blog | werkgroep caraïbische letteren
Categorie: Journalistiek & Nieuwe media

De Ware is De Ware niet meer

door Joshua Taytelbaum

Het doek is gevallen voor de Ware Tijd. Vele malen ben ik de laatste tijd kritisch geweest over het hoofdredactioneel commentaar van de Ware Tijd, maar vandaag is voor mij de grens bereikt, vanaf vandaag is de krant niet langer objectief en serieus te nemen en is zij definitief toegetreden tot propagandateam van het Bouterse-blok.

lees verder…

Opstelwedstrijd Cliff Djamin Press Freedom Award

De Amerikaanse ambassade organiseert een opstelwedstrijd in verband met de Dag van de Persvrijheid en ter nagedachtenis van journalist en voormalig personeelslid van de ambassade Selvin ‘Cliff’ Djamin. De Ambassade nodigt geïnteresseerden uit om mee te doen aan deze opstelwedstrijd.

lees verder…

De grenzen van de Surinaamse zelfcensuur

door Harmen Boerboom

“Berichten jullie in Nederland geen nonsens over Suriname hoor! Ze weten je te vinden en slaan je in elkaar.” Ik ben in het centrum van de stad bezig met het maken van straatinterviews naar aanleiding van de omstreden amnestiewet. Een man met zonnebril hangt op zijn scooter tegen een muur en praat met een andere man die al anderhalf uur achter zijn flesje bronwater op een terrasje zit.

De man met de zonnebril en ik kennen elkaar ‘van de straat’. Ik weet niet wie hij is maar wel wat hij doet. Hij is fanatiek aanhanger van President Bouterse en hij is ‘overal’. Ook nu is hij ‘aan het werk’, zo vertelt hij mij. Het inlichtingennetwerk van Bouterse is fijn gemaasd en begint tussen het volk.

Gevoel van de jaren ’80
Kritiek op Nederlandse berichtgeving over Suriname is van alle tijden en bovendien vaak terecht. Maar een ‘waarschuwing’ over bestraffen van ‘nonsens’-berichtgeving door Nederlandse journalisten had ik persoonlijk al sinds het einde van de jaren ‘80 niet meer gehoord. De opmerking van de man met de zonnebril tekent de sfeer in een land waar de meningen van de voor- en tegenstanders van de omstreden amnestiewet polariseren. De discussie over dit onderwerp zorgt voor onrust en bij sommigen zelfs voor angst. “Het gevoel van de jaren ’80 komt terug,” vertelt een oudere vrouw die in de koffiebar haar pasteitje eet. “Bouterse voelt zich bedreigd door het aanstaande vonnis van het 8 decemberstrafproces, en dus moet de amnestiewet er snel komen. Hoe? Dat maakt niet uit.”

Strikte scheiding
Er is veel weerstand tegen de wet, niet in de laatste plaats in verband met de timing en de snelheid waarmee de wet in de Nationale Assemblee in behandeling is genomen. Ook internationale rechtsdeskundigen en politici hebben kritiek. Hun argumenten zijn helder: mensenrechtenschendingen kunnen volgens het internationaal recht niet onder amnestie vallen, lopende processen kunnen niet doorkruist worden door nieuwe wetgeving en een strikte scheiding tussen het politieke en het justitiële apparaat is een voorwaarde in een democratische rechtsstaat.

Zwaar op de korrel
Maar de voorstanders van de wet willen dat niet horen. En dus worden er vanuit het kabinet van de president telefoontjes gepleegd met redacties van televisieprogramma’s en kranten. Het actualiteitenprogramma ‘Panorama’ dat wordt uitgezonden op de staatszender ATV kreeg te horen dat er alleen voorstanders van de wet aan het woord gelaten moeten worden. En een ochtendblad kreeg een telefoontje naar aanleiding van een bericht over kritische geluiden in het Europees Parlement. De berichtgeving moest wat positiever zijn. Intussen is via de staatsmedia een regeringsgezinde campagne bezig en worden de oppositie en buitenlandse media zwaar op de korrel genomen door de chef voorlichting van het kabinet van de president.

Grenzen
De tijd waarin censors van de militairen de persvrijheid in Suriname belemmerden ligt ver achter ons. Maar zelfcensuur is in Suriname een bekend verschijnsel en nooit helemaal verdwenen. Bijna iedereen blijft binnen de ongeschreven grenzen, op straffe van het weigeren van medewerking bij interviews of te terugdraaien van de overheidsadvertenties. Die grenzen worden nu opnieuw bepaald en dat zet te denken.
Het effect van de telefoontjes is voor de betrokken journalisten vervelend, maar de meesten blijven hun werk zo goed mogelijk doen. De sturende telefoontjes proberen ze te negeren. Erover klagen kan juist averechts werken.

Mediawerkers
Wilfred Leeuwin van de Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ) herkent zich niet in het beeld van opkomende intimidatie. Hij heeft slechts één klacht over staatsbemoeienis gekregen: die van ‘Panorama’. “Wij kunnen daar weinig tegen doen. Staatsmedia worden gevoed door de overheid en worden daarom door ons op een andere wijze bekeken. We noemen hun medewerkers ook geen journalisten maar mediawerkers. Van de zogenaamde ‘vrije media’ hebben wij geen klachten ontvangen. Maar als die er zijn dan zullen we die openlijk aanvechten. Staatsbemoeienis en intimidatie worden door de SVJ niet geaccepteerd.”

Revolutionaire machinerie
Ik ben intussen klaar met het opnemen van mijn straatinterviews. Veel mensen die ik aansprak liepen door en wilden niet praten. Maar ik heb een paar mooie quotes kunnen optekenen over polarisering in de maatschappij en een grimmiger wordende sfeer in het land. Voordat ik naar huis ga drink ik elders in de stad nog een biertje. Een man aan de tafel naast mij ziet mijn apparatuur en spreekt me aan. “Meneer, u bent journalist? U moet oppassen. Dit land lijkt misschien vrij voor u. Maar de revolutionaire machinerie van dertig jaar terug staat nog in het vet en kan binnen een dag operationeel zijn.”

[RNW, 1 april 2012]

Birney Struggle Blues (1)

Moesson-hoofdredacteur Marjolein van Asdonck is genomineerd voor De Tegel, de belangrijkste journalistieke prijs van Nederland. Haar artikel over de Indische schrijver Alfred Birney, getiteld ‘Birney Struggle Blues’, maakt kans om uitgeroepen te worden tot het beste interview van 2011.

Marjolein: ‘Dankzij de nominatie komt zomaar ineens een Indisch verhaal uit de marge tevoorschijn. Dat raakt me dieper dan ik had gedacht. Ik beschouw de nominatie als een erkenning voor het verborgen verhaal van Indische Nederlanders en van andere minderheden.’

Het interview uit Moesson van april 2011 nemen we hier in afleveringen over. Mocht u erop willen stemmen voor de publieksprijs, dan kan dat via deze link. De uitslag is 16 april.


Birney Struggle Blues

door Marjolein van Asdonck

Alfred Birney. Hij debuteerde in 1987 met Tamara’s lunapark en is schrijver van een constante stroom proza; Indisch en niet-Indisch. Vorige maand verscheen het derde deel van zijn rivieren-trilogie: Rivier de Brantas.

Birney (Den Haag, 1951) is de man met de grote bek. Hij is kassar, hij is de si-Oudijck binnen het rustig voortkabbelende wereldje van de Indische literatuur, die zich tegen je keert wanneer je hem uitnodigt op een symposium. Hij maakte zich verschrikkelijk kwaad toen het boekenweekgeschenk tijdens de boekenweek in 1992 die als thema ‘’t Prachtig rijk van Insulinde’ had, naar A.F.Th. van der Heijden ging in plaats van naar een Indische auteur. En hij maakte zich in 2000 opnieuw kwaad toen het Nederlandse boekenweekgeschenk naar de Engelstalige Salman Rushdie ging. Hij weet het aan handjeklap tussen het CPNB en uitgeverij Contact die net een enorme som had geïnvesteerd in nog ongeschreven romans van Rushdie – kom op, was er nou echt geen Nederlandstalige schrijver die binnen het thema ‘Schrijven tussen twee culturen’ paste? Zijn giftige cybercolumns bundelde hij in zijn Yournael van Cyberney. En o ja, hij neemt er en passant ook nog de Werkgroep Indisch Nederlandse Letterkunde in op de hak. Twee jaar daarvoor,
in 1998, bezorgde hij een min of meer controversiële Indospectieve bloemlezing van Indische bellettrie. Controversieel omdat Birney elke keuzeverantwoording weigerde. Is dit echt dezelfde man die kwetsbaar proza als Bewegingen van heimwee schreef, als De onschuld van een vis, als Het verloren lied? Basic is een understatement. Birney leeft als een asceet. In zijn woning geen foto’s, geen frutsels, geen herinneringen. De twee gitaren – één met nylon snaren, één met stalen snaren – een tijdelijke luxe. Onze afspraak valt in de namiddag omdat Alfred ’s nachts schrijft. Mijn meegenomen fles wijn ligt eenzaam in de koelkast.
Waarom ben je zo, dat je mensen graag afzeikt?
Ik kwam als idealist de Nederlandse literatuur binnenwandelen. De jaren tachtig. Was een hele andere tijd. Je schreef eerst gedichten, dan korte verhalen, dan publiceerde je in literaire tijdschriften en op een gegeven moment kon je debuteren en dan ging je een tijdje zitten wachten op de recensies. Er waren geen toetsenborden en geen muizen, je moest met de hand schrijven. Daarna met de schrijfmachine, Tipp-Ex, daar leerde je echt van schrijven. Ik schreef Tamara’s lunapark, en journalisten zeiden: hè wat gek geen Indische roman. Toen kwam Indische roman nummer één, toen De onschuld van een vis en vroegen ze: waarom nu wel een Indische roman? Ik merkte dat er een soort apartheid heerste in de receptie van mijn werk. In Nederland. Een Indische schrijver moet blijkbaar over zijn Indische achtergrond schrijven om aan de verwachtingen te voldoen. Want ik kan je recensies laten zien uit België van De Standaard en De Morgen die bij het recenseren van De onschuld van een vis – Indisch – of Sonatine voor zes vrouwen – helemaal niet Indisch – het gewoon over Birney hadden, die keken naar de literaire inhoud. En daar ging het mij ook om, ik wilde literatuur schrijven.
Ben je na bijna 25 jaar milder geworden?
Niet milder, maar gematigder. Zo van: het kan me niet zoveel schelen. Het kan me eigenlijk helemaal niks meer schelen. Ik zit 25 jaar in het vak en ik weet nu wel hoe het in elkaar zit. De boekhandel is ook een handel.
Is het makkelijk om met jou ruzie te krijgen?
Met mij ruzie te krijgen. Even kijken hoor. Zo kom ik over hè?
Je hebt zo’n reputatie van enfant terrible.
Daar kom ik ook niet van af. Luister, er zijn bepaalde dingen die ik niet kan of die ik nooit heb geleerd. Ik heb in kindertehuizen gezeten en ik had een gewelddadige vader. Ik vluchtte op mijn zevende een keer naar de politie – die stuurde me gewoon terug naar huis. Ik ben er weggehaald; mijn tweelingbroer sliep inmiddels met een mes onder z’n kussen. Die ouwe had hem zo geslagen – mijn broer had gezegd: nog één keer en ik steek je overhoop. We waren dertien. Mijn vader was helemaal gek, die liep met zijn mariniersdolk door het huis. Hij was zo mata gelap, hij was gewoon getikt. En of hij getikt is geworden door de oorlog en de Japanners, of dat ie dat al was… Daar kom je niet meer achter. Dus thuis was het onveilig, op straat was het onveilig, want als Indisch jongetje moest ik me verdedigen tegen die enorme grote Hollandse jongens. En op school had je dat verborgen racisme, Indische kinderen kregen altijd lagere cijfers. We werden in één rij gezet, bij het raam, dan zaten we in de zon. Op het schoolplein haalden Hollandse jongens kattenkwaad uit, ik ook, maar de leraren zagen mij, want ik was bruin. Je ontwikkelt dan een bepaald gedrag. Ik moest altijd alert zijn, op school, op straat en thuis. Ik leed aan nachtmerries, ik was een overgevoelig kind.
Slaapwandelde je net als de hoofdpersoon in De onschuld van een vis?
Ja. Ik kom kassar over en lastig en grote bek en dwars, maar eigenlijk ben ik een verlegen, lieve jongen. Vanaf mijn dertiende kwam ik in een tehuis terecht. Er was een jongensvleugel en een meisjesvleugel. Ze werkten in die tijd met een zalensysteem, gebonden aan leeftijd. Maar er was geen plek en mijn broertje
en ik kwamen op zaal met jongens van achttien. Die sloegen je ook gelijk. Ik sprak
heel beschaafd, ik was toch een nette jongen. En daar zaten Rotterdammers en Hagenaars dus je moest ook plat praten en schelden. Ik had wel op een gegeven moment een gitaar.
Toen werd het minder moeilijk?
Ja. In die tehuizen heb ik een harde tijd gehad, daar leerde ik van me afbijten en schelden en schreeuwen en tieren. Ik was niet een van de domsten, dus ik hoefde niet altijd te vechten. Die jongens, ik lulde ze gewoon de hoek in zeg maar. Ik was wel dwars tegen de leiding omdat ze met bezopen maatregelen kwamen. Ik was opstandig, maar altijd met de tong. Ik uitte kritiek op het beleid en op de regels. Ik werd een provo. Ja ik was dwars, maar in die tehuizen kon ik dat zijn. Als ik iets tegen mijn vader zei, werd ik geschopt en geslagen. Maar in die tehuizen gingen ze de discussie aan totdat ze zeiden: nu moet je ophouden. En dan ging ik nog even door, en dan werd ik opgesloten in de isoleercel. Op mijn achttiende wilden ze me nergens meer hebben. Ik vocht niet – ik heb een keer een fles melk door de zaal gegooid, maar ja, toen hadden ze mijn gitaar gesloopt. Maar ik was geen vechtersbaas, ik was kritisch en daar konden ze niet tegen.

Vervolg, klik hier

PvdA’er John Leerdam een absolute no-no

Voormalig – maar nu voor even gretig invaller voor Sharon Dijksma die met zwangerschapsverlof is – PvdA-parlementariër John Leerdam (2003-2010) doet er maar beter aan zich met onmiddellijke ingang terug te trekken uit de politiek, want met zijn laatste uitspraken maakt hij het politieke handwerk zoals dat heet te schande. Hij heeft zich tuk laten nemen door twee zeer doorzichtige fake-vragen, waar hij met open ogen ingetuind is. In het radioprogramma van Giel Beelen op 3FM werd gevraagd wat hij vindt van uitspraken van de Israëlische politicus Ariël Sharon over het toelaten van asielzoekers. Hoewel Sharon, de oud-premier van Israël, al sinds 2006 in een comateuze toestand verkeert en dit nooit gezegd kan hebben, antwoordde hij: “Dat moet op hoog niveau bij de Verenigde Naties besproken worden en minister Uri Rosenthal moet dit goed in de gaten houden.”

Door dezelfde verslaggever om een reactie gevraagd op de vrijlating van de niet bestaande ‘straatterrorist’ Jael Jablabla, gaat Leerdam niet alleen serieus op de vraag in, maar hij beweert ook meer te weten en de zaak besproken te hebben met vice-fractievoorzitter Jeroen Dijsselbloem. “Dat was wel een beetje dom van hem”, zegt Samsom (in koor met Máxima) tegen RTL Nieuws. De blunder van Leerdam heeft nog geen politieke consequenties, aldus Samsom. De fractievoorzitter zegt: “Iedereen kan fouten maken en hij heeft het gedaan. Het was een goeie grap.” Leerdam heeft eerst telefonisch laconiek gereageerd met: “Shit happens”, maar heeft later in een schriftelijke reactie laten weten: “Het is stom dat ik erin gestonken ben. Dat betreur ik en zou ik achteraf anders gedaan hebben. Nu ga ik graag snel weer door met mijn gewone Kamerwerk.”

Leerdam is een aantal jaren geleden, hij was toen nog Kamerlid, ook al in opspraak geraakt door stelling te nemen tegen een aantal vooraanstaande Curaçao-enaren, die hun koninklijke onderscheiding uit (politiek) protest hadden ingeleverd bij de koningin. Ondanks dat Leerdam met een Surinaamse vader en een moeder van St. Kitts geacht zou mogen worden dichter bij zijn Caraïbische broeders te staan, betuigde hij zich ‘plus royaliste que le Roi’ door deze actie scherp te veroordelen en met veel stampei in binnen- en buitenland te verklaren dat hij het een belediging vond van Hare Majesteit en dat hij er nooit aan zou denken zijn onderscheiding in te leveren. Enige solidariteit met zijn bloedbroeders uit het Caraïbisch gebied had hem beter gepast.

Tot veler opluchting heeft Leerdam gister wijselijk besloten om op te stappen: beter laat dan nooit!

OHM wijdt uitzending aan Anil Ramdas

Op zondag 4 maart verzorgt OHM (Organisatie Hindoe Media) een In memoriam-uitzending voor Anil Ramdas.

Op zijn 54e verjaardag 16 februari 2012 overleed schrijver, journalist, programmamaker Anil Ramdas in zijn woonplaats Loenen aan de Vecht. Hij heeft een uitgebreid oeuvre achtergelaten.

Zo werkte hij als redacteur voor De Groene Amsterdammer, was hij een aantal jaren columnist, essayist en correspondent in India voor NRC Handelsblad. Voor onder andere de VPRO maakte hij radio- en televisieprogramma’s.

Zijn scherpe tong, zijn immer vloeiende pen en analytische blik gebruikte hij niet alleen in de verschillende media waar hij bekend om stond. Ramdas heeft ook programma’s gemaakt voor de Organisatie voor Hindoe Media (OHM). Toch is dit deel van zijn werk vrij onbekend bij het grote publiek. De meeste van deze programma’s maakte hij in de periode 1995 – 2000.

Deze programma’s tonen de veelzijdigheid van Ramdas als programmamaker, discussieleider, filosoof, criticus en ook de Hindoestaan die op altijd op zoek was naar zichzelf. In zijn programma’s van OHM l iet hij het publiek zien wat zijn diaspora was.

Ramdas wist als discussieleider reacties van zijn gasten los te krijgen over maatschappelijke onderwerpen die het debat binnen de Hindoestaanse kringen kon blijven voeden. Ook al beleed hij het Hindoeïsme niet in rituele zin, hij voelde zich wel betrokken bij zijn Hindoe-cultuur.

In de uitzending over de Veda’s (heilige Hindoegeschriften) verdiept hij zich over de rituelen die in de heilige plaats Benares (nu Varansi geheten) in India worden gebruikt. In een interview met HP de Tijd geeft hij aan dat hij zich nergens thuis voelde, ook al was hij overal geweest.

Een uitspraak die Ramdas vaak deed volgens Jimmy Moerlie, vriend en collega van Ramdas en maker van deze documentaire, was: “Wie zijn eigen dorp niet kent, kan een ander dorp nooit leren kennen.” Ramdas bleef in de programma’s van OHM op zoek gaan naar zichzelf en zijn cultuur.

In deze uitzending praten we met Ruben Gowricharn, Indra Boedjarath, Pamela Premdani en Stephan Sanders die Anil Ramdas hebben gekend.

Met deze uitzending wil OHM een ode brengen aan Anil Ramdas.

Uitzending:
Anil Ramdas in zijn diaspora in memoriam Anil Ramdas
Zondag 4 maart 2012, 15.00 uur, Nederland 2
www.ohmnet.nl

Anil Ramdas overleden

Schrijver, journalist en programmamaker Anil Ramdas is gisteren donderdag 17 februari 2012, op 54-jarige overleden. Volgens zijn familie gaat het om een “zelfverkozen dood”.

Ramdas werd in 1958 in Paramaribo geboren, maar groeide op in Nickerie. Hij studeerde sociale geografie in Amsterdam. Tijdens zijn studie deed hij onderzoek in India en op Curaçao. Ramdas zette zich in voor asielzoekers en vluchtelingen in Nederland.

In 1989 ging Ramdas de journalistiek in bij weekblad De Groene Amsterdammer. Enkele jaren later begon hij als columnist bij NRC Handelsblad. Later werd hij voor die krant correspondent in India. Hij maakte ook radio- en televisieprogramma’s voor de VPRO, onder meer samen met Stephan Sanders het gespreksprogramma Het Blauwe licht. Van 2003 tot 2005 leidde Ramdas debatcentrum De Balie in Amsterdam. Als essayist maakte hij naam met een bundeling briljante stukken in De papegaai, de stier en de klimmende bougainvillea (1992).

In 2009 verscheen Paramaribo: de vrolijkste stad in de jungle, een reisverslag dat gemengd werd ontvangen. Zijn laatste boek, de roman Badal (2011), een duidelijk autobiografisch geïnspireerd relaas over een intellectueel in Nederland, werd door de kritiek vrij breed als een mislukt fictiewerk aangemerkt.

Ramdas werkte de laatste jaren als eindredacteur en presentator voor de Stichting Multiculturele Televisie Nederland (MTNL).

Media Caribisch Nederland willen voortzetting Wereldomroep

Philipsburg — De voortzetting van de nieuwsvoorziening door Radio Nederland Wereldomroep (RNW) in Caribisch Nederland is het onderwerp van een brief die door media op Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba en St. Eustatius verstuurd is naar ministers Marja van Bijsterveldt (Cultuur) en minister Liesbeth Spies (Koninkrijksrelaties).

Van Bijsterveldt heeft vorig jaar aangekondigd dat de vijftien redactieleden van RNW in het Caribisch gebied eind dit jaar ontslagen zullen worden. Nieuwsuitzendingen voor de radio in Caribisch Nederland zullen overgenomen worden door de staatsomroep Landelijke Publieke Omroep (LPO) met ingang van 1 januari 2013.

De sluiting van de redactie-afdelingen is het resultaat van dat er gesneden is in de jaarlijkse overheidssubsidie, die daarmee van 46 miljoen euro gedaald is tot 14 miljoen euro.

RNW heeft sinds 1947 toen zij van start ging, programma’s voor de Nederlandse eilanden in het Caribisch gebied verzorgd. Oorspronkelijk maakte dit deel uit van de West-Indische Afdeling.

De media in het Caribisch gebied zijn van mening dat het staken van de uitzendingen ernstige gevolgen zullen hebben voor nieuws binnen het Koninkrijk, evenals informatie over de eilanden en de grote Antilliaanse gemeenschap in Nederland. RNW fungeert als een belangrijke brug.

De mediapartners hebben de ministers met klem verzocht RNW te verzoeken een voorstel te presenteren waarbij de nieuwsvoorziening voor de Nederlandse eilanden in het Caribisch gebied en gemeenten in het rijk wordt voortgezet zoals dit het geval is met andere regionale omroepen in het Koninkrijk.

De mediapartners zijn ook van mening dat de LPO alleen een selectie kan geven van Nederlands nieuws, verzorgd door bijvoorbeeld de NOS en bestemd voor het in Nederland gevestigde publiek. “Wat de LPO te bieden heeft is niet genoeg voor ons in die zin dat wij als mediapartners de behoefte hebben aan specifiek en onafhankelijk nieuws over en voor dit gedeelte van het Koninkrijk”, wordt in de brief naar voren gebracht.

Vervolgens stelt men dat ‘de meeste Caribische mediapartners financieel en structureel niet in staat zijn deze belangrijke taak van de Wereldomroep over te nemen’. Bovendien willen zij er de nadruk op leggen dat RNW gedeeltelijk door de bedrijvigheid van de journalisten in het Caribisch gebied over een expertise beschikt die niet aanwezig is bij de nationale omroepen in Nederland.

Zij verzoeken de mogelijkheden dat het nieuws hen blijft bereiken in de talen die gebezigd worden in het Koninkrijk, Nederlands, Papiaments en Engels, aan te houden.

[uit Amigoe, maandag 13 februari 2012]

Surinaamse kranten in de Idos-peiling

Om maar met het meest aansprekende en saillante detail te beginnen, de favoriet van de Surinaamse kranten volgens het in januari van dit jaar gehouden Idos-Omnibusonderzoek is Times of Suriname (52,5%), gevolgd door de Ware Tijd (29,5%), Dagblad Suriname (9,8%), De West (0,5%), Chinese krant (0,2%). 7½ van de respondenten leest geen krant. Voor dit onderzoek werden 1.000 personen geïnterviewd in de leeftijd van 18 jaar en ouder, foutenmarge ± 3%. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in de districten Paramaribo, Wanica, Commewijne en Nickerie.

Ter verduidelijking geef ik u eerst een uitleg van wat wát is. Het Instituut voor dienstverlening, onderzoek en studiebegeleiding (Idos) is een enquête- en onderzoeksbureau dat verbonden is aan de Academie voor Hoger Kunst- en Cultuur Onderwijs (AHKCO), dat wordt geleid door John Krishnadath. Bij een omnibus-onderzoek als het onderhavige, ook wel multi-cliënt-onderzoek genoemd, worden de respondenten in een en hetzelfde onderzoek bevraagd over zaken van verschillende opdrachtgevers. Dealniettemin werd het onderzoek onmiddellijk aangevallen door Julian S. With, de man die het altijd beter weet, die vraagtekens plaatst bij de representativiteit van het onderzoek en de validiteit van de vraagstelling. Over dat eerste kan ik niet oordelen, maar met zijn twijfels over de validiteit van de vraagstelling heeft hij zeker een punt.

Times of Suriname is zonder meer te complimenteren met haar ‘by far’ onomstreden positie op de eerste plaats, zeker tegen de achtergrond van haar slechts 7-jarig bestaan. Toen ToF begon was het het vierde dagblad naast de Ware Tijd, De West en Dagblad Suriname. De belangrijkste twee redenen van deze spectaculaire start zijn ongetwijfeld a) de aandacht die ToS heeft besteed aan de distributie van haar krant, dat blijkt duidelijk uit de cijfers van het onderzoek naar district, en b) wat ik gemaks- en duidelijkheidshalve wil noemen haar ‘Telegraaf’-aanpak, met daarbij als vaste prik op de voorpagina veelal gruwelijke foto’s van ongelukken die schaamteloos worden afgedrukt. Dat spreekt –helaas– nu eenmaal tot de verbeelding.

Foto rechts: Leo Morpurgo

Voor de inmiddels 55-jarige de Ware Tijd betekent deze peiling een ware afgang van de krant die onder hoofdredacteur Leo Mopurgo onbetwistbaar tot dé Surinaamse kwaliteitskrant was uitgegroeid. Na pensionering van Morpurgo in het midden van de jaren ’90 is het blad echter in de versukkeling geraakt, mijn inziens te wijten aan mismanagement binnen dit familiebedrijf, dat onvermijdelijk ook verantwoordelijk is voor het veel te grote aantal wisselingen van hoofdredacteur sindsdien. Men is op zijn lauweren gaan rusten, waarschijnlijk in de veronderstelling dat de eigen positie ongenaakbaar was. Ook de komst van Times of Suriname en Dagblad Suriname heeft in die houding geen verandering gebracht en daarvoor moet de Ware Tijd nu het gelag betalen.

de Ware Tijd heeft onvoldoende beseft dat zij a) het kwaliteitsimago koste wat het kost in stand moest zien te houden, en b) dat zij moest investeren in de nog altijd amateuristische distributie van de krant. Daarentegen heeft de krant gemeend om in navolging van Times of Suriname en Dagblad Suriname te moeten investeren in een uitbreiding van de krant door het nieuws deels ook in het Engels op te nemen, hetgeen helemaal niets toevoegt, maar enkel geld kost. En naar het distributiesysteem is absoluut niet gekeken.

Helaas, de Ware wás het, maar ís het niet meer!

Veroordeling politie-inval Trinidadiaanse krant

door Ivan Cairo

Paramaribo – Verschillende journalistenorganisaties in de regio hebben gisteren met klem de politie-inval en huiszoeking bij de Trinidadiaanse krant Newsday en thuis bij één van haar journalisten scherp veroordeeld.

Ook de voorzitter van de Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ), Wilfred Leeuwin, verwerpt de actie. Donderdag drongen zeventien politieagenten met een huiszoekingsbevel in handen de redactie van Newsday binnen op zoek naar documenten en informatie om de identiteit te achterhalen van een bron, die confidentiële informatie over de Integriteitcommissie van het land had doorgespeeld.

Ruzie

Op basis van de verkregen informatie publiceerde de krant vorig jaar december over een ruzie in de commissie tussen voorzitter Ken Gordon en waarnemend voorzitter Gladys Gafoor. Volgens Gordon zou de geheimhoudingsplicht van de commissie zijn geschonden, daar vertrouwelijke informatie in het gewraakte artikel was verwerkt. Ook bij Andre Bagoo, de journalist die het artikel heeft geschreven, deed de politie een inval. Hij had eerder een schriftelijk verzoek van commissievoorzitter Gordon om zijn bron prijs te geven, naast zich neergelegd. Behalve documenten zijn ook computers, cellulairs, harde schijven en mobiele informatiedragers in beslag genomen.

Schending

“Dit is één van de ergste vormen van schending van persvrijheid die je als het ware zonder bij na te denken veroordeelt en verwerpt. Ook al zou de krant een bron hebben gebruikt waarbij de drie grensissues van persvrijheid zijn overtreden, dan nog is er tussen de vrije pers en de rest van de gemeenschap maar één instantie die daarover oordeelt en dat is de rechter”, stelt Leeuwin tegenover de Ware Tijd. “Het is typisch hoe weinig of laag het democratisch gehalte is bij overheden. In hun drang naar zelfbehoud en selfprotection schromen zij er niet voor het bekende artikel negentien van de Internationale verklaring van de rechten van de mens en het Bupo-verdrag te schenden”, voegt hij er aan toe.

Precedent

Behalve de Media Association of Trinidad and Tobago (MATT) en de Association of Caribbean Mediaworkers (ACM) heeft intussen ook de Guyana Press Association (GPA) de inval met klem afgekeurd. De GPA zet met “grote verontwaardiging en ongeloof” kennis te hebben genomen van de politieactie dat kennelijk als doel had, druk te zetten op de krant en één van haar journalisten om een bron van een onlangs gepubliceerd artikel aan te geven. Mediahuizen moeten vrijelijk kunnen opereren in een atmosfeer die gevrijwaard is van vrees en intimidatie door staatsorganen zoals de politie. Bij de Trinidadiaanse regering wordt er op aangedrongen een diepgaand onderzoek in te stellen naar dit incident. Wat nog verontrustender is, zegt GPA, is dat de politie ook een inval deed thuis bij de journalist en computers en persoonlijke spullen zijn meegenomen. De hoop wordt uitgesproken, dat deze politieactie geen precedent is die wordt overgenomen door andere landen in het Caribisch gebied.

Geen respect

Volgens Leeuwin “moeten we alert zijn in Suriname” dat dit politieoptreden niet overwaait. “Ik blijf erbij dat in Suriname we geen fysiek geweld hebben tegen journalisten, maar het subtiel en verbaal geweld neemt jammer genoeg wel toe. Newsday staat vierkant achter haar redactielid. “Het is fundamenteel dat een journalist zijn informatiebronnen beschermt. Zonder deze bescherming wordt zijn of haar werk enorm bemoeilijkt”, zegt Newsday. Volgens de krant kan op geen enkele wijze worden hard gemaakt dat inbreuk is gepleegd op de Integrity in Public Life Act. Op 29 december vorig jaar had de politie ook al een inval gepleegd bij de redactie van het TV-station TV6, wat ook scherp is veroordeeld. Met deze invallen toont de politie dat ze geen respect heeft voor de Trinidadiaanse grondwet waar ze op gezworen heeft deze te zullen verdedigen. De grondwet garandeert persvrijheid, zegt MATT, de Trinidadiaanse journalistenorganisatie.

In haar verklaring stelt de Associatie van Caribische Mediawerkers, dat de politieacties rieken naar intimidatie en geïnterpreteerd kunnen worden als een poging om inspanningen van de media om zaken van openbaar belang tot de bodem uit te zoeken, in de kiem te smoren. De regering is opgeroepen een standpunt kenbaar te maken over het incident.

[uit de Ware Tijd, 11/02/2012]

Surinaamse rechter beveelt excuses via Facebook

Een opmerkelijke uitspraak van de rechtbank in Paramaribo. De rechter in kort geding beval er twee kemphanen elkaar publiekelijk hun excuses aan te bieden… via Facebook. Doen ze dat niet, dan moeten ze allebei een dwangsom betalen. Een uniek vonnis, meldt dagblad Times of Suriname.

De veroordeelden hadden het sociale medium gebruikt om elkaar uit te schelden. Beiden dienden daarop bij de rechter een klacht in wegens smaad en laster. Die verklaarde beide klachten ontvankelijk. Volgens juristen in Suriname is het de eerste keer ooit dat zo’n vonnis werd uitgesproken.

“Iedereen die de krenkende woorden heeft gelezen, moet kennis kunnen nemen van de rectificatie. Zou die op een andere manier dan via Facebook worden verspreid, dan wordt de doelgroep niet bereikt. De uitspraak verbaast me dus niet”, aldus een advocate.

Door het vonnis denkt ze dat in de toekomst meer Surinamers naar de rechter zullen stappen na uit de hand gelopen internetruzies. “Volgens mij zullen de gebruikers van Facebook in Suriname nu wel tweemaal nadenken voor ze anderen beledigen.”

[RNW, 4 februari 2012]

Diversity show 2012

De NTR, NPO en MIRA MEDIA presenteren op vrijdag 10 februari de Diversity Show update. Met de Diversity show besteden NTR, NPO en MIRA MEDIA jaarlijks extra aandacht aan etnisch culturele diversiteit bij de publieke omroep, met een programma van debatten, masterclasses en presentaties.
Dit jaar zijn dat onder andere:

•Masterclass met Francisco van Jole, onder meer hoofdredacteur van de nieuws- en opiniewebsite Joop. Onderwerp: de interculturele impact van sociale media op de traditionele nieuwsprogramma’s en de nieuwe kansen en uitdagingen daarbij voor (allochtone) mediaprofessionals.
•Screening en Q&A: Liefdeswinter; winnaar Prix Europa Iris 2011:
Voor maakster Gülsah Dogan zijn haar oom Cemal en tante Emine het toonbeeld van de ideale liefde. Ondanks zijn hoge leeftijd gaat Cemal dagelijks langs bij zijn vrouw, die in een verzorgingstehuis verblijft, en ondanks haar vergevorderde Alzheimer glimt ze als hij in de buurt is. Dogan vraagt zich in haar documentaire af hoe zo’n liefde tot stand komt, en vooral hoe hij zolang stand weet te houden. Een rondgang langs haar familieleden levert een veelheid aan antwoorden op deze vragen op, elk gekleurd door het liefdesverleden van de spreker

Deelname aan de diversity show is gratis maar aanmelden is vereist via info@thediversityshow.nl

Locatie: NTR-gebouw, Mediapark, Hilversum
Presentatie: Simone Weimans

Programma

14.00 uur

Parallel- workshopprogramma

A.Workshop Stimuleringsplan Diversiteit: projecten en resultaten (NTR/NPO)
-Presentaties van projecten in het kader van het Stimuleringsplan Diversiteit
– Uitwisseling van manieren van aanpak en concrete resultaten
– Balans opmaken van de resultaten tot dan toe van het Stimuleringsplan

(Deelname op uitnodiging)

B. Masterclass over interculturele impact van sociale media op de traditionele nieuwsprogramma’s en de nieuwe kansen en uitdagingen daarbij voor (allochtone) mediaprofessionals. (Mira Media, workshop is onderdeel van het MEDIVA project)

1. Presentaties en debat over de praktische rol en invloed van sociale media in een multimedia nieuwsorganisatie en voor de inhoud van het nieuws: newsgathering; audience engagement; a platform for our content .
• Wat betekent dit voor het dagelijks werk van de journalist en de deskresearcher en welke nieuwe kansen, uitdagingen en professionele mogelijkheden voor (allochtone) mediaprofessionals.

2. Presentaties en debat aan de hand van voorbeelden rondom “de Arabische lente” over de invloed van bloggers en eigen “persbureaus” en het effect daarvan op diversiteit in de nieuwsprogramma’s?
• Hoe maak je jezelf en je expertise zichtbaar op het juiste moment; welke expertise hebben de traditionele media nodig om het nieuws in de wereld en in de Nederlandse (multiculturele) samenleving te kunnen blijven volgen.

16.30 uur
Vertoning winnaar Prix Europa Iris 2011: Liefdeswinter
Regie: Gulsah Dogan

Voor maakster Gülsah Dogan zijn haar oom Cemal en tante Emine het toonbeeld van de ideale liefde. Ondanks zijn hoge leeftijd gaat Cemal dagelijks langs bij zijn vrouw, die in een verzorgingstehuis verblijft, en ondanks haar vergevorderde Alzheimer glimt ze als hij in de buurt is. Dogan vraagt zich in haar documentaire af hoe zo’n liefde tot stand komt, en vooral hoe hij zolang stand weet te houden. Een rondgang langs haar familieleden levert een veelheid aan antwoorden op deze vragen op, elk gekleurd door het liefdesverleden van de spreker. Van onbegrip bij de oude tante die uitgehuwelijkt werd en de liefde alleen uit verhalen kent, tot woede bij de jongere vrouw die het aandurfde bij haar man weg te gaan. Tegelijkertijd wordt de liefdesgeschiedenis van Cemal en Emine geschetst: hoe de neef en nicht in hun Koerdische geboortedorp aan elkaar gekoppeld werden, en via het Turkse Adana in het Hollandse Enschede belandden. Gaandeweg verschijnen er barstjes in het rooskleurige beeld dat haar oom en tante nu uitstralen.

17.30 uur Borrel

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter