blog | werkgroep caraïbische letteren

Carel de Haseth – Gedicht

Aan Chila

de zon heeft nog niet de stranden kunnen bereiken
smekend tussen de bergen een derdegraads wanhoop
vanaf de ravijnen naar omlaag wachten
proberen hier geen flats meer te bouwen
laat nog even de orchideeën bloeien voor een foto
straks zijn alle archieven vol
zo een natuurlijk ultimatum onder ons

de kalenderdagen zijn reeds op de plaat geregistreerd
tijd is geluid en tussen de bergen alleen de wind
ritmisch bloeien de bloemen hier nog en niet in kassen
de bergen kúnnen omgebouwd worden tot flats!
gedenk miraflores…[1]

de steenmassa’s zijn ons niet vijandig
breek deze mythe en draag verzoening aan
redt nog mijn laatste orchidee
redt haar van bloemistenhanden, redt haar!

de meeuwen zijn al boven ons hoofd
bondgenoten van de vervlakte mens
zoekend naar stranden, menselijke vermakelijkheidsvlaktes
waar schepen olie kunnen lozen, waardeloze olie
wat is de waarde van één mens
uitgedrukt in strandlengte en olieoppervlak?
(gebruik maar ångstrom eenheden)
haal in godsnaam de meeuwen neer!

voel de bergen vallen
voel ze vallen!
probeer wanhopig nog rechtop te blijven staan
tussen deze hopen bouwmateriaal
vlieg weg desnoods
vlieg weg condor vlieg met me mee
onze eieren leveren kalk
maar vlieg weg, vlucht weg
naar kosmische ruimten zonder mensen
kosmische ruimten tussen mens en dood
met sterke neiging naar dit laatste
blijf zweven…

[Uit: Mañán, poëzie van 6 Antilliaanse auteurs. Samengest. door Andries van der Wal. Ingel. door Carel de Haseth. Rotterdam: Flamboyant, 1974, p. 27.]


[1] Miraflores (lett. Bloemzicht) is de naam van het presidentiële paleis in Venezuela en de naam van het landhuis waar Mijn zuster de negerin van Debrot speelt.


Landhuis Savonet, Curaçao. Foto © Carel de Haseth

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter