blog | werkgroep caraïbische letteren

Caribbean Ties: wat een sof(tijs)

Publicitair zat het prima in elkaar, “de tentoonstelling Caribbean Ties in het Museon: over de oorspronkelijke bewoners van het Caribisch gebied van vóór Columbus”. Het zou met een flitsend “festival” worden geopend. Klonk allemaal prima. De werkelijkheid: drie paar verwijtende ogen.

 

door Michiel van Kempen

Het Haagse Museon is een museum voor de jeugd, misschien wel het mooiste van Nederland. Dat er nu dus een tentoonstelling over de vroege inheemsen in het Caraibisch gebied gepresenteerd zou worden, maakte direct nieuwsgierig. Er was een besloten opening voor de happy few en er was een debat over Caraibische identiteit, waarschijnlijk verzonnen door een politiek-correcte antropoloog zonder kinderen. Geeft niks: ik ga lekker voor de tentoonstelling met mijn kinderen, allebei volbloed inheems, en een neefje. Die moet ik dan eerst wel voorbij de keurige kraampjes met eten en Afrikaanse sieraden smoezen (“straks, je kunt dat eten niet mee naar binnen nemen”), maar met het toverwoord “indianen” krijg je kinderen altijd enthousiast. Het vinden van de expo is een spannende zoektocht met pijlen door het hele gebouw, we lopen drie keer voorbij de goed achter een pilaar verstopte ingangsdeur. Dat geeft ons wel de gelegenheid andere Caraiben-zoekers te ontmoeten, die verdwaald zijn bij de germaanse holenmensen. Maar uiteindelijk staan we dan toch binnen. Een zaaltje half zo groot als de woonkamer van een moedeloze arbeiderswoning. Er hangen wat affiches met voor kinderen veel te lange lappen tekst, er hangen wat  foto’s en kaarten die voor de jeugd nauwelijks te interpreteren zijn, er is een kleine hoofdtooi, en er is een verzameling replica’s van kleipotjes en ander klein gerei. Ik ken minstens vier particulieren die méér hebben staan in hun huiskamer. Dat het replica’s zijn geeft niks, je kunt jeugdigen niks verwijten als die per ongeluk een beeldje omkwakken en de replica’s zijn mooi. Maar de oude tijden zowat alleen neerzetten met spullen waaraan kinderen in elk antropologisch museum haastig voorbijhollen? Waar is het activeren van de kindergeest gebleven? Ze mogen op kaartjes een idee schrijven: is dat een interactieve expositie? Ja, het is natuurlijk heeeeel bijzonder – zoals wordt rondgebazuind – dat dezelfde expositie tegelijk op elf plaatsen in het Caraibisch gebied te zien is.

Ik zie de kinderen nergens meer. Ik probeer wanhopig uit te leggen dat “op 24 juli de zaal wordt verrijkt met nieuw werk van twee jonge, talentvolle fotografen met Caribische roots: Kevin Osepa en Tarona Leonora. Onder leiding van gastconservator en topfotograaf Jeroen Toirkens gaan ze aan de slag rondom de subthema’s van de expositie; identiteit, diaspora, heimwee en erfgoed.”

“Kinderen, “roep ik wanhopig, “de subthema’s identiteit en diaspora, dat moet jullie toch aanspreken!!” Ik zie ze nog net verdwijnen, ook zonder pijlen kennen ze de weg naar buiten, ze hollen zelfs voorbij de Afrikaanse sieradenstalletjes. Gelukkig staat er voor het Gemeentemuseum een ijscokar. De verwijtende blikken smelten langzaam in het roomijs.

 

Museon, Stadhouderslaan 37, Den Haag, nog te vermijden tot en met 21 juni 2020

5 comments to “Caribbean Ties: wat een sof(tijs)”

  • Gemiste kans van de kant van de organisatoren!
    Beter niets dan dit! Schande!

  • Wat ontzettend jammer dat Van Kampen het Carribean Ties openingsfestival langs de maatlat van kinderlijke beleving plaatst. Het resulteert in een zurig stukje schrijven dat voorbij gaat aan de wetenschappelijke buitengewoon boeiende inhoud van de tentoonstelling.
    Carribean Ties is een absolute must voor een ieder -vanaf een jaar of 10- die geïnteresseerd is Caribisch erfgoed en nieuwste archeologische inzichten. Ja, daarvoor moet iets meer lezen dan een gemiddeld appje, maar dat moet je al snel als je meer wilt weten.. De informatie is overigens ook digitaal mooi ontsloten.https://www.universiteitleiden.nl/binaries/content/assets/customsites/nexus1492/caribbean-ties-magazines/magazinecaribischeconnecties_digitalnl.pdf

    • Ach ja, gut nou toch, dat ik een tentoonstelling in een kindermuseum NIET met wetenschappelijke maatstaven meet zoals bij een expo in een wetenschappelijk instituut, maar “langs de maatlat van kinderlijke beleving”, het is toch werkelijk te gek. Wat zouden kinderen er immers toe doen?: als ze het niet begrijpen dan donderen ze maar op.
      Ik denk er wat anders over. U mag mijn kritische commentaar “zurig” vinden, maar misschien is het beter de vraag te stellen: is een presentatie van belangwekkende onderzoeksresultaten voor kinderen op deze manier wel interessant in een kindermuseum? Wat hebben zij eraan? Is dit wel boeiend voor hen? Gewoon even uit de eigen “wetenschappelijke” bubbel stappen, niet zurig doen, beetje zelfkritisch zijn.
      Dank voor de link, maar die stond al eerder onder het bericht over de tentoonstelling op deze site.
      En die tentoonstelling heet niet Carribean Ties, maar Caribbean Ties. Zoals ik ook niet Van Kampen heet, maar Van Kempen.
      Ayo!

      • Vanwaar de noodzaak zelfkritisch te zijn op zoiets vernieuwends? Als er met fris elan een mooie presentatie wordt gemaakt, waarom dan de noodzaak om het af te kraken, een suf stukje te schrijven dat je kinderen zich niet hebben vermaakt? Ik snap dat echt niet. Persoonlijk vind ik het pretentieus én treurig tegelijk: lekker met hete rode potlood kritische kanttekeningen maken….. een remmer in vast dienst. Dwarsliggen is prima,hoor – want die zijn zeker nodig- maar dan wel constructief én inhoudelijk gemotiveerd.Het ga je goed!

  • Ik ben niet naar deze tentoonstelling geweest, maar reageer enkel en alleen op de eerste zin van de reactie van mevrouw Shahaila Winklaar: “Vanwaar de noodzaak zelfkritisch te zijn op zoiets vernieuwends?” Daarnaast stel ik aan het einde van mijn “comment” 3 vragen.

    Wellicht heb ik u niet goed begrepen, mevrouw Winklaar, maar uw reactie impliceert dat je niet zelfkritisch mag zijn op “iets vernieuwends”. De noodzaak om zelfkritisch te zijn is mijn inziens niet gekoppeld aan de aard van de ingestelde actie. Wel of niet vernieuwend zijn conflicteert naar mijn idee niet met het zelfkritisch zijn. De vorm en wijze waarop kan verschillend zijn, maar een vorm van zelfkritiek/ zelfreflectie lijkt m.i. onontbeerlijk voor iedere vorm van ontwikkeling.

    Aanvullend drie vragen: Welke reacties hebben de kinderen die reeds naar deze tentoonstelling zijn geweest, gegeven op datgene wat hun werd aangeboden? Wat is er geoogst aan kaartjes met ideeën van de kinderen? Hoe gaan de organisatoren hier voor zover mogelijk verder vorm en inhoud aan geven? Ik kan me voorstellen dat je niet pas aan het einde van de tentoonstelling gaat kijken wat de feedback is, zeker niet als je graag in verbinding met je doelgroep (kinderen/mensen vanaf 10 jaar als ik het goed begrepen heb) wilt blijven.

    Alvast dank voor een reactie en beantwoording van mijn vragen.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter