blog | werkgroep caraïbische letteren
Categorie: Talen

Sranantongo dictee 2013

Het jaarlijkse Sranantongo dictee van de Vereniging Ons Suriname wordt dit jaar gehouden op zondag 7 juli 2013 van 15.00 tot 18.00 uur bij de Vereniging Ons Suriname, Zeeburgerdijk 19-A, 1093 SK Amsterdam Oost (gratis parkeren).
Deelname kost 5,00 euro; maximaal 50 deelnemers worden toegelaten, dus wees er snel bij. Toeschouwers toegang vrij en zijn van harte welkom.
Voor meer informatie en aanmelding voor deelname kunt u contact opnemen met Radio Double7FM:info@double7fm.nl Tel: + 31 6 41 559 112

Surinaamse en andere Caraïbische woorden in het Groene Boekje

In 2015 verschijnt een nieuwe editie van het Groene Boekje. De woordenlijst wordt aangevuld met nieuwe, Surinaamse en Caribische woorden, maar de regels van de spelling van het Nederlands blijven onveranderd. Dat meldt het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie.
De Taalunie legt de spellingregels vast voor de overheid en het onderwijs. Maar de regels veranderen niet, er komen alleen nieuwe woorden bij, zoals euro-islam, fair trade, flatscreentelevisie, mindmapping, op-en-afrelatie, tobintaks, veggiedag en wij-zij-denken. Voorbeelden van mogelijke Caribische woorden zijn bolita, dushi, faderen, gasbom, kets, pika, suikerdiefje, choller en makamba.

Penard manuscript toegankelijk voor groter publiek

door Eric Mahabier

Leiden – Het manuscript van de gebroeders Penard wordt toegankelijk gemaakt voor een groter publiek. De Vereniging Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS) heeft daarvoor dinsdag een memorie of understanding getekend met het Rijksmuseum Volkenkunde en de Leiden Universiteit.
Een delegatie van VIDS onder leiding van voorzitter Lesley Artist, bracht de afgelopen dagen een bezoek aan beide instituten. De delegatie, bestaande uit inheemse dorpshoofden en sjamanen, heeft het beroemde Penard manuscript bestudeerd. Het Rijksmuseum Volkenkunde en de Leiden Universiteit heeft verder toegezegd VIDS bij te staan in het opzetten van een Inheems Cultureel Erfgoed Centrum in Suriname.
Het manuscript van de gebroeders Penard werd in 2001 door het Rijksmuseum Volkenkunde ontdekt. Het bevat informatie van onschatbare waarde over de mysterieuze geesteswereld van de inheemsen. De ruim honderd jaar oude manuscripten staan vol geheime informatie over de geesteswereld van Inheemsen en is geschreven in inheemse taal.
Bij de ondertekening waren Surinaams-Nederlandse inheemsen aanwezig. Ook Mega Combinatie fractieleider Ricardo Panka en de districtscommissarissen Roline Samsoedien en Armand Jurel, woonden het officiële moment bij. De Surinaamse delegatie keert woensdag terug.
[uit de Ware Tijd, 21/05/2013]

Caribisch-Nederlands komt in Groene Boekje

door Mirte de Rozario

Oranjestad — De officiële Woordenlijst Nederlandse Taal – bekend van de publicatie het Groene Boekje – wordt in 2015 uitgebreid met Caribisch-Nederlandse woorden. Die woorden komen uit kranten, literaire werken, blogs en andere publicaties van Aruba en Curaçao. Dat maakte de Nederlandse Taalunie gisteren bekend tijdens de openingsavond van de conferentie ‘Nederlands als vreemde taal in het Caribisch onderwijs’ die nu op Aruba plaatsvindt.

Hellmuth van Berlo, seniorprojectleider van Nederlandse Taalunie, sprak gistermiddag voorafgaand aan de opening met Amigoe over het uitbreidingsproject van de Woordenlijst Nederlandse Taal. “In 2015 brengen we een vernieuwde versie van deze Woordenlijst uit, maar niet met nieuwe spellingsregels”, zo verzekert Van Berlo. “De Woordenlijst wordt wel uitgebreid met nieuwe woorden uit het Caribisch gebied.” Dat gebeurde in 2005 voor het laatst, toen zo’n 500 Surinaams-Nederlandse woorden werden toegevoegd. Dat moet nu dus ook met Caribisch-Nederlandse woorden gebeuren. Van Berlo geeft een voorbeeld: “Het gaat om woorden in het Papiaments waar geen bestaand Nederlands woord voor bestaat om in te kunnen vertalen. Zoals het woord cunucu. Daar is geen Nederlands woord voor. Platteland zou een beetje in de buurt komen, maar dat is het niet. Dus cunucu wordt vernederlands naar knoek, maar dat woord bestaat officieel niet in het Nederlands. Knoek zou echter wel heel goed in aanmerking kunnen komen voor opname in de officiële Woordenlijst Nederlandse Taal.”

Taalbank

Om te weten welke woorden wel en niet als Caribisch-Nederlands kunnen worden aangemerkt, moeten eerst woorden worden verzameld. Dat doet het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL). Zij hebben een databank (Taalbank) met daarin de totale Nederlandse woordenschat van het hele Nederlandse taalgebied. Uit deze Taalbank wordt onder andere de Woordenlijst Nederlandse Taal samengesteld, dat is de officiële spellinglijst van de Nederlandse Taalunie. De Taalbank bevat ook varianten van het Nederlands uit het Caribisch gebied en dat aantal moet dus flink omhoog. INL is daarom bezig om gepubliceerde Nederlandse teksten te verzamelen van Aruba, Curaçao en Suriname en ook van de BES-eilanden en St. Maarten. Die teksten worden onderzocht op specifieke woorden die op de eilanden worden gebruikt. Die woorden kunnen vervolgens – met correcte schrijfwijze – worden opgenomen in de nieuwe Woordenlijst 2015, waarmee dus het Caribisch-Nederlands officieel tot de Nederlandse taal behoort.

Congres

Vertegenwoordigers van de Nederlandse Taalunie zijn nu dus op Aruba om hier aan organisaties zoals media en overheid bekendheid te geven aan het project van het Caribisch-Nederlands. Daarnaast doen ze mee aan de onderwijsconferentie ‘Nederlands als vreemde taal in het Caribisch onderwijs’ (NVTiC) die gisteravond opende in hotel Westin en nog tot zaterdagmiddag duurt. Zo’n 60 deelnemers uit Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, St. Eustatius, Suriname en Nederland wonen NVTiC bij. In de Arubaanse delegatie zitten onder andere Onderwijs-minister Arthur Dowers (AVP), directeur Anne-Marie Proveyer van Directie Onderwijs, voorzitter Joyce Pereira van Fundacion Lanta Papiamento, coördinator Gracy Garcia-Dijkhoff van Desaroyo di Curiculo en daarnaast onderwijskundigen van onder andere de Universiteit van Aruba, lerarenopleiding IPA, en Inspectie Onderwijs.
Tijdens de openingsavond gisteren maakte Van Berlo van zijn spreektijd gebruik door over het project van de uitbreiding van de Woordenlijst Nederlandse Taal te vertellen en konden de deelnemers tijdens een diner met elkaar kennismaken. Vanmorgen kregen de deelnemers meer uitleg over het idee achter Nederlands als vreemde taal in het Caribisch onderwijs en gingen ze in groepen aan de slag om hierover te brainstormen. Vanmiddag werden de concepten van de kerndoelen en leerlijnen gepresenteerd. Vanavond staat op het programma een inleiding ‘Typische fouten in het Nederlands bij Caribische leerlingen van het Koninkrijk’. Het complementair didactisch programma van Nederlands als vreemde taal staat zaterdagochtend op het programma van de conferentie.
Meertaligheid als uitgangspunt
De deelnemers aan NVTiC gaan deze dagen onder andere in op de vraag of meertaligheid een belangrijke rol kan vervullen in het onderwijs. De organisatie benadrukt in ieder geval dat meertaligheid een belangrijk uitgangspunt is bij het vormgeven van het onderwijstaalbeleid. Om Nederlands te leren op school moeten kinderen gebruik kunnen maken van hun eigen moedertaal, in combinatie met audiovisuele en andere hulpmiddelen. Hoe meer talen iemand beheerst, hoe meer mogelijkheden degene heeft om informatie tot zich te nemen. Dat kan via onderwijs zijn, maar ook via de media zoals internet, tijdschriften, krant, tv en radio. Meertaligheid is een rijkdom en geen belemmering.
[uit Amigoe, 17 mei 2013]

Commentaar van de redactie van CU: is het Surinaams-Nederlands dan geen Caribisch-Nederlands?

Caribisch talentontwikkelingsplan vergeet literatuur

Het Caricom-secretariaat is begonnen met het ontwikkelen van een professioneel strategisch, artistiek ontwikkelingsplan voor de regio. Dit plan moet uiteindelijk leiden tot een culturele industrie binnen de Caricombestaande uit: muziek, toneel, mode, film en visuele producties, dans, drama en beeldende kunst. Helaas is literatuur niet genoemd in het plan. Het secretariaat heeft voor dit plan de cultuurdeskundige Paloma Mohamed aangetrokken. Zij zal maandag consultaties hebben in Suriname, in het gebouw van het Nationaal Jeugdinstituut op het terrein van het Cultureel Centrum Suriname (CCS). Hiervoor is S’77 ook uitgenodigd. Uit de gesprekken moet komen vast te staan wat er in de landen aanwezig is onder jongeren tussen de 15 en 29 jaar. De Caricom zal zorgen dat strategieën worden ontwikkeld om de talenten verder te ontwikkelen en zorgen voor de deskundigheid hiervoor.

[Mededeling van Schrijversgroep ’77]

Workshop spelling Papiaments (Papiamentu en Papiamento)

Zaterdag 11 mei aanstaande, organiseert Stichting Simia Literario een openbare workshop
spelling Papiaments (Papiamento en Papiamentu) als voorbereiding op het komend dictee
van 21 september 2011 van Stichting Simia Literario.
Er is een plenair gedeelte aan het begin, waarin het programma wordt doorgesproken.
Daarna gaat de groep in twee groepen uiteen, een Papiamento- en een Papiamentu-groep.
De deelnemers krijgen een reader met de regels van de schrijfwijzen (orthografieën).
De workshop Papiamentu wordt begeleid door Mevrouw Frida Winklaar Domacassé.
De workshop Papiamento wordt begeleid door Mevrouw Olga Orman.
Inschrijving voor deelname via het mailadres: simia@simialiterario.nl
of  schriftelijk t.a.v. Mevr. Olga Orman, Zocherstraat 83-2,1054 LW Amsterdam.
Voor de deelname wordt een bijdrage van 5 euro gevraagd.
U kunt dit bedrag op de dag van de workshop betalen.
Datum: zaterdag 11 mei 2013
Tijd: 13.00 tot 17.00 uur
Programma: 13.00 uur inloop met koffie en thee
                      13.30 uur start workshop, plenair
                     14.00 uur in groepen
                     15.30 uur pauze
                     16.00 -17.00 uur afronding
Plaats: Profor, Keienbergweg 3, 1101 EZ Amsterdam
Route:
Vanaf Station NS Bijlmer Arena:roltrappen af, linksaf naar de uitgang naar het busstation  en dan rechtdoor blijven lopen. Voorbij enkele kantoorgebouwen steekt u over en blijft  rechtdoor lopen, bij het grote kruispunt oversteken en dan ziet u een rond gebouw op de hoek. U loopt door en ziet dan laagbouw met witte gebouwen en op de hoek het gebouw ‘JEVEKA’. Daar loopt u de straat in en dat is de Keienbergweg.
ProFor is dan meteen links op de hoek. Het is ongeveer 10 minuten lopen.
Met de auto:
Zie ANWB routeplanner

Pedagoog Krishnadath vindt nieuwe taalmethode ‘een leleku’

Geïmporteerde taalmethode voor basisonderwijs: ‘een leleku’ [plaaggeest – red. CU] . Met deze zin vat pedagoog, onderwijskundige en schrijfster Ismene Krishnadath de nieuwe taalmethode Taal met Plezier voor het basisonderwijs samen. “Ik vraag me in gemoede af of we het Surinaamse kind moeten opschepen met ‘een leleku’, waar we waarschijnlijk de komende twintig jaar mee zullen zitten.”

De nieuwe taalmethode wordt geleverd door de Nederlandse uitgeverij Malmberg. De methode Taal Actief zou volgens het gesloten akkoord worden aangepast aan zowel “ons” kader en aan de leefwereld van onze leerlingen. Voor Suriname heet de methode Taal met Plezier. Krishnadath merkt op dat in Taal Actief slechts gedeeltelijk wordt aangesloten op de leerlijnen van de nieuwe Surinaamse methode Taal met Plezier.

De uitgever heeft aangegeven tijdens de eerste werkbijeenkomst over Taal met Plezier dat plaatjes mochten worden veranderd , voor zover dit relevant was en de tijdsdruk dit toeliet. De eerste delen voor het vierde leerjaar (voorheen klas twee) moeten half juni dit jaar af zijn. “Met de tekst viel dit vies mee,” zegt de pedagoog. “De woordenlijst lag vast en er worden per les een aantal vastgestelde woorden behandeld. Aangezien dit een Nederlandse methode is, vallen alle typische Surinaamse woorden buiten dit domein. Dit is niet gewoon jammer, maar leerpsychologisch een ramp.”

Projectplanning 
Krishnadath beveelt aan om voorlopig weer te werken met de bij de leerkrachten bekende methode Taal voor Jou en de verdere ontwikkeling van de methode Taal met Plezier op een gestructureerde wijze ter hand te nemen. Ze merkt op dat het probleem met Taal met Pleziervooral te maken schijnt te hebben met projectplanning en logistiek.

Een andere optie die de pedagoog noemt is om voorlopig weer te werken met de bij de leerkrachten bekende methode Taal voor Jou en bij de firma Malmberg meer ruimte te bedingen voor het invullen van de tekst inhouden op basis van een woordenschat die voldoet aan Surinaamse eisen. “De afdeling curriculumontwikkeling moet acuut worden versterkt en in de loopbaan van de deskundigen moet meer gelegenheid tot professionalisering worden ingebouwd, zodat methoden continu geëvalueerd en bijgesteld kunnen worden aan de eisen van de tijd,” pleit Krishnadath.

Het volledig document kunt u hier downloaden op Starnieuws, 27 april 2013.

Letters

Aan de Caracasbaaiweg, bij pompstation Gasora,
Curaçao

 

Op de bromfiets door de jungle

door Lydia Rood

Het charmante boekje Converseren in het Caraibs brengt de cultuur van de Surinaamse indianen bij andere Surinamers onder de aandacht. Samenstelsters Nowilia Tawjoeram-Sabajo en Bernadette Awatjale hebben bruikbare zinnetjes verzameld en het resultaat is een soort Wat en Hoe Caraïbisch. Er wordt een hoofdstuk gewijd aan de uitspraak, maar algemene uitleg over grammatica en structuur van de taal ontbreekt.

lees verder…

Nieuw boekje Nowilia Tawjoeram

Een alleraardigst boekje over Teddy en Beertje geschreven door Nowilia Tawjoeram-Sabajo.

Het boekje gaat over twee honden, die door de vlooien op hun  lijf gebaad worden, maar door verkeerd gebruik bijna de dood vinden. Een waarschuwing dus aan iedereen, lees de gebruiksaanwijzing eerst goed voordat u een medicijn gebruikt. Ook al gaat het om dieren.
Informatie over de verkoop van het boekje kunt u krijgen via info@nowilia.com

In memoriam Jan van Donselaar

door Nicoline van der Sijs

Op vrijdag 12 april 2013 is Jan van Donselaar op 84-jarige leeftijd overleden. Jan heeft zijn werkzame leven als bioloog aan de Utrechtse universiteit gewerkt. Taalkundigen kennen hem echter van een heel andere kant, namelijk als de grote specialist op het gebied van het Surinaams-Nederlands en de talen in Suriname.
Zijn fascinatie voor het Surinaams-Nederlands ontwikkelde hij tijdens het werk aan zijn proefschrift. Voor dit proefschrift, An ecological and phytogeographic study of northern Surinam savannas, dat in 1963 verscheen, deed Jan met zijn echtgenote Lies veldwerk in Suriname. Hij hield er een levenslange liefde voor dit land aan over. Hij verzamelde tijdens zijn verblijf niet alleen gegevens over de plantenwereld, maar ook alles wat hem opviel aan woorden, betekenissen, klanken en woordcombinaties van het Nederlands zoals dat in Suriname werd gesproken. En zo werd hij de eerste die een systematische en wetenschappelijke beschrijving aanlegde van de verschillen tussen het Europees-Nederlands en het Surinaams-Nederlands.
In 1977 publiceerde hij het Woordenboek van het Surinaams-Nederlands, als uitgave van het Instituut A.W. de Groot voor Algemene Taalwetenschap van de Rijksuniversiteit te Utrecht. In 1989 verscheen een aanzienlijk uitgebreide versie bij uitgeverij Coutinho in Muiderberg. Dit woordenboek bevat 6600 ingangen. Tot zijn teleurstelling werd het niet op grote schaal in Suriname verbreid. De waarde ervan voor onderzoekers werd echter onmiddellijk onderkend: in 1989 kende de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen aan Jan de Johan de la Court-prijs toe.
Vanaf begin jaren ’90 verzamelde Jan systematisch gegevens over de woordenschat van de Nederlandse bevolkingsgroep in Suriname vanaf het eerste moment dat de Nederlanders zich in Suriname vestigden, in 1667, tot de afschaffing van de slavernij in 1876. Hiermee wilde hij de voorgeschiedenis van het Surinaams-Nederlands beschrijven. Hij is met dit werk doorgegaan tot enkele jaren voor zijn dood. In de tussenliggende jaren heeft hij hierover een groot aantal kortere artikelen gepubliceerd, die telkens weer zijn enorme kennis, belezenheid en eruditie op het terrein van de talen in Suriname toonden. Hij was altijd bereid informatie te delen met andere onderzoekers. Zo heeft hij belangrijke bijdragen geleverd aan verschillende publicaties van mij,zoals Taaltrots, Wereldnederlands en Nederlandse woorden wereldwijd.
Eind vorig jaar heeft Jan de door hem in de loop van de jaren verzamelde gegevens aan mij overgedragen voor publicatie. Over enkele maanden zal zijn Woordenboek van het Nederlands in Suriname van 1667 tot 1876 postuum verschijnen. Het woordenboek bevat een schat aan gegevens die nooit eerder zijn gepubliceerd. Hiermee heeft Jan een monument nagelaten voor de taal die hem zo lief was, en daarmee ook een monument voor zichzelf.
Van Donselaar heeft ook een pagina bij de DBNL met werken van en over hem.
[overgenomen van Neder-L, 14 april 2013]

Van Donselaars Woordenboek van het Surinaams-Nederlands

door J.M. van der HorstIn Suriname worden heel wat verschillende talen gesproken. De situatie is onvergelijkbaar met welk Europees land dan ook. Zeker voor een zo jonge staat zijn de problemen dan ook groot. Wanneer sprekers van de verschillende talen bijeen zijn, wordt meestal gebruik gemaakt van ofwel het Sranan ofwel het Surinaamse Nederlands. Nederlands is er nog steeds de officiële taal maar lang niet alle inwoners beheersen het Europese Nederlands en er is om begrijpelijke redenen ook wel verzet tegen dat Nederlands. Anderzijds is het Nederlands er nog van belang omdat zoveel fundamentele teksten Nederlands zijn. Ook speelt een rol dat het Nederlands ‘van niemand is’, hetgeen politiek een voordeel is. Een keuze voor een of twee inheemse talen zou bepaalde bevolkingsgroepen bevoordelen.

Het Surinaams-Nederlands is een variant van het Nederlands die zich niet scherp laat afgrenzen. Er is Surinaams-Nederlands in gradaties. Er is Surinaams-Nederlands dat vrijwel niet verschilt van het Europese Nederlands en gebruikt wordt door ontwikkelde Surinamers. Maar er is ook een Surinaams-Nederlands met zeer veel eigen woorden en uitdrukkingen. Voor de meeste Surinamers geldt, dat hun Surinaams-Nederlands niet op een bepaald punt van dat continuüm vastligt. In formele situaties wijkt hun taal minder af van het officiële Nederlands terwijl in het alledaagse gebruik veel meer typisch Surinaams-Nederlandse kenmerken voorkomen.
Naast Nederlandse woorden die een ietwat andere betekenis gekregen hebben of in het Algemene Nederlands verdwenen zijn (op iemands hoofd staan: ‘iemand in de weg zitten, iemand tot last zijn’; baldadig: ‘vreselijk’; bout: ‘dijbeen’) zijn er talrijke ontleningen aan het Sranan, het Karaïbisch, het Sarnami, het Javaans en het Engels. Bijvoorbeeld braf: ‘soep’, koepari:‘teek’, doni: ‘dubbeltje’, pitjil (een bepaald gerecht), droppen: ‘laten uitstappen’.
Het Woordenboek van het Surinaams-Nederlands van J. van Donselaar beschrijft de woorden en woordbetekenissen die men in Suriname gebruikt in het Nederlands van daar voorzover ze niet in een Nederlands woordenboek als Van Dale staan. Daarbij is gestreefd naar volledigheid, ook al erkent de auteur meteen dat werkelijke volledigheid nooit te bereiken valt. Ook zijn zo veel mogelijk woorden opgenomen die in het verleden ooit in Suriname gebruikt werden en terzelfder tijd in Nederland en België niet of op een andere wijze.Strikt genomen is dit woordenboek de tweede druk van het gelijknamige boek uit 1977. Maar het is dermate uitgebreid dat met meer recht van een nieuw boek gesproken mag worden. Het aantal trefwoorden is uitgebreid van 1400 tot 6600, de inleiding over de Surinaams-Nederlandse woordenschat en de taalsituatie in Suriname is verbeterd en er zijn enkele zeer praktische registers toegevoegd. Omdat een niet onbelangrijk deel van de typisch Surinaams-Nederlandse woordenschat bestaat uit namen van planten en dieren, heeft de auteur registers gemaakt op de Latijnse wetenschappelijke namen met daarachter de SN-benaming. Verder is een lijst met spellingvarianten opgenomen en een contraregister Algemeen Nederlands/ Surinaams-Nederlands.

In zijn huidige opzet is het woordenboek in de eerste plaats bedoeld voor het onderwijs in Suriname zelf. Maar het belang ervan strekt veel verder. Ook bij de vele Surinamers in Nederland en bij al diegenen die met Suriname te maken hebben, zal het zeker zijn weg vinden. En tenslotte is een nieuw woordenboek voor een taal die nog nooit zo in kaart gebracht is, ook taalwetenschappelijk en lexicografisch een belangrijke aanwinst.
J. van Donselaar, Woordenboek van het Surinaams-Nederlands, Dick Coutinho, Muiderberg, 1989, 482 p.
[uit Ons Erfdeel, jaargang 32 (1989)]
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter