Caribisch enigma van Brede Kristensen
door Eric de Brabander
Een enigma, een raadsel. Ik vroeg me af of Brede Kristensen, bekend van zijn essays in meerdere Curaçaose dagbladen, het woord enigma uitsluitend in die betekenis heeft gebruikt. Met een enigma kan bedoeld worden: duistere zaak, gesloten boek, mysterie, probleem, puzzel, en/of vraagstuk, zo leerde ik na wat googlen. En deze betekenissen maken van de titel van het boek een voorbode van de inhoud.
In 1988 kwam Het zilt van de passaten uit, tweede, geheel herziene en uitgebreide editie 2000. In dit boek beschreef Aart Broek in een vijftal essays de fascinerende Caribische literatuur en plaatste deze tegen de sociaal-culturele achtergrond van de Caribische regio in de loop van de afgelopen eeuw. Veel van de Caribische literatuur gaat over woede en verzet tegen onderdrukking en uitbuiting, dat komt in Het zilt van de passaten duidelijk naar voren. Kristensen gaat hier in Caribisch enigma uitgebreid op in.
Woede was niet alleen gevolg van de slavernij. Aan de hand van het boek Cooly Woman: The odyssey of indenture van de Guyanese schrijfster Gayutra Bahadur beschrijft Kristensen de martelgang van de koelies, uit India door ronselaars weggerukt om onder valse voorwendsels het werk van de voormalige slaven over te nemen. Het verlangen te herinneren wordt voortdurend belaagd door het verlangen te vergeten, schrijft Bahadur. Zo moet het inderdaad geweest zijn voor vele eilandbewoners, ooit aangespoeld tegen wil en dank.
De kralenketting van Caribische eilanden die begint bij de meest westelijke punt van Cuba, 200 km oostelijk van Cancun, Mexico en zich vervolgens uitstrekt in zuidoostelijke richting tot en met Trinidad, een groot eiland dat tegen de kust van Venezuela lijkt te botsen, bracht tevens literatuur van gematigder aard voort. Verzet blijft echter de gemene deler, een aantal boeken niet meegeteld dat juist een behoudend karakter heeft.
Brede Kristensen bouwt in zijn boek Caribisch enigma op deze gegevens voort. In de inleiding stelt hij, ik citeer:
Typerend voor het gebied is het ontbreken van een dominerende thuiscultuur, waaraan nieuwkomers zich moeten conformeren. In Noord-Amerika was dat de Angelsaksisch-protestantse cultuur. In Latijns-Amerika de Spaans-katholieke cultuur, inclusief bestuurlijk systeem. Typerend voor het Caribisch gebied is het volstrekt hybride karakter van de cultuur: etnisch, linguïstisch, politiek en wereldbeschouwelijk-religieus. Dat hybride karakter weerspiegelt zich in de literatuur.
Iedereen op de eilanden is vertrokken en iedereen is aangekomen, de eigen generatie of een vorige, herinneringen van het verleden met zich meenemend, herinneringen die de generaties overleven en die zich vermengen met de ervaringen van de aankomst. V.S Naipaul schreef over die immigrantenervaringen in zijn boek Caribische reis. In dit boek keert Naipaul terug naar zijn land van herkomst, Trinidad. Vanaf dit eiland maakt hij een uitgebreide tocht door het hele Caribische gebied; Brits Guyana, Suriname en onze eilanden, om te eindigen op Martinique en Jamaica. Hij beschrijft de gecompliceerde mengelmoes van volkeren, rassen, kleuren en geuren van de eilanden.
Brede Kristensen doet in zijn omvangrijke werk hetzelfde, de stijl is echter een geheel andere. Hij laat de reis langs de Caribische auteurs en hun literaire werken maken door Hebdomeros, een metaforisch figuur die de essays waaruit Kristensens boek bestaat verbindt. De naam doet denken aan Homerus, de Griekse dichter die een groot aantal mythische vertellingen uit zijn cultuur achterliet.
Caribisch enigma is een speurtocht naar de ware ziel die het Caribisch gebied tot een geheel smeedt. De schrijvers die Kristensen geselecteerd heeft geven een beeld van die ziel, en hoe die ziel van ons Caribisch gebied zich de afgelopen honderd jaar ontwikkeld heeft.
In West-Europa keek men ‘eeuwenlang met trots naar de rol van Europa in de geschiedenis van de Amerikaanse continenten, alsof men in Europa daar iets groots tot stand heeft gebracht. De afstammelingen van indianen, Afrikaanse slaven en Indiase koelies zien het heel anders. De zin ervan ontgaat hen. Terecht. De vraag is dus hoe we het luisteren en het samen luisteren kunnen bevorderen, schrijft Kristensen ergens halverwege het boek. Luisteren en samen luisteren. Literatuur dus.
In het boek komt een groot aantal schrijvers aan bod, waaronder onze eigen auteurs als Boeli van Leeuwen, Henry Habibe, Luis Daal, Cola Debrot, Radna Fabias en Hans Vaders, schrijvers die qua afkomst, etniciteit, taal, politiek en religie uiteenlopen en toch verbonden zijn als Caribische mensen. Een ‘leven met verscheidenheid’, zo typeerde de Surinaamse schrijver Albert Helman deze Caribische mengcultuur.
In de jaren 90 van de afgelopen eeuw wist de Curaçaose internist, concertpianist en destijds buitengewoon hoogleraar aan de Universiteit van Groningen dr. Robert Rojer Nederland ervan te overtuigen om de NASKHO (Nederlands Antilliaanse stichting voor klinisch hoger onderwijs) niet weg te bezuinigen. De NASKHO regelt onder andere co-assistentschappen voor Europees-Nederlandse medicijnstudenten in ons ziekenhuis. In een buitengewoon helder en indringend pleidooi maakte Rojer duidelijk dat met het verstrijken der jaren ook Nederland zich aan multiculturaliteit zou moeten gaan onderwerpen en dat dat proces al tijden gaande was. Hij stelde vast dat co-schappen op Curaçao zouden bijdragen aan het vlotter laten lopen van dat proces, al was het maar in de uitoefening van de geneeskunde.
Co-assistentschappen en de talloze andere stages die op Curaçao aangeboden worden kunnen gezien worden als een jaar lang lessen in ‘leven met verscheidenheid,’ om met Albert Helman te spreken. En zo is het ook met dit boek van Brede Kristensen. Het is een les. Voor de Europese Nederlander leveren Kristensens lessen in leven met verscheidenheid wellicht een verhelderend inzicht in de complexiciteit van een multiculturele maatschappij zonder dominante thuiscultuur.
Brede Kristensen (1946) voltooide zijn middelbare school op Curaçao, studeerde sociologie en politicologie aan de VU in Amsterdam en werkte als docent sociologie aan de Universiteit van Curaçao en als consultant op het gebied van goed bestuur, zowel op de Caribische eilanden als in Oost-Europa. Hij schrijft met regelmaat voor de Ñapa van de Amigoe over literatuur en diverse andere onderwerpen.
Brede Kristensen, Caribisch enigma. Een odyssee in een collage. Haarlem: In de Knipscheer, verschenen november 2019. ISBN 9789062657834. Prijs 24,50 euro.