blog | werkgroep caraïbische letteren
1
 

Caribisch-Nederlands komt in Groene Boekje

door Mirte de Rozario

Oranjestad — De officiële Woordenlijst Nederlandse Taal – bekend van de publicatie het Groene Boekje – wordt in 2015 uitgebreid met Caribisch-Nederlandse woorden. Die woorden komen uit kranten, literaire werken, blogs en andere publicaties van Aruba en Curaçao. Dat maakte de Nederlandse Taalunie gisteren bekend tijdens de openingsavond van de conferentie ‘Nederlands als vreemde taal in het Caribisch onderwijs’ die nu op Aruba plaatsvindt.

Hellmuth van Berlo, seniorprojectleider van Nederlandse Taalunie, sprak gistermiddag voorafgaand aan de opening met Amigoe over het uitbreidingsproject van de Woordenlijst Nederlandse Taal. “In 2015 brengen we een vernieuwde versie van deze Woordenlijst uit, maar niet met nieuwe spellingsregels”, zo verzekert Van Berlo. “De Woordenlijst wordt wel uitgebreid met nieuwe woorden uit het Caribisch gebied.” Dat gebeurde in 2005 voor het laatst, toen zo’n 500 Surinaams-Nederlandse woorden werden toegevoegd. Dat moet nu dus ook met Caribisch-Nederlandse woorden gebeuren. Van Berlo geeft een voorbeeld: “Het gaat om woorden in het Papiaments waar geen bestaand Nederlands woord voor bestaat om in te kunnen vertalen. Zoals het woord cunucu. Daar is geen Nederlands woord voor. Platteland zou een beetje in de buurt komen, maar dat is het niet. Dus cunucu wordt vernederlands naar knoek, maar dat woord bestaat officieel niet in het Nederlands. Knoek zou echter wel heel goed in aanmerking kunnen komen voor opname in de officiële Woordenlijst Nederlandse Taal.”

Taalbank

Om te weten welke woorden wel en niet als Caribisch-Nederlands kunnen worden aangemerkt, moeten eerst woorden worden verzameld. Dat doet het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL). Zij hebben een databank (Taalbank) met daarin de totale Nederlandse woordenschat van het hele Nederlandse taalgebied. Uit deze Taalbank wordt onder andere de Woordenlijst Nederlandse Taal samengesteld, dat is de officiële spellinglijst van de Nederlandse Taalunie. De Taalbank bevat ook varianten van het Nederlands uit het Caribisch gebied en dat aantal moet dus flink omhoog. INL is daarom bezig om gepubliceerde Nederlandse teksten te verzamelen van Aruba, Curaçao en Suriname en ook van de BES-eilanden en St. Maarten. Die teksten worden onderzocht op specifieke woorden die op de eilanden worden gebruikt. Die woorden kunnen vervolgens – met correcte schrijfwijze – worden opgenomen in de nieuwe Woordenlijst 2015, waarmee dus het Caribisch-Nederlands officieel tot de Nederlandse taal behoort.

Congres

Vertegenwoordigers van de Nederlandse Taalunie zijn nu dus op Aruba om hier aan organisaties zoals media en overheid bekendheid te geven aan het project van het Caribisch-Nederlands. Daarnaast doen ze mee aan de onderwijsconferentie ‘Nederlands als vreemde taal in het Caribisch onderwijs’ (NVTiC) die gisteravond opende in hotel Westin en nog tot zaterdagmiddag duurt. Zo’n 60 deelnemers uit Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, St. Eustatius, Suriname en Nederland wonen NVTiC bij. In de Arubaanse delegatie zitten onder andere Onderwijs-minister Arthur Dowers (AVP), directeur Anne-Marie Proveyer van Directie Onderwijs, voorzitter Joyce Pereira van Fundacion Lanta Papiamento, coördinator Gracy Garcia-Dijkhoff van Desaroyo di Curiculo en daarnaast onderwijskundigen van onder andere de Universiteit van Aruba, lerarenopleiding IPA, en Inspectie Onderwijs.
Tijdens de openingsavond gisteren maakte Van Berlo van zijn spreektijd gebruik door over het project van de uitbreiding van de Woordenlijst Nederlandse Taal te vertellen en konden de deelnemers tijdens een diner met elkaar kennismaken. Vanmorgen kregen de deelnemers meer uitleg over het idee achter Nederlands als vreemde taal in het Caribisch onderwijs en gingen ze in groepen aan de slag om hierover te brainstormen. Vanmiddag werden de concepten van de kerndoelen en leerlijnen gepresenteerd. Vanavond staat op het programma een inleiding ‘Typische fouten in het Nederlands bij Caribische leerlingen van het Koninkrijk’. Het complementair didactisch programma van Nederlands als vreemde taal staat zaterdagochtend op het programma van de conferentie.
Meertaligheid als uitgangspunt
De deelnemers aan NVTiC gaan deze dagen onder andere in op de vraag of meertaligheid een belangrijke rol kan vervullen in het onderwijs. De organisatie benadrukt in ieder geval dat meertaligheid een belangrijk uitgangspunt is bij het vormgeven van het onderwijstaalbeleid. Om Nederlands te leren op school moeten kinderen gebruik kunnen maken van hun eigen moedertaal, in combinatie met audiovisuele en andere hulpmiddelen. Hoe meer talen iemand beheerst, hoe meer mogelijkheden degene heeft om informatie tot zich te nemen. Dat kan via onderwijs zijn, maar ook via de media zoals internet, tijdschriften, krant, tv en radio. Meertaligheid is een rijkdom en geen belemmering.
[uit Amigoe, 17 mei 2013]

Commentaar van de redactie van CU: is het Surinaams-Nederlands dan geen Caribisch-Nederlands?

1 comment to “Caribisch-Nederlands komt in Groene Boekje”

  • Waarom is men er zo op gebrand om een soort van “Caribisch nederlands” te creeëren? Er bestaat volgens mij helemaal geen Caribisch Nederlands. De nederlandse taal is een germaanse taal en hoort als zodanig niet thuis in het Caribisch gebied. Het is gewoonweg storend dat de Nederlanders met alle geweld hun nederlandse taal aan de Antillianen wensen op te dringen, terwijl wij in de Caribische regio niets, maar dan ook echt helemaal niets hebben met noch aan de nederlandse taal! Of hebben we te maken met de sierende grootheidswaanzin van Nederlandse neerlandici/historici?
    De nederlandse taal telt niet eens mee in de grote wereld, enkel voor Nederland, de nederlanders, de Vlamingen en degenen die in genoemde landen verblijven heeft kennis van het nederlands nog enig zin. Ik vind het verschrikkelijk dat Nederland ondanks het verdwijnen van het kolonialisme nog immer een semi-koloniserend landje is gebleven. Schande!

    Spaans en Engels, dát zijn de allerbelangrijkste talen die tellen en toedoen in deze wereld. Spaans en Engels, dát zijn de talen waarmee wij onze Curacaouse kinderen moeten opzadelen. Dan hoeven onze Curçaouse kinderen niet meer vervolgt en beledigt worden in Nederland. Niet alleen Nederland zijn er hogere onderwijsinstellingen gevestigd. Het moet eens afgelopen zijn met het in de diepe gooien van onze Curaçaouse kinderen. Wat gaan wij Curaçaoenaars eigenlijk in het land zoeken dat ons zo verschrikkelijk minacht? En dan nog bijna 10.000 km verwijdert van ons Eiland!! Het is toch belachelijk!?

    Bovendien zijn de 2 genoemde Wereldtalen in overeenkomst met de in de regio gesproken talen. Het lijkt er op dat Nederland, cq. Nederlandse historici en neerlandici zich zoals altijd weer eens de Calimero van het Westen betonen. Laat onze Papiamentu met rust, weg met de Nederlandse taal uit het Westelijk halfrond en Viva Español i Inglés!

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter