blog | werkgroep caraïbische letteren
Categorie: Journalistiek & Nieuwe media

Perswaakhond erkent gebrekkig onderzoek Suriname

door Judith Janssen

De internationale journalistenorganisatie Reporters without Borders (RwB) gaat het onderzoek naar de persvrijheid in Suriname uitbreiden. Aanleiding is een klacht van de Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ). Die vindt dat Suriname te hoog staat genoteerd op de deze week verschenen wereldranglijst voor de persvrijheid. Ook de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) is ‘hogelijk verbaasd’ over de conclusies.

In het jaarlijks terugkerende onderzoek komt Suriname opvallend goed uit de bus. Het land steeg van plek 35 (in 2010) naar plaats 22. De Surinaamse journalistenvereniging is hierover verbijsterd. De SVJ is verbaasd dat de conclusie van de RwB is gebaseerd op basis van één bron en vindt het daarnaast vreemd dat zij zelf nooit is geraadpleegd.

Reporters without Borders erkent tegenover de Wereldomroep dat slechts één journalist de vragenlijst heeft ingevuld. “We zijn ervan uitgegaan dat deze persoon zijn land kent en betrouwbare informatie heeft verstrekt”, zegt RwB-woordvoerder Benoit Hervieu. “Normaal gesproken zou een correspondent ook nieuwe contacten raadplegen over dit onderwerp. Hij heeft dit niet gedaan.”

Op het matje
De RwB is geschrokken van de reactie van de Surinaamse journalistenvereniging en heeft haar informant – die zij niet bij naam wil noemen – inmiddels op het matje geroepen. Wel wijst Hervieu erop dat zijn organisatie tijdens het onderzoek geen signalen uit Suriname heeft gekregen over kidnapping of mishandeling van journalisten.

Naar aanleiding van de klacht zegt RwB nu toe te gaan praten met de SVJ om een completer beeld van de persvrijheid in Suriname te krijgen.

Andere signalen
Algemeen secretaris Thomas Bruning van de NVJ zegt dat de RwB over het algemeen veel goed werk verricht, maar dat zij soms hun hand overspelen met dit soort onderzoeken. “Als je de hele wereld in kaart wilt brengen, moet je kunnen terugvallen op goede rapporteurs. In dit geval is dit dus duidelijk niet zo.” Zijn organisatie krijgt andere signalen over persvrijheid vanuit Suriname.

[RNW, 27 januari 2012]

Informatiedieet

door Anil Ramdas

Volgens Rolf Dobelli is nieuws voor de hersenen wat suiker is voor het lichaam. Het verteert snel, maar verzadigt niet. Vooral de overvloed aan nieuws baart hem zorgen. Daarvoor bestaat naar zijn zeggen maar één remedie: een informatiedieet. Dat klinkt redelijk, maar pas op. Dobelli houdt niet van halve maatregelen. Hij pleit voor een radicale oplossing. Sluit je af van nieuws. Ontgiften is alleen mogelijk via cold turkey. Dobelli serveert de positieve effecten van deze methode royaal uit. Geen nieuws meer toelaten betekent meer tijd overhouden, minder last hebben van chaos en stress, en een grotere kans op het verwerven van inzichten die de waan van de dag overstijgen.

In zijn essay ‘Avoid News’ wordt Dobelli niet moe om uit te leggen dat nieuws ons uit onze concentratie haalt, ons evenwicht en ritme verstoort en ons misleidt. Hij stelt dat nieuws per saldo nauwelijks invloed heeft op het nemen van belangrijke beslissingen. Nieuws beperkt namelijk ons begripsvermogen, want de gepresenteerde feiten mogen doorgaans juist zijn, de draden die de feiten bij elkaar houden, blijven even zo vaak aan het zicht onttrokken. De onderliggende processen en ‘het grote verhaal’ worden ons onthouden, waardoor ons denken wordt afgevlakt en ons geheugen ondermijnd.

Het is een verleidelijke gedachte: geen kranten meer, geen radio en televisie, geen internet, geen e-mail, geen sociale media. De mogelijkheid om in alle rust over grote vraagstukken na te denken en de kwesties van deze tijd diepgaand te beschouwen, bezit onbetwist een zekere aantrekkingskracht en charme. Ons met toewijding overgeven aan weidse bespiegelingen beantwoordt aan ons verlangen naar onthaasting en onze behoefte om door te dringen in de mysteries van het leven.

Behalve iets filosofisch – zo men wil romantisch – bezit Dobelli’s pleidooi ook iets onwerkelijks. De menselijke geest op afstand houden van zijn directe omgeving om diezelfde omgeving beter te kunnen doorgronden, lijkt het paard achter de wagen spannen. Het ligt immers meer voor de hand dat je een samenleving pas kunt begrijpen als je voeling houdt met verwikkelingen en gebeurtenissen waarover leden van die samenleving met elkaar in gesprek zijn en waarvan media verslag doen.

Zou je zonder kranten te raadplegen en het internet te gebruiken je een goed beeld kunnen vormen van de hedendaagse Surinaamse samenleving? Sommige mensen zullen die vraag bevestigend beantwoorden. Zij zullen het niveau van de journalistiek laken, de betrouwbaarheid van het internet in twijfel trekken en de informatievoorziening als gebrekkig afdoen. Nieuws is in de ogen van deze sceptici altijd partijdig, onderhevig aan manipulatie en ten diepste een werktuig van machthebbers die eerzame burgers zand in de ogen willen strooien om zelf het heft in handen te kunnen houden. Aan mensen die deze opvattingen zijn toegedaan, is de oproep van Dobelli welbesteed.

Ik kan mij geen dag voorstellen dat ik niet het internet afschuim op zoek naar actuele informatie over Suriname. De tijd dat ik mij moest behelpen met pakketjes kranten die mensen per post aan mij opstuurden of na een verblijf in Suriname voor mij meenamen, ligt inmiddels ver achter ons. Het verkrijgen van inlichtingen over een afstand van 7500 kilometer verloopt tegenwoordig vele malen minder omslachtig en kostbaar vergeleken bij twintig jaar geleden. Surinaamse kranten en Surinaamse radio- en televisiestations zijn thans 24/7 via het internet toegankelijk. Ook dankzij andere informatiekanalen worden wij deelgenoot gemaakt van ontwikkelingen die zich momenteel in Suriname voltrekken en waar wij dagelijks kennis en inzichten aan kunnen ontlenen.

Niet alleen journalisten en wetenschappers laven zich aan nieuwsbronnen en maken er dankbaar gebruik van. Ook in de letterkunde en de kunst is nieuws een bron van inspiratie en een vertrekpunt voor reflectie. Veel Surinaamse schrijvers – essayisten, romanschrijvers en dichters – bestaan bij de gratie van hun antenne voor nieuws. Anil Ramdas is een bekend voorbeeld van dit type schrijver. Zijn Badal was in 2011 de roman die mij stilistisch het meest bekoorde en mij inhoudelijk het vaakst tot tegenspraak uitnodigde. Dat er romantechnisch het nodige aan het werk schort, doet er hier even niet toe. Het boek ademt nieuws, wordt bevolkt door personages die leven van nieuws en is geschreven door een auteur die een voorliefde heeft om creatief te abstraheren van nieuws.

Natuurlijk heeft Dobelli een punt als hij zich afzet tegen de informatie-industrie die ons tot willoze consumenten probeert te degraderen en ons in slaap tracht te sussen met zielloos vermaak en nutteloze weetjes. Het kost weinig moeite om een paar Surinaamse media te bedenken die hun publiek op deze wijze wensen te benaderen. Maar Dobelli heeft wel erg weinig vertrouwen in het menselijk vermogen tot selectie, analyse en duiding. Anders dan hij ons wil doen geloven, weten veel mensen wel degelijk hun weg te vinden in de wirwar van berichten en berichtjes waarmee wij dagelijks worden overspoeld. Bovendien vergeet hij dat aandacht voor nieuws aandacht voor het ‘grote verhaal’ achter dat nieuws niet uitsluit. Sterker, serieuze journalisten en kritische nieuwsconsumenten beschouwen deze lagen als onderdeel van hetzelfde verhaal en staan erop dat de media het geheel tegen het licht houden. Dobelli ziet ten slotte nog iets anders over het hoofd. Goed geïnformeerde burgers zijn de kruipolie van een soepel functionerende samenleving. En van een levende democratie. Laten we nog even wachten met ontgiften.

Het essay van Dobelli is hier te vinden

Persvrijheid is een groot goed, maar wat doe je ermee?

door Joshua Taytelbaum

De media besteden vandaag aandacht aan de de door Reporters Without Borders (RFS) gepubliceerde lijst met een vergelijkende waardering van de persvrijheid over de hele wereld, waarop Suriname dit jaar is gestegen, of zoals de Ware Tijd het noemt, de persvrijheid is onder Bouterse ‘verbeterd’. Maar goed dat de schrijver van het stuk, Ivan Cairo,’ verbeterd’ tussen aanhalingstekens plaatst, want het blijft natuurlijk allemaal relatief en het is nooit los te zien van de persoon van de beoordelaar, dus het is ook altijd subjectief. Uit dit rapport blijkt dat Suriname op een ranglijst van 179 landen van de 35e plaats in 2010 is opgeklommen naar de 22e plaats in 2011. Afwezigheid van geweld en ernstige schending van vrijheid van meningsuiting bepalen de score die een land krijgt. We mogen echter pas tevreden zijn als wij samen met het merendeel van de Europese landen ergens in de top eindigen.

Naar zijn mening gevraagd beklaagde de voorzitter van de Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ), Wilfred Leeuwin, zich erover dat de media worden belemmerd om zelf de informatie te vergaren over processen en besprekingen die gaande zijn, zij moeten het doorgaans stellen met een comminiqué dat de regering uitgeeft op de staatszenders of in haar bij de dagbladen ingesloten katern ‘De Overheid’, dat de samenleving echter alleen maar ‘zoetsappige’ verhaaltjes voorhoudt. Leeuwin maakt echter niet duidelijk op welke wijze zij belemmerd worden, maar waarschuwt enkel voor ‘luiheid’ onder journalisten die zich hiermee tevreden stellen. Voor het eerstvolgende onderzoek zullen Reporters Without Borders zich breder moeten oriënteren, oordeelt Leeuwin in zijn gesprek met Ivan Cairo. Maar als het waar is wat Paul Kraaijer op Facebook beweert, namelijk dat Cairo het contact en dus ook de aangever is voor RFS, dan komt Cairo’s verslag in een heel ander licht te staan, hij mag zichzelf dus prijzen dat Suriname op die lijst is gestegen! Leeuwin had hem dus moeten vragen om aan de RFS door te geven dat ze volgend jaar eigen, onafhankelijke waarnemers moeten sturen, maar zo werken RFS helaas niet.

Wat doe je met je persvrijheid?
De kritiek van Leeuwin is net zo goedkoop als de luiheid die hij zijn collega’s verwijt. Gelijk heeft hij waar hij zegt dat men zich tevreden stelt met de door de overheid gegeven –veelal te oppervlakkige en onvolledige– informatie. Maar als Leeuwin oordeelt dat de overheid tekortschiet, moet hij onmiddellijk daaraan koppelen dat ook de journalistiek tekortschiet door niet zelf op onderzoek uit te gaan en zelf research te plegen. Denk maar niet dat het elders zo zou zijn dat de journalist alles op een presenteerblaadje krijgt aangeleverd. Het is nu juist de taak van de journalist om te beoordelen of de hem verstrekte informatie juist is, en zo niet, zélf op onderzoek uitgaan om de waarheid boven tafel te krijgen, en dat is nu precies waar het de Surinaamse journalistiek aan schort.

Research
Een ‘fraai’ voorbeeld is de ‘affaire’ Sasur, die door de media tot een ware hysterie is opgeklopt zonder dat er ook maar één journalist op het idee is gekomen om te onderzoeken wat Sasur is, hoe Sasur werkt en wat er wáár is van alle smadelijke verhalen die de media ongestraft publiceren. Zelfs Times of Suriname, die op gegeven moment niet anders kón dan constateren dat de media zich met hun hetze tegen Sasur schuldig maken aan machtsmisbruik, heeft het daarbij laten zitten, in plaats van met een op feiten gebaseerd en informatief artikel de zaak voor eens en voor altijd recht te zetten en uit de wereld te helpen. Wat heb je aan persvrijheid als je geen gebruik maakt van die vrijheid? Niets dus, want alle aan de Surinaamse media verbonden journalisten hebben –in strijd met alle journalistieke codes– alleen maar het woord van hun broodheer gesproken.

Dat is behalve een jammerlijke ook een vreemde conclusie, want een journalist zou als geen ander moeten weten wat auteursrechten zijn. De journalisten claimen wel auteursrechten op hun eigen werk, maar als het gaat om de auteursrechten van ‘songwriters/composers’ is het opeens een ver-van-hun-bed show en prediken zij klakkeloos –alsof er geen journalistieke ethiek bestaat– des broodheren woord. Trouwens, mij is bekend dat de Ware Tijd, toen nog met Desi Truideman als hoofdredacteur, zonder toestemming of vermelding van herkomst iets heeft gestolen uit een ingezonden stuk. In dat stuk was een woordspeling verwerkt, er werd naar analogie van SOA’s gesproken over POA’s: Politiek Overdraagbare Aandoeningen. Dat ingezonden stuk is niet geplaatst, maar Wienied maakte er diezelfde dag nog mooie sier mee in de column “Dingen van de dag”. Toen de inzender reclameerde gaven de ‘heren’ niet thuis.
Kortom, de Surinaamse journalisten kunnen maar beter hun huiswerk gaan maken in plaats van genoegzaam achterover te leunen vanwege een hogere ‘ranking’.

Zie ook het eerdere bericht SVJ oneens over ‘drastische vooruitgang’ persvrijheid

SVJ oneens over ‘drastische vooruitgang’ persvrijheid

Reporters Without Borders (RFS) heeft op basis van een vragenlijst die ingevuld is door slechts één journalist bepaald dat persvrijheid in Suriname dertien plekken vooruit is gegaan. Suriname klimt op de wereldranglijst naar een gedeelde 22ste plek van 197 landen. De Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ) is verbaasd over de drastische positieve vooruitgang die Suriname krijgt over persvrijheid.

“De verbazing van de SVJ wordt vergroot als achteraf wordt begrepen dat RFS geen relevante referentie heeft gebruikt om tot deze notering te komen”, zegt de SVJ in een verklaring, ondertekend door voorzitter Wilfred Leeuwin. Op de vragenlijst die een journalist voorgeschoteld heeft gekregen, konden vragen alleen met ‘ja’ en ‘nee’ worden beantwoord. “De SVJ als georganiseerde beroepsinstantie en bewaker van de persvrijheid in Suriname is nimmer hierover geconsulteerd”, staat in de verklaring.

Schouderklopje
Reagerend op het rapport, dat overigens weinig of helemaal geen informatie geeft over het journalistiek gebeuren in Suriname of de beleving van persvrijheid, moet de SVJ constateren dat gezien de genoteerde redenen voor deze drastische vooruitgang, het niets anders is dan een schouderklopje voor instanties en instituten, zoals de overheid, die eventueel een gevaar kunnen vormen voor de persvrijheid in Suriname. Als reden voor deze drastische vooruitgang wordt in het rapport aangegeven dat er zich in 2011 geen noemenswaardige schendingen van persvrijheid hebben voorgedaan en er ook geen fysiek geweld heeft plaatsgevonden tegen journalisten. “Op zich klopt dit en mogen we verheugd zijn dat ‘ook’ in 2011 geen enkele journalist vanwege zijn of haar werk is mishandeld, voor het gerecht is gedaagd of vermoord. Maar voor de SVJ is dat juist de reden waarom 2011 aangemerkt kan worden als het jaar waarin de persvrijheid wel degelijk onder druk is komen te staan. Juist in dat jaar is er verschil te merken en kan een vergelijking gemaakt worden met voorgaande jaren.

Als de persvrijheid in Suriname met 13 posities op de ranglijst vooruit gaat ten opzichte van het jaar 2010, is het makkelijk de vraag te stellen wat het verschil is tussen beide meetmomenten. Wat is minder of meer geworden. De SVJ stelt vast dat in 2011 de communicatie tussen de overheid en de vrije media slechter is geworden. De overheid kiest er eerder voor zelf gedoceerde informatie te verstrekken aan de gemeenschap. In 2011 zijn de mediabedrijven Dagblad Suriname en het avondblad De West, waar journalisten werken, vanuit de overheid belemmerd en beknot in de uitoefening van hun werk. In 2011 is de verbale intimidatie naar journalisten toe toegenomen. Hierover zijn bij de SVJ opmerkelijk veel klachten binnengekomen van journalisten. In 2011 is door de regering een aanzet gegeven voor het instellen van een mediaraad. Hierbij moet opgemerkt worden dat de eerste en voorlaatste keer dat er sprake was van een mediaraad, het in de jaren tachtig is geweest.

Contact met RSF gezocht

De SVJ benadrukt dat de vergelijking tussen 2010 en 2011 slechts van toepassing is op de met 13 plaatsen gestegen positie over de persvrijheid in Suriname. Op geen enkele manier wordt hiermee een beoordeling gegeven over de persvrijheid in de periode 2010, die zo zijn eigen kenmerken heeft gehad. Er moet wel worden vastgesteld dat de reden die verantwoordelijk zijn voor de stijging op de ranglijst niet rëeel zijn, omdat in elk willekeurig jaar, na de militaire periode vanaf 1980 die reden consequent is gebleven en niet slechts in 2011 als een ‘mijlpaal’ kan worden aangemerkt.

De SVJ heeft contact opgenomen met het kantoor van Reporters without Borders in Parijs en wacht op een reactie van de organisatie. De hoop is uitgesproken voor een heroriëntatie van hoe het gesteld is met de persvrijheid in Suriname en dat in de toekomst deze miscommunicatie voorkomen kan worden.

[van Starnieuws, 26 januari 2012]

Nieuwe tv-studio op Bonaire

De grootste tv-studio van de ABC eilanden is op Bonaire gebouwd. De (tijdelijke) studio maakt het mogelijk om tv-opnames te maken voor de 1001 Proverbio TV show. Dit is een spelshow waarin basisscholen tegen elkaar zullen strijden op het gebied van spelling en spreekwoorden.

De drie shows, waaraan meer dan 150 basisschoolleerlingen en leerkrachten van Bonaire meewerken, zijn op worden zaterdag 14 en zondag 15 januari j.l. opgenomen.

De studio is dertien bij zestien meter. Het begon allemaal vorig jaar toen Fundashon Bon Kousa, samen met de Akademia Papiamento, het 1001 Proverbio boek publiceerde. Van dit boek is de gloednieuwe tv-show afgeleid. Het is de bedoeling dat met behulp van deze wedstrijd de kinderen van Bonaire meer interesse krijgen voor spreekwoorden.

Dankzij enthousiaste leerkrachten zijn de kinderen van Bonaire nu klaar om lastige vragen over spelling, de betekenis en het gebruik van spreekwoorden te beantwoorden. Bovendien hebben alle scholen een eigen toneelstuk en tekeningen over spreekwoorden gemaakt. In de afgelopen drie maanden heeft Bon Kousa de betrokkenheid en het enthousiasme zien groeien, want elke school wil natuurlijk winnen.

Qwikzite Award voor website Pelikino

Willemstad – Pelikino, het multi-linguaal familiariseringsprogramma bestemd voor kinderen van 4-8 jaar waarmee zij kunnen wennen aan een vreemde taal, heeft op donderdagavond de Qwikzite Award gewonnen tijdens de jaarlijkse uitreiking van deze prijs op Curaçao.

Oprichters Joes Wanders en Marianne Prins namen de prijs in ontvangst tijdens de jaarlijkse QwikZite nieuwjaarsborrel. De prijs, een T-shirt met ‘bling bling’-opdruk, werd uitgereikt door QwikZite-ontwerper en adviseur Rianne Hellings van Kuki & Co. De QwikZite Award is in het leven geroepen door Kuki & Co, een lokaal bedrijf dat websites ontwerpt die gemakkelijk te onderhouden zijn met het Qwikzite programma, een contentmanagementsysteem dat is ontworpen op Curaçao. Elk jaar reikt het bedrijf een prijs uit aan de beste website die met het programma is gemaakt in het voorgaande jaar. Andere genomineerden voor 2011 waren Indigo Blue Consult, ‘Journalistes Expérimentés’ van journalist Jean Mentens, Nick Mezas Yachtdesign,Flamingo Park Curaçao en MIXmarketing van social media-specialist Ria Luitjes. De QwikZite Award werd voor de zevende keer uitgereikt. De Curaçaose stichting Pelikono Pelikino won de prijs voor beste website van 2011. Het is niet de eerste prijs die de innovatieve methode ten deel valt, eerder in 2011 won Pelikino al het Europese talenlabel.

[uit Antilliaans Dagblad, 21 januari 2012]

Gruwelijke foto’s

Drugsoorlog Mexico

 

 

door Peter Vandermeersch

Het is altijd een moeilijke overweging voor de foto- en eindredactie van de krant. Publiceer je gruwelijke foto’s? Vele jaren geleden had ik een hoofdredacteur die het principe huldigde: de krant toont geen lijken. Dat is nobel. Want als kwaliteitskrant moet je niet willen scoren met gruwelijke foto’s van dode mensen.

Het gevolg van die beleidslijn: we dreigden (burger)oorlog en misdaad te ‘esthetizeren’. Bij een bomaanslag zag je wat scherven, een schoen, een kindermutsje. Je zag niet de harde werkelijkheid, namelijk dat bij een bomaanslag op een schoolbus kinderen uit elkaar worden gerukt.

Vandaag hebben we in NRC Handelsblad en op nrc.nl harde foto’s gepubliceerd. ‘Ze hangen aan bruggen’, zo luidt de aanhef van het begeleidend artikel. ‘Ze liggen in greppels. Ze zijn in vuilniszakken gestopt, in kofferbakken, intact of in stukken gehakt. In Mexico worden per dag tussen de 40 en 50 mensen vermoord’.

Mexico, want daar gaat ‘Het Grote Verhaal’ over, is sedert eind 2006 in de greep van een drugsoorlog. De dramatische tol: 47.515 doden. ‘De cijfers zijn een statische abstractie van een chaos aan geweld’, schrijft Amerika-redacteur Ykje Vriesinga. ‘Onder de doden zijn drugshandelaren, politieagenten, journalisten, gemeenteraadsleden, militairen, migranten, kinderen en toevallige voorbijgangers.’

De schaal waarop er gemoord wordt is te groot voor woorden. Daarom kozen we er vandaag voor om dat eens niet alleen in woorden te beschrijven, maar ook in beelden te laten zien. De fotoredactie maakte een keuze. Hard, confronterend, afstotelijk,… En wat misschien het ergste is: de foto’s vormen maar een beperkte afspiegeling van de gruwelijke werkelijkheid.

Of we met deze harde fotoreportage de juiste keuze maakten, weet ook ik niet. Journalistiek is zoeken, kiezen, twijfelen en jezelf in vraag stellen.

[van de blogspot nrc.nl>hoofdredacteur]

 

 

Talkshow BijlmerTalk op komst

Veel Bijlmenaars hebben het naar hun zin om in de Bijlmer te wonen, er heerst een bepaald gevoel van trots onder velen die in de Bijlmer wonen. Tegelijkertijd heerst er enige frustratie door het feit dat ondanks alle veranderingen, dat de Bijlmer naar buiten toe nog steeds een negatief imago heeft. Dit imago wordt door de media steeds benadrukt en aangegeven alsof het ‘de norm’ is voor wat er in de Bijlmer gebeurt.

Bij BijlmerTalk gaat het om hoe de Bijlmenaars zelf willen dat de Bijlmer in de media wordt neergezet. Hoe denken bewoners zelf over zaken die hier gebeuren en dan zowel de goede als de slechte. Bij BijlmerTalk worden de thema’s vanuit de belevingswereld van de jongeren en jong volwassen gekozen en ook zodanig gepresenteerd. Dit allemaal op een moderne en interactieve manier. Elke show wordt aangevuld met experts over de verschillende thema’s, representanten van overheid en instanties, het bedrijfsleven en met uiteraard de kleurrijke inwoners van de Bijlmer zelf.

Thema van de eerste aflevering is Bijlmer 2.0., de nieuwe, verbeterde versie van de Bijlmer. 2.0. geeft op het internet aan dat het gaat om de laatste update van bijvoorbeeld een website, of dat men te maken heeft met de laatste versie van een nieuwe technologie/ontwikkeling. BijlmerTalk vindt deze benaming passend voor Bijlmer anno nu. Er is in een korte tijd zo veel veranderd in de Bijlmer dat het af en toe bijna lijkt of je te maken hebt met een laatste, verbeterde versie van de Bijlmer. Hiermee wil BijlmerTalk nagaan, in kaart brengen wat zoal Amsterdam Zuidoost te bieden heeft, met name ook aan jongeren.

Hierbij alvast een preview van de eerste editie van de talkshow BijlmerTalk.

Lees hier meer

Satire Nederlands koningshuis zorgt voor ophef

Een kort satirisch filmpje in het populaire tv-programma De Wereld Draait Door heeft gemengde reacties opgeleverd. In het filmpje zijn de hoofden van koningin Beatrix, prins Willem-Alexander en prinses Máxima te zien die op naakte lichamen zijn geplakt. Zij brengen zogenaamd en staatsbezoek aan Papoe-Nieuw-Guinea. Sommige mensen zien de grap ervan in, anderen vinden dat de grenzen van het betamelijke zijn overschreden.

Het filmpje is een reactie op de kritiek van de PVV op het koninklijke bezoek aan een moskee in de Verenigde Arabische Emiraten. Daarbij droegen koningin Beatrix en prinses Máxima een hoofddoek. Geert Wilders van de PVV maakte zich daar boos over. De Rijksvoorlichtingsdienst zei dat het normaal is dat de koninklijke familie de lokale kledinggebruiken respecteert.

Radio’s uit protest uit de ether

Paramaribo – Alle radiostations aangesloten bij de Vereniging van Radio-en Televisiebedrijven in Suriname (VRTS) zullen vanmorgen tussen half zeven en half acht in de morgen uit de ether zijn. Dit als protest tegen “het verder voortbestaan van Stichting Auteursrechten Suriname (Sasur) welke in de afgelopen jaren alleen tot beschadiging en verdergaande vernietiging van de muziek- en entertainmentindustrie in Suriname heeft geleid.”

In een perscommuniqué dat de VRTS gisteren heeft uitgegeven, wordt gezegd dat op een vergadering maandag alle leden unaniem het besluit hebben genomen om het pad van stille diplomatie noodgedwongen wordt verlaten en actie gevoerd zal worden. Een bron deelde de krant mee, dat de actie inhoudt dat de zenders een uur lang uit de lucht gaan. De VRTS voert aan dat in de afgelopen week onder meer eigendommen van een showpromotor op de veiling zijn verkocht en dat drie mediabedrijven zijn gevonnist om miljoenen Surinaamse dollars aan “royalties” voor het gebruik van beschermde muziek te betalen.

Telkens heeft de rechter in civiele processen op basis van een wet van 1913 vonnis gewezen in het voordeel van Sasur. Deze bijna een eeuw oude wet is naar de mening van de VRTS aan grondige herziening toe.

De VRTS voert aan dat SASUR op bedenkelijke wijze van de toenmalige ministers van Justitie & Politie, de heren Sigfried Gilds en Chandrikapersad Santokhi een beschikking gekregen om als muziekauteursrechtenbureau op te treden. De Commissie van Overleg, die door de minister van Justitie & Politie in 2006 was ingesteld, heeft de minister geadviseerd om de beschikking van de minister van Justitie & Politie van 21 april 2005 No. J 1580 in te trekken.

In plaats van het advies van deze commissie op te volgen, heeft minister Santokhi de commissie van overleg ontbonden en een Commissie van Toezicht ingesteld, die volgens de VRTS in de praktijk een verlengstuk van SASUR blijkt te zijn. De leden van deze Commissie van Toezicht op het ministerie van Justitie en Politie worden namelijk betaald uit de opbrengsten van de muziekauteursrechten van SASUR.

De poging van de huidige minister van Justitie & Politie, Martin Misiedjan om via “mediation” het vraagstuk van SASUR op te lossen, heeft schipbreuk geleden, omdat SASUR volgens de VRTS niet bereid was om zijn structuur en werkwijze “aan de realistische en moderne maatschappelijke opvattingen te passen.”

[uit de Ware Tijd, 11/01/2012]

Bridget Jones Travel Award

Kunstenaars en schrijvers kunnen weer meedingen naar de Bridget Jones Travel Award. Deadline 13 januari 2012. De winnaar mag zijn/haar werk in juli presenteren op de Oxford University tijdens de Conferentie van de Society for Caribbean Studies. Uitgebreide informatie is te vinden op www.caribbeanstudies.org.uk

Connexxion

door Sheila Sitalsing

Op de website van het vervoersbedrijf Connexxion heb ik dit weekend nagezocht wat daar de precieze taakopvatting is. Dit staat er: ‘Connexxion, onderdeel van Veolia Transdev+Connexxion, is marktleider op het gebied van regionaal personenvervoer en ambulancezorg in Nederland. Dagelijks maken meer dan één miljoen mensen van onze diensten gebruik. Connexxion verbindt. Met zorg brengen wij mensen op hun bestemming door middel van toegankelijk, duurzaam en veilig vervoer. Via weg, rails en water. Daarmee vervullen wij een belangrijke maatschappelijke functie.’

Er staat niet bij of die ‘belangrijke maatschappelijke functie’ ook behelst het pingen van de Vreemdelingenpolitie als zwarte mensen uitstappen in witte villawijken. Er staat ook nergens of de Connexxion-variant op de veiligheidsslogan ‘Pak de overvaller, pak je mobiel’ luidt: ‘Pak de illegale neger, pak je mobiel’.

Daarom dacht ik aanvankelijk, nadat ik in de Volkskrant in een minutieus verslag las hoe Connexxion-personeel ijverig de Vreemdelingenpolitie Kennemerland assisteerde bij het oppakken van illegaal in Nederland verblijvende schoonmaaksters ‘met een negroïde uiterlijk’: dat is vast eigen initiatief van buscontroleurs die iets te gretig de goede burger willen uithangen. Ik dacht ook: ach gossie, hun baas ligt natuurlijk het hele weekend wenend onder de dekens, zich kapot schamend voor zijn mensen.

Maar toen stuitte ik op eerdere berichtgeving in het Haarlems Dagblad over deze kwestie. De krant maakte gewag van een formele afspraak tussen Connexxion en de Vreemdelingenpolitie, al sinds begin 2010, om gericht samen te werken bij het controleren van zwarte mensen zonder geldige legitimatie op zak op buslijnen naar de chiquere wijken rond Haarlem. Omdat er een luchtje hangt aan zwarte mensen die met de bus naar een dure wijk reizen.

Officiële verklikkers, dus.

Verslaggeefster Marjon Bolwijn meldde vrijdag fijne details in de Volkskrant. Hoe de Vreemdelingenpolitie ‘maandenlang’ (!) heeft gepost bij bushaltes in villawijken, om vervolgens mensen ‘met een negroïde uiterlijk’ te volgen door de wijk, toe te kijken hoe ze dure villa’s binnengingen, vaak met een sleutel. Loerend door het raam zagen ze de mensen dweilen en stofzuigen. Conclusie: zwartwerkende, illegale Afrikanen!

Zo werden dertig mensen opgepakt. Sommigen hadden een verblijfsvergunning; tegen de rest werd een uitzettingsprocedure begonnen. Enkelen waren verstandig genoeg dit aan te vechten. De rechter maakte gehakt van de opsporingsmethode: het gaat niet aan iemand op te pakken en in het illegalencachot te gooien, puur op grond van het feit dat ‘een vrouw van Afrikaanse origine in Bloemendaal liep en een zeer grote villa betrad met behulp van een voordeursleutel’.

Ik heb gepoogd er goed nieuws in te lezen. Dat er kennelijk zo weinig problemen zijn in de regio Kennemerland rondom mensenhandel en prostitutie, dat de Vreemdelingenpolitie alle tijd kan steken in het oppakken van mensen die geen vlieg kwaad doen, en naar wederzijdse tevredenheid werk doen waaraan behoefte is, in een prima relatie met opdrachtgevers.

Het gaat de Vreemdelingenpolitie om uitbuiting tegen te gaan, zo verdedigde leidinggevende Hans Konijn in de Volkskrant nog de actie waar de rechter onverbiddelijk een streep door zette. Vrome praatjes, want uitbuiting is onderzocht noch vastgesteld.

Wat rest is verbijstering en een vieze smaak in de mond.

En de vaste overtuiging dat het beter is te lopen dan in een Connexxionbus te stappen.

[uit de Volkskrant, 19-12-2011]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter