aan het Conservatorium te Zwolle bij Thom Bollen en volgde zij lessen Hedendaagse Muziek bij Jos Kunst. Zij voltooide haar studie compositie in 1985 met het behalen van de Prijs voor Compositie.

Hoenderdos gaf lessen hedendaagse muziek aan de Zwolse muziekschool, waar zij van 1977 tot 1987 tevens een aanstelling had als pianolerares. Sinds 1987 was zij uitsluitend werkzaam als componist. In 1999 stond haar werk centraal tijdens de Rumori dagen. In 2008 beleefden gelijkertijd acht werken van Hoenderdos hun eerste uitvoering in de Witte Dame in Eindhoven. Op 6 mei 2012 gingen postuum vier werken in première in het Bethaniënklooster te Amsterdam.

Composities
Hoenderdos componeerde vooral kamermuziek, maar ook werk voor andere bezettingen, onder meer ter begeleiding van dans- en mimevoorstellingen. Sinds 1990 vormden de maand en het jaar van voltooiing de naam van de compositie. Een onvolledige lijst:
July ’90 voor orkest, uitgevoerd tijdens de Nederlandse Muziekdagen 1990 door het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van Lucas Vis.
December ’91 voor twee es-klarinetten,
Januari ’94 voor slagwerk,
Augustus ’93 voor strijkkwartet, meermalen uitgevoerd door het Quatuor Danel, dat tevens de première van

Maart ’98 voor strijksextet verzorgde.
Februari ’01 voor twee trombones,

December ’02 voor altviool
Januari ’03 voor altviool
Juli ‘03 voor marimba
December ’03 voor bariton en piano
Maart ’05 voor trompet
Oktober ’03 voor bas
September ’04 voor viool
Maart ’05 voor trompet
Mei ’06 voor sopraan, piano, trompet, altviool, marimba en contrabas, op tekst van Bas Geerts. Gecomponeerd voor het Zes Solisten Ensemble,
Juli ’06 voor sopraan op tekst van Bas Geerts
CD’s
Es verjüngt sich nach unten, Guus Janssen – CVCD 8703
December ’91, Michal Marang en Ivar Berix – Next Level Audio Recordings
January ’94, Arnold Marinissen – BVHaast 0503 LC 10235
June ’02, Duo Dubbelduet – SOLClassics sol004
’02, Duo Dubbelduet – SOLClassics sol004
Enkele links

[Informatie gebaseerd op Wikipedia en gegevens van Bas Geerts.]Klik hier voor het gehele programma van 6 december 2013.

UITVERKOCHT / Drie wereldpremières op Vijfde Caraïbische Letterendag

De Werkgroep Caraïbische Letteren nodigt u van harte uit voor de vijfde Caraïbische Letterendag. Voor deze lustrumviering pakken we groots uit met drie wereldpremières.

lees verder…

Cola Debrotlezing 2013: In de straten van de hemel (1)

Over slavernij

door Antoine de Kom
Dames en heren – Kleine aanwijzingen kunnen grote gevolgen hebben. Het antwoord op grote vragen, de oplossing van zware zaken, ligt soms als een bijna toevallige vondst voor het grijpen. Je kijkt er gemakkelijk overheen. Over ingewikkelde kwesties doe je al gauw erg serieus, zo ernstig soms dat je voor je het weet vermoeid en zwaarmoedig raakt. Het is mijn diepste wens dat te voorkomen. Ik wil niets liever dan dat u straks, op deze langste dag van het jaar, opgewekt, verkwikt en vrolijk de zaal verlaat. Maar voordat het zover is, ga ik u het een en ander voorhouden dat te maken heeft met het onderwerp dat onze Caraïbische vrolijkheid almaar blijft bederven. En dat is het onderwerp van, jawel, u raadt het al, ik durf het bijna niet te zeggen: van de slavernij.
Het jaar des Heren waarin wij nu leven, 2013, brengt ons drie belangrijke zaken: een nieuwe paus, de nieuwe koning en de herdenking van 150 jaar afschaffing van slavernij in de Nederlanden. Hoe pak je zo’n jubileum aan? Ik beschouw het probleem van de slavernij voor het gemak maar even als een zware zaak. Ik heb jarenlang zware zaken mogen doen zoals het heet. Ik onderzocht verdachten van ernstige misdrijven. Eigenlijk doe ik dat nog steeds, en deze zaak, die van de slavernij, een misdaad tegen de menselijkheid, is daar een voorbeeld van.

Het eerste wat ik doe als er weer zo’n zware zaak aankomt, dat is: niets. Voorbereiding vereist een kinderlijke ontvankelijkheid en die houd je vast door eerst maar eens niets te doen. Na het nietsdoen, leg ik een nieuw leeg cahier klaar. Ik heb iets met cahiers. In de kelder staat een doos met lege cahiers, genoeg voor de rest van mijn leven. Die voorkeur voor cahiers heb ik van mijn grootvader vaderszijde, Anton de Kom. Hij liet er redelijk veel na. Zijn cahiers maakten indruk op mij. Ik zag ze voor het eerst toen ik nog geen idee had waartoe die zouden kunnen dienen. Ik vergeet nu bijna mijn andere grootvader, die van moederszijde, voor te stellen. Dat was de ambtenaar der directe belastingen Arie Spuijbroek, gelauwerd met de pauselijke eremedaille ‘Pro Ecclesia et Pontifice’. Hij ontving deze onderscheiding vanwege zijn trouwe dienst als belangeloze boekhouder van de parochie. Ik vind het beslist noodzakelijk om dit te noemen, want het is niet goed dat Anton Arie overschaduwt. Arie was in nog iets groot. Zijn humor. En humor heb je broodnodig wanneer je je waagt aan een zware zaak.

Humor is ook een bepalende kracht in de geschiedenis. Churchill had volgens mij veel meer humor dan Hitler. Ziedaar het heilzaam effect van een grapje. Zonder de humor van Churchill zaten we hier te nog te luisteren naar een zoutloos betoog over etnische zuiverheid. Natuurlijk kan humor foute taal niet voorkomen, getuige het woordbraaksel van onze nationale splijtzwam die ik hier gemakshalve aanduid als de man die zijn haar blondeert in de hoop dat niemand ziet welk een hartstochtelijke moslim hij eigenlijk is.
Blond was mijn grootvader Arie zeker niet, die was al jong grijs, en grapte er lustig op los. Ik vrees dat historici aan het onderwerp van de humor in de geschiedenis nog te weinig aandacht hebben besteed. Mijn grootvader Arie leerde mij bijvoorbeeld welk een grote betekenis het zogeheten ‘suikerbeest’ voor het leven heeft. Hij was gek op suikerbeesten, klein en groot. Hij heeft Anton helaas nooit ontmoet, maar ik zie zo voor me hoe die twee een gesprek zouden kunnen hebben gehad over het suikerbeest in de geschiedenis. Anton zou zeker benadrukt hebben dat er achter zo’n suikerbeest heel erg veel leed schuilt, want suiker kwam van de suikerplantage en als je daar als slaaf zat, dan zat je goed fout. Onze voorouders van slavenzijde kwamen van de plantage Molhoop en dat was zo’n suikergeval.
Op dit punt aangekomen, wil ik graag enige afstand nemen van het suikerbeest en de aandacht vragen voor de mens en de slaaf. Althans, de tot slaaf gemaakte persoon, want het gaat hier niet om een gegeven of een natuurlijke toestand. In de tijd die amper 150 jaar achter ons ligt, die nauwelijks 150 jaar geleden ophield, nou ja, formeel ophield, was de meester mens en de slaaf diens werktuig. Sociaaleconomisch gezien zou dat ook in de navolgende periode van de contractarbeid nog steeds zo blijven. De onderlinge verhouding tussen meester en menselijk werktuig is heel oud en zeker niet uniek voor de trans-Atlantische slavenhouderij. Het geval wil echter dat bij deze slavernij de meester doorgaans wit en de slaaf zwart was. Dat zwart-wit heeft nogal zijn stempel gedrukt op etnische verhoudingen in wat ik gemakshalve het Caraïbisch gebied noem. Je moet je even voorstellen: als meester en slaaf dezelfde etniciteit hebben dan is het slavernijprobleem al knap ingewikkeld. Want het lijkt alsof de een alle macht heeft en de ander geen enkele, maar dat is slechts schijn. In het echt raakte de meester namelijk al gauw verslaafd aan zijn slaven en vooral zijn slavinnen.

Dit is een belangrijk punt. Tot dusver heb ik het namelijk niet gehad over het belangrijke onderwerp van de seksualiteit. Het is niet helemaal onbekend, maar bij het lezen van Wij slaven van Suriname, het boek van mijn grootvader Anton dat in 1934 verscheen, werd ik toch weer getroffen dat macht en seksualiteit zo dicht naast elkaar in bed kwamen te liggen. Dat schokte me, zoals een verkrachting je onthutsen kan. Wanneer je in een verkrachtingszaak onderzoek doet, wordt je geconfronteerd met allerlei seksuele details en dan wel te verstaan in een gruwelijk verband van geweld, onderdrukking en destructiedrang.

Ik dwaal af. Terug naar meester en slaaf want daar ligt de wortel van veel ellende. De meester raakt verslaafd. En de slaaf? Wat kan de slaaf doen? Die kan ruwweg twee kanten op, opereren tussen deze twee uitersten: zich onderwerpen en vereenzelvigen met de meester, of, in verzet gaan door weg te lopen of de meester vreselijk vleselijk te laten voelen dat slaven een slavenmacht vormen en daarmee zijn nachtmerrie zijn.
Laten we even goed kijken naar wat er hier gebeurt. De meester wordt het suikerbeest waar de slaaf begerig naar kijkt.
Ik geloof dat we hiermee een belangrijke stap hebben gezet. Het probleem van de ontwikkelingshulp kan van tafel. Het is terloops bloot komen te liggen. Ontwikkelingshulp bestond namelijk uit de douceurtjes van de suikeroom, die alleen maar wilde voorkomen zelf in moreel opzicht te worden opgesnoept. Tegenwoordig zou je spreken van een afkoopregeling.

De slaaf kon zich niet alleen verzetten, hij kon zich ook onderwerpen. Dit is een weg die voor slavinnen nog een afslag bood, namelijk die van de seksuele macht. De meester kon bij de slavin nieuwe slaven verwekken, terwijl de slavin op invloed op de meester kon hopen. Wanneer men zich onderwerpt, al of niet in seksuele verhouding, dan leidt dat evenwel, zo weten we, tot een heleboel narigheid. Wie zich onderwerpt, neemt immers nolens volens zijn of haar meester in zich op. Je neemt zijn gewoontes, zijn denken, zijn voelen en zijn gedrag ten dele over. En daarmee raak je, puur om te overleven, jezelf deels kwijt.

Hier hebben we de vervorming, de misvorming van de eigen identiteit, dat wat je in je diepste wezen bent, te pakken. En let wel, de huidskleur is bij dit alles nog niet eens ter sprake gekomen. De huidskleur zorgt ervoor dat iedereen zomaar kan zien wie topdog en wie underdog is. En ook: wie door een mengkleur het levend bewijs is van de in beginsel perverse verhouding tussen meester en slavin. Door al die kleurschakeringen ontstaan de wildste verdenkingen, speculaties en natuurlijk ook jaloezie.
Ziedaar het probleem van de familieverhoudingen in het Caraïbisch gebied. De nazaten van de slaven zitten nog steeds met de gevolgen van een verdrukte identiteit en verstoorde familiebanden. De nazaten hebben er overigens veel aan gedaan om die innerlijke en onderlinge verstoringen te boven te komen. Daarbij gebruikten zij hun culturele kracht. Want als je niets hebt, is er altijd nog je cultuur. Kijk maar naar de marrons, de gevluchte slaven in Suriname. Zij slaagden erin om een nieuwe cultuur te bouwen in de jungle. En degenen die niet vluchtten, deden dat op hun manier, in beperktere mate, ook. Er ontstond een levendige creoolse volkscultuur die uiteraard voor een belangrijk deel verborgen moest blijven voor het oog van de overheerser.
[vervolg, klik hier]
Dit is de licht bewerkte tekst van de derde Cola Debrot-Lezing, gehouden op 21 juni 2013 te Amsterdam. Deze tekst is gepubliceerd in de vijf-en-vijftigste jaargang van Hollands Maandblad, nummer 789-790, augustus/september 2013.

Amatmoekrim kruipt in psyche Anton de Kom

door Stuart Rahan

 
Amsterdam – Je zou het de opening van het Caribische literatuurseizoen kunnen noemen. Wat literair Suriname, Nederland en het Nederlands sprekend deel van het Caribisch Gebied de voorbije maanden heeft mogen verwelkomen en ook wat er de komende periode van de hand van schrijvers met voornoemde achtergrond te verwachten is. Zondag sloegen de Vereniging Ons Suriname, de Werkgroep Caribische Letteren en de Leerstoel West-Indische Letteren van de Universiteit van Amsterdam de handen ineen onder de noemer Letterendag.
 
 
In het jaar dat Nederland en Suriname 150 jaar afschaffing van de slavernij herdenken, komt er van de hand van schrijfster Karin Amatmoekrim een boek over Anton de Kom. Van zijn hand is Wij slaven van Suriname, een spiegel die De Kom beide samenlevingen voorhoudt.
 
 
Opname De Kom
Wat velen over Anton de Kom weten, is zijn verzet tegen de Nederlandse overheersing in Suriname, zijn gevangenschap in Fort Zeelandia gevolgd door verbanning uit zijn geboorteland. In Nederland sloot hij zich aan bij het verzet tegen de Duitse overheersing tijdens de Tweede Wereldoorlog om uiteindelijk in het concentratiekamp Neuengamme te sterven.
Terloops is bekend dat Anton de Kom tijdelijk was opgenomen in een psychiatrische inrichting vanwege overspannenheid. Dat is het moment waarop Amatmoekrim in de psyché kruipt van de verzetsheld en eindigt het verhaal als hij drie maanden later uit de inrichting wordt ontslagen. ‘De man van veel’ zoals de titel luidt, komt begin oktober uit. Zij las als voorproefje een stuk voor, dat enthousiast werd ontvangen. Sommigen kunnen niet wachten tot het boek uit is.
 

Versurinamiseren
Opmerkelijk tijdens deze middag was de verantwoording door de Pakistaans-Indiaas-Nederlandse schrijver Saiye Safdar Zaidi over zijn boek De suiker die niet zoet was. Zaidi vertelt dat er een Surinaamse versie komt waarin het gevoelige woord ‘neger’ of foute benaming ‘pannenkoek’ vervangen zullen worden door bijvoorbeeld ‘Afro-Surinamer’ en ‘roti’. Maar de hilariteit ontstond toen de schrijver vertelde dat voor de Surinaamse versie hij toestemming gegeven heeft aan Robby ‘Rappa’ Parabirsing het fictieverhaal uit te breiden met nog eens vijftig pagina’s omdat er volgens Rappa ook enkele feitelijke onjuistheden in zouden voorkomen. Daarmee zou het verhaal ‘Surinaamser’ worden.

 
De dag bood promovendi, die onderzoek doen bij de Leerstoel West-Indische Letteren aan de Universiteit van Amsterdam, de gelegenheid een uiteenzetting te geven over hun huidige onderzoek. Schrijver Ellen de Vries, die eerder publiceerde over kunstenares Nola Hatterman, onderzoekt de rol van de Nederlandse en Surinaamse media in de periode 1982 1992. Haar vertrekpunt is de Decembermoorden met een nadere focus op de Binnenlandse oorlog.
 
 
[uit de Ware Tijd, 10/09/2013]
 
Sanne Landvreugd sloot de middag stemmig af met werk van Jobim. Foto @ Michiel van Kempen

Opening van het letterenseizoen bij Ons Suriname

Op zondag 8 september 2013 presenteren de Vereniging Ons Suriname, de Werkgroep Caraïbische Letteren en de Leerstoel West-Indische Letteren van de Universiteit van Amsterdam een Letterendag bij Ons Suriname in Amsterdam.

 
 
De dag begint met drie lezingen van promovendi die onderzoek doen bij de Leerstoel West-Indische Letteren (prof. Michiel van Kempen). Zij presenteren delen van hun onderzoek en geven het publiek alle gelegenheid tot vragen stellen.
 
 
Inloop 13.30 uur.
14.00 Benoît Verstraete – Over de Deens/Surinaams/Nederlandse zendeling/schrijver P.M. Legêne
14.30 Joe Fortin – Over de verhaalkunst van de Arubaanse schrijver Jossy Tromp
15.00 Ellen de Vries – Over de rol van de media ten tijde van de Binnenlandse Oorlog in Suriname
 
Vanaf 15.30 uur
 
 
Boekenmarkt
 
 
Met korte interviews met de volgende schrijvers:
Rudie Kagie – Bikkel
Saiye Safdar Zaidi – De suiker die niet zoet was
Diederik Samwel – Jelaya
Stephan Sanders – Iets meer dan een seizoen (over Anil Ramdas)
Antoine de Kom – Ritmisch zonder string
Karin Amatmoekrim leest uit haar nieuwe, nog te verschijnen roman
 
Alle schrijvers signeren hun boeken! Boekentafels aanwezig.
 
 
Muzikale omlijsting door de saxofoniste Sanne Landvreugd.
 
Locatie: Vereniging Ons Suriname
Hugo Olijfveldhuis
Zeeburgerdijk 19a
1093 SK  Amsterdam
(nabij de molen en het KIT in Oost; vanaf CS stadsbus 22 stopt bij de Nicolaaskerk tegenover CS, richting Indische buurt, 8 min.)
Toegang 3,50.
Sanne Landvreugd. Foto © Michiel van Kempen

‘In de straten van de hemel’

door Els Moor

 
‘In de straten van de hemel’ is de titel van de derde Cola Debrot-lezing, georganiseerd door de werkgroep Caraïbische Letteren, die Antoine de Kom op 21 juni hield in Amsterdam. Antoine de Kom, kleinzoon van Anton de Kom, is forensisch psychiater, die de psychiatrie binnen de gerechtelijke wereld uitoefent. Hij is ook dichter en schrijver. De titel van de lezing is ontleend aan het vierregelige gedicht, in het Spaans en Nederlands, dat Cola Debrot vlak voor zijn dood schreef en dat helemaal op het eind van de lezing gebruikt wordt.
‘In de straten van de hemel hebben wij ons verstand verloren’, is de eerste regel in het Nederlands. Het Spaanse woord voor verstand betekent ook zintuig, gevoel, begrip, inzicht, bewustzijn, betekenis en richting. In wat op de hemel lijkt, zijn wij verward geraakt, concludeert Antoine de Kom en die tegenstelling, hemel waarin je verward raakt, heeft in zijn opvatting alles te maken met Suriname, vroeger en nu.
Antoine de Kom wil dat zijn publiek de zaal ‘opgewekt, verkwikt en vrolijk’ zal verlaten. Kan dat lukken met een zwaar onderwerp als slavernij? In zijn lezing zitten realistische, maar ook hoopgevende gedachten, waar het de verhouding met het slavernijverleden betreft en helaas ook de sombere waarheid van Suriname nu. Die waarheid is dat er in ons land nieuwe meesters zijn opgestaan na de onafhankelijkheid die de oude tegenstelling ‘tussen heer en horige’ alleen maar hebben herhaald en bepaald niet opgeheven.
Symboliek en humor zijn belangrijke middelen die Antoine de Kom noemt als bepalende krachten in de geschiedenis om eigenheid te ontwikkelen. Hij verwijst in dezen naar zijn grootvader van moeders kant, Arie, die gek was op ‘suikerbeesten’, grote en kleine, die veel grappige betekenissen zouden hebben. Als Arie daarover met Antoine’s andere grootvader, Anton de Kom, gesproken zou hebben, zou die de sombere kanten van het suikerbeest hebben benadrukt. Suiker komt van een suikerplantage en als je daar slaaf was, zat je goed fout. Antoine spreekt veel bewondering uit voor zijn grootvader van vaders kant, de auteur van Wij slaven van Suriname. Wat hem aangrijpt bij het lezen van het boek is dat ‘macht en seksualiteit zo dicht bij elkaar in bed kwamen te liggen.’ De meester kan ook verslaafd raken aan de slaaf! En de slaaf? Wat kan die dan doen? ‘Die kan ruwweg twee kanten op: zich onderwerpen en vereenzelvigen met de meester, of in verzet gaan door weg te lopen of de meester vreselijk vleselijk te laten voelen dat slaven een slavenmacht vormen en daarmee zijn nachtmerrie zijn. Is de meester dan het suikerbeest geworden waar de slaaf begerig naar kijkt?’ Ha, ha, humor! Humor en werkelijkheid.
Een motief dat ook een grote rol speelt in de lezing van Antoine de Kom is de zwart-wit-verhouding wat huidskleur betreft: meesters waren meestal wit en slaven zwart. Dit gegeven heeft nogal zijn stempel gedrukt op etnische verhoudingen in het Caraïbisch Gebied tot op de huidige dag. Antoine de Kom zelf draagt beide in zich. Hij is namelijk licht van kleur en is dat als een uitdaging gaan zien. Grootvader De Kom trouwde een witte vrouw en Antoine’s vader ook weer. Hij ziet zichzelf als ‘een nazaat van beiden’ en vindt het belangrijk zijn eigen wortels bloot te leggen. In de wording van het individu herhaalt zich de wording van een gemeenschap. Antoine heeft bewondering voor zijn grootvader Anton, die stond voor: ‘Het afleggen van de slavenmentaliteit, het komen tot eigenwaarde’. Hij belichaamde de strijd tussen meester en slaaf vanuit de geestelijke positie van de slaaf. Hij vocht voor eigenheid, zelfwaardering en onderlinge verbondenheid. Maar hij verbreedde zijn streven ook: met ‘de vroegere overheerser’ (de Nederlanders) ging hij in verzet tegen ‘een nieuwe overheerser’ (de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog), het ‘monsterlijke gedrocht dat fascisme, nazisme, heet.’ Anton de Kom gaf zijn wezen voor de vrijheid van zijn volk en zijn leven voor de vrijheid van de mens, zowel blank als zwart. We weten dat Anton de Kom vanwege zijn verzet afgevoerd werd naar een concentratiekamp en overleed in 1945. Antoine de Kom heeft zijn grootvader dus niet persoonlijk gekend. Hij werd in 1956 geboren.
De eigen cultuur kan een tegenkracht zijn bij overheersing. Cultuur geeft vorm aan de eigen werkelijkheid. Slaven vormden hun eigen wereld met hun muziek, dans, verhalen. ‘De katibo heeft zijn tambú en die helpt hem om weer meester over zichzelf te worden.’ Het scheppen van eigen symbolen is een krachtig wapen! Maar ook al ontwikkelen de slaven eigenheid, ze blijven slachtoffers en dat geeft trauma’s, verwondingen die littekens achterlaten die er nu nog zijn. Waar slachtoffers zijn, zijn er ook daders. Ook zij dragen de gevolgen van hun daden met zich mee. Hoe komen ze daarmee klaar? De Kom kijkt naar de Nederlandse samenleving, waar hij deel van uitmaakt, met witte en zwarte mensen. Hoe proberen de ‘daders’ klaar te komen met hún trauma’s? Ze kunnen de daden uit het verleden loochenen, doen alsof ze niet bestonden. De daders kunnen ook baas blijven: ‘We hebben jullie toch je vrijheid geschonken!’ Dat laatste is wat Antoine de Kom absoluut afkeurt en hij kijkt dan ook met wantrouwen naar de herdenkingen van de afschaffing van de slavernij in Nederland. Meester en slaaf moeten loskomen uit hun worsteling. Een voorbeeld daarvan is de commotie rond de onthulling van het standbeeld van Anton de Kom in de Bijlmer op het naar hem genoemde plein. Het beeld is naakt. Roept het daardoor associaties op met een slaaf? Tegenstanders benadrukken de onwaardigheid ervan. Moet het beeld gekleed worden? Wordt het daardoor niet weer meester? En Antoine zegt: ‘Net zoals mijn grootvader mij waarschijnlijk onbedoeld witter maakte, zo heeft de kunstenares ons hier gedwongen anders naar het blote te kijken. Een mooi voorbeeld van ‘symboolverschuiving’.
Antoine de Kom kijkt ook naar het huidige Suriname, waar hij vaak komt omdat zijn ouders hier wonen. Hier vindt hij een harde waarheid: dat er in het land nieuwe meesters zijn opgestaan die de verhoudingen uit de tijd van de slavernij hebben herhaald, niet opgeheven. De geschiedenis wordt vooral in de media vaak vervalst en veel mensen durven niet openlijk te spreken over de situatie. De economie bloeit, maar bloedt. Het gaat om de exploitatie van bronnen die uitputbaar zijn (goud bijvoorbeeld). En drugshandel bloeit. Woord en symbool schieten tekort. De Kom haalt er de ‘hemel’ van Debrot bij. Een hemel die niet bestaat, waar begeerte en angst de mensen beklemmen, zolang er beknot wordt en ‘mensen dingen zijn’. Een oplossing? Ja, De Kom noemt die ‘sufri’, een onbaatzuchtige levenshouding, waarin vorm en wezen samenvallen, een houding die bevrijdt. ‘Sufri’ is voor eenieder die een vrije Surinaamse gemeenschap wil in en buiten Suriname, geweldloos, zichtbaar, enzovoort. ‘Sufri’ is geen programma, maar een open keten van principes. Antoine de Kom besluit met de woorden: ‘Onze innerlijke kracht kan het juk van onderwerping overwinnen. Nu en in de toekomst. De duistere zone hoort in het felle zonlicht van onze vastberadenheid weg te bleken. De gevallen engelen onder ons kunnen hun naakte schande niet blijven verhullen. Wij bepalen dat. Wij zijn onze eigen leiders.’

[Deze tekst is een samenvatting van de schriftelijke versie van de lezing, die we toegestuurd kregen. Helaas kunnen we niet even naar Amsterdam om zo’n lezing bij te wonen.]

[uit de Ware Tijd Literair, 29 juni 2013]

Antoine de Kom gaf derde Cola Debrotlezing

“Sorry voor het verleden” klonk ‘t afgelopen week uit monde van de Raad voor Kerken. Schoorvoetend hebben de protestantse kerken in Nederland haar excuses aangeboden voor haar steun aan de slavenhandel. De excuses komen op een strategisch moment omdat 1 juli aanstaande wordt herdacht dat 150 jaar terug de slavernij in Nederland werd afgeschaft. In het kader daarvan sprak dichter en forensisch psychiater Antoine de Kom de Cola Debrot-lezing uit afgelopen vrijdag 21 juni, in de Amsterdamse Openbare Bibliotheek, op uitnodiging van de Werkgroep Caraïbische Letteren. Hij werd ingeleid door mr. Joan Ferrier, voorzitter van de Stichting Herdenking Afschaffing Slavernij 2013.

Voor de Kom was het een buitenkans om zich eens niet via de poëzie of via psychiatrische behandelingen met een zware zaak bezig te houden, maar via de kunst van het essay. Met het schrijven van deze tekst treedt hij even in de voetsporen van zijn grootvader, Anton de Kom, de bekende Surinaamse vrijheidsstrijder die het standaardwerk Wij Slaven van Suriname schreef.

Antoine de Kom bracht een aantal van zijn jeugdjaren door in Suriname. Die als paradijselijk ervaren tijd, kwam in een geheel ander daglicht te staan, toen hij de gruwelen las die zijn grootvader Anton de Kom beschreef in Wij slaven van Suriname.

Sindsdien zijn de vragen van menselijke worteling en identiteit, van de betekenis van etniciteit en historie, van slavenleed en Caraïbische levensvreugde niet meer uit het denken van Antoine de Kom weg geweest. Zij werden de motor van een rijke verbeelding in poëzie en verhalen, en uiteindelijk in breder verband ook van een beschouwing van het kwaad in het menselijke brein. Als kleinzoon van de man die de geschiedschrijving van Suriname een definitief ander aanzien gaf, geeft Antoine de Kom een hoogst persoonlijke reflectie op zijn eigen positie en die van de twee culturen waarmee hij zich verbonden weet: de Caraïbische en de Europese.

De Koms lezing handelde over honderdvijftig jaar emancipatie en vooral ook zijn persoonlijke familiegeschiedenis binnen die context. Hij wist zijn toehoorders te boeien met een betoog over mogelijkheden van de eigen persoonlijke bevrijding. Naar De Kom luisterde een gemêleerd gezelschap van zo’n tweehonderd toehoorders: Surinamers, Antillianen en Nederlanders. Dit onderstreepte een onderdeel van De Koms boodschap: de noodzaak om naar elkaar te willen luisteren en in onbaatzuchtigheid (door hem sufri genoemd) de etnische scheidslijnen en historische zwarigheden te overstijgen.
Na het interview dat Michiel van Kempen de spreker afnam, ging het publiek aandachtig, betrokken en sereen met talloze vragen nog verder in op de inspirerende lezing.
Antoine de Kom in gesprek met de IKON, klik hier.

Curaçaose dichter Elis Juliana overleden

De bekende Curaçaose dichter, auteur, kunstenaar en onderzoeker Elis Juliana is zondagochtend overleden. Dat is door zijn familie bekendgemaakt. Hij is 85 jaar geworden.
Juliana behoort met Luis Daal en Pierre Lauffer tot de ‘Grote Drie’ van de Antilliaanse dichtkunst in het Papiaments. De kunstenaar, die niet alleen dicht maar ook tekent en beeldhouwt, staat bekend om zijn haiku’s, ritmische gedichten en zijn bevlogen voordrachten.
Vorige week verscheen Juliana voor het laatst in het openbaar. Hij ontving een eredoctoraat aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen. Tijdens die gelegenheid zei Juliana: “Mijn hele leven heb ik geprobeerd om het Curaçaose volk te verheffen. Of het mij is gelukt, is niet aan mij om te zeggen.”
Het literaire werk van Elis Juliana beslaat meer dan een halve eeuw. In september 2011 verscheen een vertaling in Nederland van zijn dichtbundel Hé Patu/Waggeleend. Volgens vertaler Fred de Haas was Juliana ‘een rolmodel voor alle mensen van Curaçao’. “Elis heeft zijn werk altijd in dienst gesteld van de bewustwording van zijn volk. En uit al zijn gedichten blijkt dat hij graag wilde dat mensen zich bewust zijn van hun plek in de geschiedenis.”
Juliana is meerdere keren in de prijzen gevallen. In 1973 kreeg hij de Cola Debrotprijs voor bijzondere prestaties op het gebied van beeldende kunst. Verder is hij geridderd in de Orde van Oranje-Nassau, heeft hij een Krus di Mérito en ontving hij in Cuba de Jose Maria Heredia-onderscheiding. Nog slechts enkele weken geleden ontving hij een eredoctoraat aan de UNA.
[naar Novum]

In de straten van de hemel

Derde Cola Debrot-lezing, a.s. vrijdag 21 juni 2013
Antoine de Kom, forensisch psychiater, dichter en kleinzoon van Anton  de Kom, houdt a.s. vrijdag de derde Cola Debrotlezing onder de titel ‘In de straten van de hemel’.
Twee citaten uit zijn tekst:
“Ik beschouw het probleem van de slavernij voor het gemak maar even als een zware zaak. Ik heb jarenlang zware zaken mogen doen zoals het heet. Ik onderzocht verdachten van ernstige misdrijven. Eigenlijk doe ik dat nog steeds, en deze zaak, die van de slavernij, een misdaad tegen de menselijkheid, is daar een voorbeeld van.
 
 
Slavernij heeft mentale gevolgen die de nazaten van slachtoffers en daders blijven beperken. Deze kunnen door culturele symboolvernieuwing en een onbaatzuchtige levenshouding worden geneutraliseerd. De trans-Atlantische Surinaamse gemeenschap kan verenigd blijven en in het land van de voormalige overheerser een voorbeeld zijn.”

Derde Cola Debrotlezing door Antoine de Kom

Joan Ferrier inleider bij derde Cola Debrotlezing
 
U I T N O D I G I N G / 
H E R I N N E R I N G
 
BESTEL NU NOG KAARTEN VOOR 21 JUNI!!
De opening zal worden verricht door mevr. Joan Ferrier, voorzitter van de Stichting Herdenking Slavernijverleden 2013.
De Werkgroep Caraïbische Letteren heeft de eer u  uit te nodigen voor de derde Cola Debrotlezing op vrijdag 21 juni a.s.  in het Theater van het Woord, Amsterdam. De lezing zal worden gegeven door forensisch psychiater en dichter Antoine de Kom.
Antoine de Kom bracht een aantal van zijn jeugdjaren door in Suriname. Die als paradijselijk ervaren tijd, kwam in een geheel ander daglicht te staan, toen hij de gruwelen las die zijn grootvader Anton de Kom beschreef in Wij slaven van Suriname. Sindsdien zijn de vragen van menselijke worteling en identiteit, van de betekenis van etniciteit en historie, van slavenleed en Caraïbische levensvreugde niet meer uit het denken van Antoine de Kom weg geweest. Zij werden de motor van een rijke verbeelding in poëzie en verhalen, en uiteindelijk in breder verband ook van een beschouwing van het kwaad in het menselijke brein. Als kleinzoon van de man die de geschiedschrijving van Suriname een definitief ander aanzien gaf, geeft Antoine de Kom een hoogst persoonlijke reflectie op zijn eigen positie en die van de twee culturen waarmee hij zich verbonden weet: de Caraïbische en de Europese. De herdenking van 150 jaar afschaffing van de slavernij geeft aan zijn lezing nog een bijzondere kleur.
Eerder werd de lezing gegeven door Nobelprijswinnaar Derek Walcott en de Amerikaans-Cubaanse romanschrijfster Ana Menéndez.
De derde Cola Debrotlezing vindt plaats op vrijdag 21 juni 2013, aanvang 20.00 uur. Als moderator treedt op Michiel van Kempen, bijzonder hoogleraar Caraïbische literatuur aan de Universiteit van Amsterdam.
Plaats: Theater van het Woord, in de Openbare Bibliotheek Amsterdam, Oosterdokskade 143, 1043 DL Amsterdam, op wandelafstand van het Centraal Station.
Reserveren kan uitsluitend door overmaking van € 7,50 op ING bank 3027698 t.n.v. Werkgroep Caraibische Letteren, Leiderdorp. Vermeld duidelijk naam, postcode en huisnummer! Alle eerste 125 reserveerders krijgen gratis een verhalenbundel over de slavernij!
Deze avond komt tot stand met steun van de Stichting Herdenking Slavernijverleden 2013.

Antoine de Kom geeft derde Cola Debrot-lezing

Dichter en forensisch psychiater Antoine de Kom houdt de derde Cola Debrotlezing op vrijdag 21 juni 2013. De Kom bracht een aantal van zijn jeugdjaren door in Suriname. Die als paradijselijk ervaren tijd, kwam in een geheel ander daglicht te staan, toen hij de gruwelen las die zijn grootvader Anton de Kom beschreef in Wij slaven van Suriname. Sindsdien zijn de vragen van menselijke worteling en identiteit, van de betekenis van etniciteit en historie, van slavenleed en Caraïbische levensvreugde niet meer uit het denken van Antoine de Kom weg geweest. Zij werden de motor van een rijke verbeelding in poëzie en verhalen, en uiteindelijk in breder verband ook van een beschouwing van het kwaad in het menselijke brein. Als kleinzoon van de man die de geschiedschrijving van Suriname een definitief ander aanzien gaf, geeft Antoine de Kom een hoogst persoonlijke reflectie op zijn eigen positie en die van de twee culturen waarmee hij zich verbonden weet: het Caraïbische en het Europese. De herdenking van 150 jaar afschaffing van de slavernij geeft aan zijn lezing nog een bijzondere kleur.

Antoine de Kom debuteerde in 1991 bij Querido met de virtuoze poëziebundel Tropen. Daarna volgden De kilte in Brasilia (1995), Zebrahoeven (2001), Chocoladetranen (2004) en De lieve geur van zijn of haar (2008). Hij publiceerde met regelmaat in tijdschriften als  De Gids,  De Revisor en Hollands Maandblad. Zijn beschouwingen over delinquente geesten van alle tijden bundelde hij in Het Misdadige Brein : over het kwaad in onszelf (2012). Zomer 2013 verschijnt nog steeds bij Querido zijn zesde dichtbundel Ritmisch zonder string.
De Cola Debrot-lezingen worden georganiseerd door de Werkgroep Caraïbische Letteren en werden eerder gegeven door Nobelprijswinnaar Derek Walcott en de Cubaans-Amerikaanse schrijfster Ana Menéndez.
De derde Cola Debrotlezing vindt plaats op vrijdag 21 juni 2013, aanvang 20.00 uur.
Als moderator treedt op Michiel van Kempen, bijzonder hoogleraar Caraïbische literatuur aan de Universiteit van Amsterdam. Het publiek wordt in de gelegenheid gesteld vragen te stellen aan de spreker.
Plaats: Theater van het Woord, OBA, Oosterdokskade 143, 1043 DL Amsterdam.
Reserveren kan uitsluitend door overmaking van  7,50 op ING bank 3027698 t.n.v. Werkgroep Caraibische Letteren, Leiderdorp. Vermeld duidelijk naam, postcode en huisnummer!
Bij reserveren: gratis boek!
Voor de eerste honderd mensen die reserveren ligt bij de entree een exemplaar klaar van Een zweem van weemoed, verhalen over de Curaçaose slaventijd van Cornelis Ch. Goslinga.

Jaarverslag 2012-2013

Jaarverslag Werkgroep Caraïbische Letteren verenigingsjaar 2012-2013

Bestuurssamenstelling
Aan het begin van het verenigingsjaar (maart 2012) bestond het bestuur uit Peter Meel (voorzitter), Igma van Putte-de Windt (vice-voorzitter), Michiel van Kempen (penningmeester), Kirsten Dorrestijn (secretaris), Matthijs Ponte, Carl Haarnack, Paulette Smit, Noraly Beyer (leden). Alex Reinders is afgetreden als lid en heeft zitting genomen in de adviesraad. Begin 2013 heeft Aart Broek de functie van penningmeester overgenomen van Michiel van Kempen.

Corresponderende leden zijn gebleven: Ruth San A Jong (Suriname), Carel & Chila de Haseth (Curaçao), Wim Rutgers (Aruba) en Wycliffe Smith (Sint Maarten).

 

Slory

Michael Slory

Adviesraad
Alex Reinders heeft zitting genomen in de adviesraad. Zodoende bestaat de Adviesraad momenteel uit: Joyce Goggin, Lilian Gonçalves-Ho Kang You, Henry Habibe, Jennifer Smit en Alex Reinders.

Vergaderingen
Het bestuur vergaderde 10 september 2012 en 14 januari 2013.

ACTIVITEITEN
De belangrijkste en meest omvangrijke activiteit van de Werkgroep Caraïbische Letteren is elk jaar de Caraïbische Letterendag. De komende Letterendag is de vijfde editie, een lustrum. De Werkgroep heeft besloten de jubileumviering groots aan te pakken. Om meer ruimte te creëren deze activiteit voor te bereiden is besloten om de Letterendag van 2012 over te slaan en het lustrum in 2013 te vieren.

De Werkgroep organiseerde in het verslagjaar de volgende activiteiten:

Literatuurdag bij de Vereniging Ons Suriname
Op 23 september 2012 organiseerde de Werkgroep Caraïbische Letteren in samenwerking met de Leerstoel West-Indische Letteren van de UvA en de Vereniging Ons Suriname een ‘literatuurdag’ bij Vereniging Ons Suriname in Amsterdam. In het eerste deel vertelden vijf promovendi die hun proefschrift schrijven bij prof. Michiel van Kempen met wat voor onderzoek zij bezig zijn aangaande de literatuur en cultuur van Suriname en de voormalige Antillen. Het publiek kreeg gelegenheid om van gedachten te wisselen met de onderzoekers. In het tweede gedeelte was er een boekenmarkt met interviews en voordrachten met schrijvers, o.a. Orchida Bachnoe, T. Martinus (Quinsy Gario) en Michiel van Kempen. Er was een rechtstreekse Skype-verbinding met Paramaribo, waar Michael Slory vertelde over zijn nieuwe dichtbundel ‘Torent een man hoog met zijn poëzie’. Sanne Landvreugd verzorgde een muzikale omlijsting.

 

Sinterklaasavond
Op 6 december organiseerde de Werkgroep in Theater Perdu in Amsterdam een ‘alternatieve’ Sinterklaasviering. Dichters Hilli Arduin, Romeo Grot, Michiel van Kempen, Charl Landvreugd, Frans Lopulalan, Diana Ozon, Scott Rollins en Quito Nicolaas droegen gedichten voor. De dichters werden afgewisseld door essays van verschillende genodigden. Vertaalster en natuurkundige Amparo Garcia Celma vertelde hoe de Spanjaarden de teloorgang van hun stierenvechten ervaren. Aart Broek haalde herinneringen op aan de Antilliaanse Sint Nicolaas. Filosofe Solange Leibovici nam ons mee naar Frankrijk en zette de Turkse baardman af tegen de lieve Kerstman uit la douce France. Arnold-Jan Scheer vertelde over de Sinterklaastradities in Europa en Afrika. Het ‘Sinterklaastrio’ zorgde voor muzikale intermezzo’s. De Werkgroep had voor alle gasten ‘slavenvrije’ chocoladeletter van Tony Chocolonely en bij Uitgeverij In de Knipscheer waren boeken geregeld die we als surprise aan de deelnemers hebben geschonken. Raymi Sambo presenteerde de avond.

Hiernaast stond 2012 in het teken van voorbereidingen voor dit jaar. De Werkgroep heeft de lustrumviering van de Caraïbische Letterendag 2013 inhoudelijk voorbereid en bij verschillende fondsen subsidies aangevraagd. De komende Caraïbische Letterendag zal plaatsvinden op vrijdag 29 november 2013 in het MC Theater en staat in het teken van ‘poëzie en muziek’.

Cola Debrot-lezing
De Cola Debrot-lezing zal waarschijnlijk plaatsvinden op 1 juli 2013. De Werkgroep heeft schrijver en dichter Antoine de Kom gevraagd een lezing voor te bereiden. Op 1 juli, ‘Keti koti’ wordt onder de Surinamers de afschaffing van de slavernij herdacht. In 2013 is dat precies 150 jaar geleden. De Cola Debrot-lezing staat komend jaar dan ook in het teken van de slavernijherdenking. Antoine de Kom wil een statement afgeven over de nog voelbare gevolgen van de slavernij. Dit doet hij in overleg met Joan Ferrier.

 

Schrijversportretten
In opdracht van de Werkgroep is kunstenaar Carl Ariza (geboren op Curaçao, en werkt en woont daar) bezig met een geschilderd portret van de Surinaamse dichter Shrinivási. Dit is het derde schrijversportret waartoe de Werkgroep opdracht heeft gegeven. De eerdere twee portretten werden namens de Werkgroep door Michiel van Kempen aan het Nederlandse Letterkundig Museum en Documentatiecentrum in Den Haag in permanente bruikleen afgestaan. Het gaat om het driedimensionale beeld van Tirzo Martha van de dichter Elis Juliana en het kunstwerk in groot formaat boekvorm van Dhiraj Ramsamoedj waarmee hij de dichter Michael Slory portretteerde. Afgelopen verenigingsjaar heeft de Werkgroep opdracht gegeven aan Nicolaas Porter om schrijversportretten te maken.
Blogspot en Facebook
Ook dit jaar zijn er weer veel berichten geplaatst op de drukbezochte blogspot Caraïbische Uitzicht http://caraibischeletteren.blogspot.com/. Afgelopen verenigingsjaar werd het vijfduizendste bericht gepubliceerd. De weblog fungeert als digitale verzamelplaats van nieuws en debat rondom Caraïbische literatuur en cultuur. De blog is al door meer dan 1,9 miljoen mensen bezocht.
De berichten van Caraïbisch Uitzicht worden ook geplaatst op de Facebook-pagina van de Werkgroep (‘Werkgroep Caraïbische Letteren’). Tot nu toe hebben 503 mensen de pagina geliked, dat zijn er 328 meer dan vorig jaar.
Kirsten Dorrestijn, secretaris Werkgroep Caraïbische Letteren. 23 maart 2013.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter