blog | werkgroep caraïbische letteren
Categorie: Sociologie / Psychologie

Verschillen in aanpak seculariteit en ‘moslimschap’

West-Europese natiestaten waren lange tijd ervan overtuigd dat zij hun ‘probleem’ met religie hadden hadden opgelost door te kiezen voor seculariteit. Nu moslimmigranten tot moslimminderheden zijn geworden, is het complexe en kwetsbare evenwicht tussen religie en seculariteit opnieuw gedestabiliseerd. Dit heeft de omgang met moslimgroepen en met hun verlangen om een plek in de samenleving te krijgen er niet eenvoudiger op gemaakt. Dit stelt socioloog Carolina Ivanescu in haar proefschrift Regimes of Secularity. Citizenship, Religion and Muslimness in Rotterdam, Leicester and Marseille waarop zij op 19 september 2013 promoveerde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

lees verder…

Naschrift Cariben laten we het onmogelijke vragen (5 en slot)

door Willem van Lit

Latino … of niet?

Een ander fenomeen dat ik niet heb besproken in Cariben is de invloed van de Latino leefstijl. Venezuela en Colombia zijn immers vlakbij. Deze leefstijl manifesteert zich op allerlei vlak en sommigen vinden dat het zichtbaar is in de verhoudingen in de samenleving: op politiek vlak bijvoorbeeld de flamboyante sterke leider, het machismo en het hechte familieleven met hevig schommelende sentimenten en humeuren.

lees verder…

Naschrift Cariben laten we het onmogelijke vragen (1)

door Willem van Lit

Men schreef nieuwe complotten

In februari 2013 verscheen mijn derde boek Cariben laten we het onmogelijke vragen. Ruim een half jaar na het verschijnen ontstond bij mij de behoefte een kleine beschouwing achteraf te maken. Dit had voornamelijk te maken met de actuele ontwikkelingen op de eilanden sindsdien. Op Curaçao werd een moord gepleegd op een controversiële politicus. Op Bonaire woedt op het moment van schrijven van dit naschrift (weer) een bestuurscrisis in het college. Op St. Maarten is er een bestuurscrisis geweest. Er zijn verschillende opwellingen geweest van woede en furie. Men schreef nieuwe complotten. Ook mijn bezoek in het voorjaar aan Curaçao en Bonaire en de presentatie van mijn boek deden andere inzichten ontstaan en ik realiseerde me dat ik bepaalde thema’s niet had besproken. Het gaat dan om onderwerpen die op verschillende plekken mijn betoog raken en die deels een aanvulling zijn op hetgeen ik heb geschreven. Dit betreft onder andere de invloed van de georganiseerde misdaad en de zogeheten Latino leefstijl, de invloed van het Zuid-Amerikaanse continent op de eilanden. Na ruim zes maanden staat de inhoud van mijn boek nog steeds overeind. Ik heb niets kunnen ontdekken wat ik vandaag anders zou schrijven.

Het boek is niet door heel veel mensen gelezen, maar toch voldoende om eventueel kritische opmerkingen te krijgen. Ook is het door mensen gelezen die heel nauw betrokken zijn bij het leven op de eilanden of mensen die door studie en ervaring uitgebreide kennis hebben van de Caribische eilanden. Ik weet ook dat het onderwerp ‘Antillen’ slechts weinigen van belang of interessant achten; de doelgroep is klein.

Het is zeker niet zo dat ik expliciete erkenning of bevestiging vraag. Met dit naschrift wil ik wel weer de aandacht vestigen op dit boek omdat ik de inhoud nog steeds van belang acht voor de actuele situatie en waarschijnlijk ook de ontwikkelingen in de naaste toekomst op de eilanden zelf en in de relatie van die eilanden met Nederland.
Bevrijd van een historische blunder?
Van crisis naar crisis naar crisis, enz. Dat houd je alert en betrokken. Ik schreef die eerste woorden van dit naschrift op een artikel uit ‘nu.nl’ (3 juni 2013) dat iemand op Facebook had geplaatst. Het artikel betrof een interview met Daniël Hodge, de toenmalig premier van Curaçao die een tussentijds zakenkabinet heeft geleid om orde op zaken te stellen. Hodge merkte op dat politici op het eiland vooral goed voor zichzelf zorgen en dat ze het belang van het volk en het eiland daarbij verwaarlozen. “Een kentering ten goede bespeurt hij niet: ‘we zijn gestagneerd’”, merkt hij op. In het boek van Freek van Beetz (Het einde van de Antillen) staat het nogmaals, maar dan nadrukkelijker. Op 28 februari 2013 (tweeënhalf jaar na de ontmanteling van het land Antillen) zegt Hodge: “Een schone droom is een nachtmerrie geworden”. (Van Beetz pag. 314). Hodge heeft als zakenman dit tussenkabinet geleid. Gedurende zijn premierschap was het een aantal maanden rustig… totdat op 5 mei 2013 Helmin Wiels werd vermoord.
Gestagneerd. Dat begrip staat ook centraal in ‘Cariben’. Het komt er geregeld in terug; ik heb het genoemd het resultaat van het voortdurend uitgestelde leven en de ziekmakende omhelzing. Het gedrag van politici zoals Hodge dat aangeeft, is van ondergeschikt belang. Zij vertolken slechts in een rebelse of narrige staat van bewind voeren of besturen de rol van de geest van de tragedie, waarin de cultuur van boosheid en schaamte gedijt. Het is doorgaans een verbeelding van manische aard, die in het voorjaar van 2013 op een extreem dramatische wijze tot een voorlopig dieptepunt is gekomen. Het is dit complex van krachten die tot stagnatie leidt en die ik met name beschrijf in hoofdstuk 5. (Cariben, pag. 272 e.v., pag. 290 – 295).
Van Beetz beschrijft dit uitvoerig in zijn kroniek. Vooral de politieke situatie vanaf 2003 lijkt een grote georganiseerde chaos, slechts gedreven door de puls tot een zo grondig en spoedig mogelijke afbraak: het opheffen van het land Antillen. Alsof men met schaamrood op de kaken zichzelf wilde verlossen van een bijzondere historische blunder. En bijzonder hierbij is dan ook dat dit proces grotendeels onder de regie stond van een groep mensen die zich aanvankelijk hadden verenigd onder de vlag van de héropbouw van datzelfde land: de PAR (Partido Antiá Restruktura). De Antilliaanse – en dan vooral de Curaçaose – politieke tégencultuur heeft trekken van schizofrene en paranoïde aard, terwijl plat opportunisme, grootheidswaan en het calimerocomplex er voortdurend vanaf spat onder verwijzing naar (re)kolonialisering, discriminatie, racisme, oorlog, nationalisme, patriottisme, hoogverraad, enz. Beetz verwijst er zowat óm de twee pagina’s naar. Op een zeker moment noemt hij het ‘een orgie van bestuurlijk en politiek vandalisme’ (Van Beetz, pag. 190). Het is alsof alle frustratie in deze jaren van manie zich heeft samengebald en dat men de afbraak van een land, dat nooit een natie is geworden, heeft gebruikt om zich hierop te concentreren.
.
Nog eens: het motief
Cariben verscheen eind februari 2013. Op 9 maart kondigde ik het uitgebreid aan en startte ik de promotie. Ik maakte vooral gebruik van het wereldwijd web, maar ik verstuurde ook per post persberichten aan diverse kranten en tijdschriften in Nederland. “Daar heb je weer zo’n gek die een boek heeft geschreven over Curaçao en zo. Lekker belangrijk”. Ik hoor het al roepen. Schouderophalend gaat mijn bericht vervolgens zonder te ritselen in de papierbak. Op internet zag ik wel reacties. Ik merk heel goed als mensen het boek wel hebben gelezen, ook mensen die ik niet persoonlijk ken. Van Bonaire kreeg ik enthousiaste reacties. Dat viel in elk geval op.
De vraag rijst weer: waartoe heb ik dit boek geschreven? Ik heb ontdekt dat het schrijfproces een ontdekkingstocht naar mijn eigen motieven is geweest. Ik heb ook dingen ontdekt die ook buiten de context van de Caribische eilanden van waarde zijn gebleken. Het is nu duidelijker dan voorheen: nationalisme is een gevaarlijke leugen, een waan van twee eeuwen waarin men elkaar gevangen houdt. En ik weet nu ook waarom dat zo is (Cariben, pag. 229 – 232 en 292 – 293). Ik weet ook wat het nefaste effect daarvan is .

Ik weet nu ook dat het historisch determinisme een grove leugen is en dat deze leugen is ingegeven door de angst keuzes te moeten maken. Een bekende Curaçaose publicist en opiniemaker zei in een reactie (op een stelling van Jacob Gelt Dekker) dat anderen (buitenstaanders) nooit in staat zouden zijn de eros (hij schreef het met een hoofdletter Eros) te doorgronden van de Caribische mens. Ik weet nu ook dat dat een mythische leugen is. Als we de eros niet kunnen doorgronden, zouden (vreemde) culturen hermetisch gesloten zijn. Ik heb aangetoond dat dat niet zo is (Cariben, pag. 155 – 165, 174 – 175 en 211 – 215). En als je het over eros hebt, dan moet je ook de thymos noemen (Cariben, pag. 22 – 23). Het is juist deze laatste kracht die in dit boek centraal staat en die we zeer wel goed kunnen doorgronden: de laaiende furie en haar gevolgen, waarvan er zeker één is dat de mythe van de ondoorgrondelijkheid in stand blijft. Ook die fascinatie heb ik ontmaskerd, waarmee niet gezegd is dat hij daarmee is verdwenen.

In een ongeregeld ritme laaien de discussies over deze thema’s op, zeker na de moord op Wiels. Men spreekt dan over etnisch nationalisme, racisme, fraude en corruptie, afgunst en ongenoegen; het wordt letterlijk allemaal zo genoemd. Hierbij wordt – in repliek – gezegd dat Wiels weliswaar een nationalist was, maar geen racist. Daarbij zei iemand dat buitenstaanders niet in staat zijn het volkssentiment te begrijpen dat Wiels vertegenwoordigde, een sentiment dat wordt ingegeven door de geschiedenis van machtsongelijkheid én het feit dat veel immigranten op Curaçao het recht zouden ontkennen dat het eiland een natie kán zijn. Het merkwaardige is dat die schrijver dan betoogt dat Wiels racisme wel weer gebruikt in weerwil van die structurele ongelijkheid en de ontkenning van dat recht. Racisme als wraak dus, de ruilinterventie van de wraak, zoals ik dat heb genoemd (Cariben, pag. 324 – 326); dat is een gevolg van de pathetische omhelzing. In die zin wordt het primaat van de cultuur en het historicisme wederom aangevoerd in een romanteske verwijzing naar het volk en hun ressentiment; iets wat buitenstaanders nooit zouden kunnen bevatten. Dezelfde sentimenten (gestuurd door eros en thymos) komen in allerlei gradaties voor in België (Vlaanderen – Wallonië), Baskenland, Schotland, Catalonië, het voormalig Joegoslavië, enz. (Cariben, pag. 231). Niets menselijks is u en ons vreemd. In het Caribische gebied komt daar de menselijke smet (van de huidskleur) nog bij als extra factor (Cariben, pag. 163 – 165, 368).
In deze discussie zegt een ander dat men op de eilanden gebruik moet gaan maken van eigen mogelijkheden en kansen die de samenwerking met Europa kan bieden. Men moet uitgaan van de kracht van de onderlinge menselijke betrekkingen en samenwerking zoeken om zo vooral economisch tot ontwikkeling te komen. De verbinding via Nederland biedt daarvoor goede mogelijkheden. Deze schrijver wordt door de nationalistische denker op een intellectueel-ideologische manier en toon bijna kleinerend teruggezet: het gaat om dé nátie (wat dat ook moge betekenen) en daaraan moet alles ondergeschikt zijn. In dergelijke discussies woekeren overigens ijdelheid en demonstratief intellectualisme uitbundig en voortdurend door de gesprekken heen: in woord en wederwoord kleurig bloeiend in de trant van : “kijk mij eens heel veel weten! En u kunt mij toch nooit snappen; ik ben hier de leermeester”.

[vervolg, klik hier]

Afrikaanse homostudenten seksslaaf in Arabische wereld

In het Afrikaanse Kenia worden homostudenten verhandeld als seksslaven in de Arabische wereld. Dat blijkt uit het Keniaanse homotijdschrift Idenity.

lees verder…

Marroncultuur kent traditioneel monogaam huwelijk

door Audry Wajwakana

Paramaribo – Jarenlang wordt de samenlevingsvorm tussen mannen en vrouwen in de marroncultuur als polygaam bestempeld. Een onjuiste stelling, meent antropoloog Salomon Emanuels. Want, net als andere culturele groepen kent ook deze groep het traditioneel monogame huwelijk.

lees verder…

‘Het onmogelijke vragen’

Nieuw boek van Willem van Lit

door Jeroen Heuvel

Een sociaalfilosofische ‘beschouwing over een pregnant en sentimenteel verschijnsel’, zo noemt Willem van Lit zelf Zijn boek Cariben, laten we het onmogelijke vragen. In 400 bladzijden neemt de auteur ons mee op zijn speurtocht naar de oorzaken van schoonheid en schaamte in Curaçao, de andere Nederlands Caribische eilanden, of een nog iets grotere regio: de Cariben. Op vrijdag 19 april (2013) presenteerde hij zijn boek in landhuis Ascencion. Van Lit is van beroep organisatieadviseur bij het Ministerie van Defensie en heeft een deel van zijn loopbaan bij de Koninklijke Marine op het eiland Curaçao gewerkt.

lees verder…

Het diverse zwarte bewustzijn van Antilliaanse Jongeren

door Francio Guadeloupe

Over het zwarte bewustzijn van Antillianen lijken vaak maar twee smaken te bestaan: van ‘slachtoffers van de slavernij’ tot zij die ‘hun slavernijverleden gebruiken om Nederlanders te chanteren’. Francio Guadeloupe ziet op de Antillen dat de werkelijkheid van jongeren vele malen diverser is.
[lees hier verder op Sociale Vraagstukken]

Flirtgedrag Surinaamse mannen krijgt vrouwelijk antwoord

door Donovan Mijnals
Paramaribo – Toen Annegriet Wijchers, Quincy Lisse en Sabrina Sugiarto begonnen aan ‘Psst… schatje’ vermoedden ze geen overdonderend effect. Ondertussen is de documentaire over het flirtgedrag van Surinaamse mannen zo succesvol gebleken, dat een tweede deel onvermijdelijk is.
Maar deze keer wel vanuit het oogpunt van de vrouw, dus: ‘Tss… je denkt’. Eerder verscheen er al een spin-off van het project: ‘Wan Bromki Fu Gado’, die werd genomineerd voor de Holland Doc24-documentaire prijs. Verder zijn er reeds gesprekken gaande om ‘ Psst… schatje’ in Zambia op de tv te krijgen.
‘Wij kunnen dat ook’
Aanvankelijk was ‘Psst… schatje’ slechts naar Afrika in the Picture gestuurd, omdat dat festival toen in Nederland draaide. “Het was heel leuk, want er zaten heel veel Surinamers in de zaal en de lachsalvo’s rezen de pan uit: mensen zaten echt op hun dijen te slaan van plezier”, herinnert Wijchers zich. Achteraf bestond de gelegenheid tot vragen uit de zaal en het publiekvroegtelkens wanneer de vrouwen aan het woord gelaten zouden worden. Koren in de molen van de documentairemaker. “Stiekem hadden we er al eerder over nagedacht, want je bent ermee bezig en je hoort die mannen allemaal kletsen en je denkt ach, dat kunnen wij ook.”
Het vervolg van ‘Psst… schatje’ wordt volgens Wijchers een grotere uitdaging. Vrouwen zijn volgens haar toch wat terughoudender in hun antwoorden. “Als ik zo meteen naar een vrouw toe stap met de vraag: wat is uw type man, vragen ze vast waarom ze mij dat nou zouden vertellen.” Ze verwacht daarom dat er in dit project meer productie aan te pas komt en houdt er rekening mee dat het de spontaneïteit kan beïnvloeden. Er wordt dus slechts voor die optie gekozen indien op straat niet de gewenste verhalen uit de bus komen.
Ongeduld
De opnames voor deel twee zijn nog niet echt begonnen. Maar de crew is wel één dag in de stad geweest om de promo te maken. Het begon daar bij Wijchers meteen in de vingers te jeuken. Vergeten was de eigenlijke reden waarom ze op pad waren. Op gegeven moment kreeg ze daarvoor zelfs op haar donder. “Annegriet, we zijn bijna door onze batterijen heen. We zouden de promo maken en nu ben jij al aan het interviewen voor het project”, beet Lisse haar toe. Ondertussen waren al vier vrouwen aan het woord gelaten. “We waren een hele ondeugende jongedame tegengekomen, maar ook een vrouw die leuke verhalen had over hoe ze verliefd was geworden op een man bij haar in de kerk. Ze vertelde hoe ze stiekem elkaar knipoogjes gaven tijdens de dienst.”
De documentaireproducenten willen het project binnen 120 dagen af hebben. De eerste zestig dagen worden besteed aan het vergaren van fondsen. Door de bezuinigingen in Nederland vanwege de crisis, is er geen geld meer voor mooie creatieve ideeën. “We hebben een ‘crowdfunding project’ opgesteld waarbij mensen geld kunnen geven.” Zij kunnen vervolgens het productieproces van de film op de voet volgen. En afhankelijk van de geleverde bijdrage onder meer een dvd, bewerkte foto en ander beeldmateriaal van Lisse bemachtigen. Daarnaast is er voor de mannen die een beetje verlegen zijn en het niet zelf durven uitspreken een ‘Psst… schatje’ T-shirt.
Surinaams product
Het allerbelangrijkste is volgens de crew om beide documentaires op de Surinaamse tv te krijgen. “We willen ook zoveel mogelijk Surinamers bij het product betrekken.” Er is een soundtrack in gedachten en dat willen ze juridisch goed geregeld hebben met de artiesten. “De vorige keer waren er veel mondelinge afspraken gemaakt en deze keer willen we daarvan afstappen.” Er wordt nu een componist ingehuurd van wiens werk er ook een clip gemaakt wordt, zodat ook diegene zijn carrière een boost krijgt. Allemaal in de functie van het flirtgedrag van Surinaamse mannen en vrouwen.
[uit de Ware Tijd, 16/03/2013]
Opgave CU: zoek de verkeerde gebruikte uitdrukkingen. Onder de goede inzenders wordt een nieuwe trofee verloot: de Rolf van der Marck-boterham met jonge kaas.

Verdraagzaamheid, een programma voor vrijheid (16)

door Willem van Lit
In deel 16 het onderhoud van de dynamiek van het vermogen verdraagzaam te zijn; hert verlaten van het monopolie van de waarheid, het fanatisme en dogmatisme of de onverschilligheid. De cruciale rol van leiderschap.
 
Ontwikkeling van het vermogen tot tolerantie is steeds een menselijk, dus redelijk proces, dat in de staat van onderhoud steeds matigheid nodig heeft. Men kan zich niet afwenden van het ongeluk van anderen, zoals Spinoza dat bedoelde, omdat dit de kern van de menselijke conditie is. Bij het redelijk of rationeel handelen hoort dat men dit enkel kan doen als men de eigen positie goed in de gaten heeft. Anderen moeten dit kunnen zien en ervaren door hun eigen positie te waarderen. Het is wederzijds, nadrukkelijk wederzijds en nooit eenzijdig waarbij men de andere wang toekeert als men op de ene klappen krijgt. Tolerantie komt niet voort uit eenzijdig gepreekte naastenliefde maar uit het op gang brengen van de dialectiek, de wederzijdse bejegening, die niet zómaar ontstaat door er maar enerzijds veel in te pompen. Dit laatste werkt beledigend de apathie en lethargie in de hand waarbij het geweld van de beschaming op de loer ligt. De belerende tolerantiecampagne van de Nederlandse overheid eind 2012 op de tv, waarbij men zogenaamd ‘vrijblijvend’ witte pakjes ‘TOLERANTIE’ ronddeelde, is als mislukt van de zenders gehaald. Men maakt zich belachelijk door juist het benadrukken van die eenzijdigheid.
Het begrip rationeel is onder druk van de meritocratie van het neoliberalistische waanidee steevast verkeerd uitgelegd en gehanteerd, waarbij men voortdurend mensen de hoek in heeft gedreven, de hoek van het zogenaamd gebrek aan vermogen of onwil te groeien. Het neoliberalistische idee van rationalisme is een sociaaldarwinistische belediging voor de hele mensheid. Het ontkent het beginsel dat men zich niet mag afwenden van het ongeluk van anderen. Door ongebreidelde arrogantie en schraapzucht is het neoliberaal rationalisme een klap in het gezicht, het uitgangspunt van hernieuwde beschaming die tot meer geweld zal leiden en hierdoor wordt civilisatie ontkend. Ook hier lost het zeker niets op de andere wang toe te keren omdat ze je daar dan net zo vrolijk en nog harder zullen treffen. Zonder scrupules.
Maar ook door socialistisch-christelijk politiek correct dwingen staat de rede onder druk. Sommigen gaan zó ver dat men de eigen door de verlichting verworven democratische beginselen en stelsel ter discussie zou willen stellen. Er zijn mensen die er bijvoorbeeld voor pleiten de sharia in bepaalde sectoren van onze samenleving toe te laten. Men realiseert zich niet meer dat ons systeem van scheiding van kerk en staat en trias politica  uit de bloedige brij van religieuze wanorde en fanatisme naar boven is gesleurd: de desastreuze godsdienstoorlogen uit vroeger eeuwen in Europa. De tolerantie van het laisser-faire of ‘Weg met ons Cultuur’, zoals Ida Lamers dat noemt geeft dit soort verstikkend en bloederig dogmatisme weer een kans tot vernietiging. Het was hetzelfde religieus fanatisme dat – geautoriseerd – als ideologie werd gebruikt om inheemse gemeenschappen en culturen in Amerika om zeep te helpen.
Bescherming en bewaking van ons democratisch stelsel en gedachtegoed vergen voortdurende inzet van de redelijkheid. De balans tussen sociaal-, christen-, en liberaal-democratische krachten met alle mankementen en in allerlei varianten verdient ver de voorkeur boven razend fanatisme en dogmatisme van het eigen gelijk of boven een schijnbare onverschilligheid van tirannie waarin bloedvergieten en knechting als ‘schone’ methoden voor handhaving van evenwicht worden gepropageerd. Het verdient tevens ver de voorkeur boven het absurd beschamend nihilisme van neoliberalistische onverschilligen.
Laisser-faire verdraagzaamheid laat binnen het Koninkrijk toe dat de cultuur van verzet en woede, de patronage, fraude en eenzijdige begunstiging op de Caribische eilanden kan doorgaan. Sterker nog, dit zelfde politiek correcte idee van eenzijdige tolerantie staat patronage toe, doet mee aan de beschamende kracht van het kolonialisme van de gunst: eenzijdig, waarbij de bruisende kracht van woede wordt uitgelokt.
Ik pleit in dit boek voor een samenleving waar er plaats is voor tolerantie op basis van ruilinteractie, de dialectiek van wederzijdse bejegening. Hetzelfde idee moet eveneens toepassing vinden in het Koninkrijk der Nederlanden. We weten dat de verhoudingen tussen het Europese en het Caribische deel in macht en kracht ongelijk is; het Europese deel voert de boventoon. Juist door dit besef is de ontwikkeling van tolerantie op basis van deze ruilinteractie van groot belang. Het is de noodzakelijke voorwaarde waardoor de pathetische omhelzing en de strikken van schuld en schaamte los kunnen komen.
Met behoud en toepassing van de dynamiek van de rede. De mens heeft allereerst de kunst moeten leren met elkaar te leven. Eerder in dit boek (hoofdstuk 1 en 3) heb ik geschreven dat ik Popper volg als hij zegt dat “de mens, of zijn voorouder, eerst een sociaal en daarna pas een menselijk wezen was”. Eveneens was er eerst de gemeenschap en daaruit is taal ontstaan. “Maar dat betekent dat sociale instellingen, en daarmee ook typisch sociale regelmatigheid of sociologische wetten al bestonden voordat er sprake was van zoiets als wat sommigen graag ‘de menselijke natuur’ en de menselijke psychologie noemen”. Hij zegt verder dat het menselijk bewustzijn, zijn noden, verwachtingen, angsten, de hoop, motieven en zijn ambities hoe dan ook het product zijn van de samenleving zelf en niet de scheppers ervan. De structuur van de sociale betrekkingen zijn mensenwerk en niet het werk van God of van de natuur. De mens heeft zijn eigen omgeving ontworpen en ontwikkeld op basis van eigen menselijk handelen en besluiten en deze structuren kunnen alleen worden gewijzigd door datzelfde menselijk handelen en zijn besluiten. De mens is ingenieur van zijn eigen sociale realiteit. Het bewustzijn is ontstaan uit en is samen met de ontwikkeling van die sociale structuren en culturen gevormd. Op deze manier ontwikkelt zich de rede, die eveneens samen met de voortdurende ontwikkeling van diezelfde sociale realiteit en betrekkingen is ontstaan. En dat is de reden dat de redelijkheid constant onderhoud vergt.[1]
Identiteit en authenticiteit zijn dan dynamisch sociaal gedefinieerd, waarbij men zich wel bewust is van de vorming van cultuur in een eigen maatschappelijke en historische context, maar waarbij men zich actief bewust veranderbaar opstelt. Dit vergt voortdurende oefening van eerbied, aandacht voor het ongeluk van anderen. Gemeenschapszin waaraan iedereen meedoet, is onvoorwaardelijk noodzaak. Strikt wederzijds. De basisvoorwaarde is dat men álle groepen bevrijdt uit het geweld van de armoede, waarbij waardigheid en besef van vrijheid loskomt van de gunst van de gift, de cultus van patronage, de woede, afgunst en fanatisme. Zelfredzaamheid is een pijler voor het onderhoud van de redelijkheid, slachtofferisme vernietigt dit. En dit alles vergt leiderschap, als organisator van de menselijke betrekkingen.
In mijn boek De Caribische eilanden, het alternatief[2]heb ik gezegd dat het bij de Nederlands Caribische eilanden om drie fundamentele problemen draait: de armoede, de zorg voor de jeugd en het leiderschap. Dit is nog steeds zo. Het probleem met leiderschap liep toen als een rode draad door het boek. Nu kom ik er weer bij uit. Het ontwikkelen van tolerantie, zoals het hier bedoeld is, gaat niet vanzelf. Leiderschap is van enorm belang bij het op gang krijgen en houden van het vermogen tot verdraagzaamheid. De kenmerken van het leiderschap dat hierbij naar voren moet komen, zal ik in het kort hieronder herhalen.
1)      In een Caribische omgeving past het een uitgesproken en tot de verbeelding sprekende vrouw of man in een voortrekkersrol te hebben. Zij of hij moet charisma hebben.
2)      Hij of zij moet integriteit waarborgen en uitstralen: onkreukbaar zijn.
3)      De leider moet een helder en uitgesproken idee hebben over de toekomst: hij/zij moet een duidelijke visie hebben.
4)      Hij of zij moet voor mensen ruimte scheppen en ook grenzen trekken waar nodig, maar zeker niet afrekenen. Hij/zij moet mensen in geest en mogelijkheden vrijheid kunnen bieden tot ontplooiing te komen: positief mensgerichtleiderschap.
5)      De grondslag voor goed leiderschap is optimisme. Men moet in staat zijn boven de geest en sfeer van voortdurende crisis en teloorgang uit te groeien en niet steeds verwijzen naar anderen.
6)      De leider moet bruggen slaan tussen uiteenlopende groepen, segmenten, sociale lagen, rassen, enz. Hij/zij moet deze kunnen verzamelen en afstemmen rond één idee met afstemming van belangen.
7)      Leiderschap vergt verstandige oriëntatie op alle relevante maatschappelijke functies (sociaaleconomie, gezondheid, jeugdzorg, wetenschap, veiligheid, ecologie, enz.) en de leider moet in staat zijn deze te groeperen rondom de idee voor de toekomst.
8)      De Caribische stijl van leidinggeven vergt voorts een positief constructieve manier van knutselen: bestuurlijk manoeuvreren van dag tot dag met het oog op de toekomst.
9)      Zijn of haar gezagsbasis is de democratie (niet patronage), de legitieme grondslag voor integer en geciviliseerd bestuur.
(slot volgt)

[1]Popper, De open samenleving en haar vijanden, pag. 333. Als in mijn eerste hoofdstuk heb ik dit in een voetnoot toegelicht onder de subtitel ‘Smeulende herinneringen’. Deze redenering is de basis voor het verklaren van de (ontwikkeling van de) menselijke rede, die als beginsel van matigheid in denken en handelen tevens de basis vormt voor het vermogen tot tolerantie.
[2]Van Lit De Caribische eilanden, het alternatief, pag. 135 – 141.

Verdraagzaamheid, een programma voor vrijheid (15)

door Willem van Lit

In dit 15e deel van hoofdstuk 6 de rol van het Europese deel van het Koninkrijk: een sleutelpositie in de ontwikkeling van verdraagzaamheid.

lees verder…

Verdraagzaamheid, een programma voor vrijheid (8)

door Willem van Lit

Deel 8 van dit 6e hoofdstuk gaat over de sociale context waarin verdraagzaamheid een kans krijgt: de noodzaak van ruilen.

De vrijheid te kiezen ten koste van de ander

De vrijheid te kiezen ten koste van de ander heet macht. De basishandeling voor elk menselijk sociaal gedrag is ruilen[1]. Ruil wordt beïnvloed door machtsverhoudingen op de manier van marktverhoudingen. Ruil als menselijke handeling kan zich op talloze manieren voordoen.

lees verder…

Trabao a habri na Cuba

Dia 23 di jan den Archivo Nacional presentacion di e buki aki, Trabao a habri na Cuba di José Miguel S. Donata Tocante e periodo cu Arubianonan tabata bay traha na Cuba! E contenido y potretnan sigur lo touch curason di hopi hende! Interes na e info aki ta grandi!

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter