blog | werkgroep caraïbische letteren

Caraïbische promovendi bijeen

In het weekend van 28 en 29 mei kwamen alle promovendi die vallen onder de leerstoel West-Indische Letteren van de Universiteit van Amsterdam (prof. Michiel van Kempen) bij elkaar voor hun jaarlijkse promovendiweekend.

Zij komen vanuit allerlei landen bijeen voor gespecialiseerde colleges op het gebied van de Caraïbische cultuur en literatuur. Op zaterdagochtend kregen zij een workshop van dr Fridus Steijlen (KITLV) over: Hoe om te gaan met orale bronnen? Aan de orde kwamen onder meer de status van orale bronnen en de techniek om die op te tekenen en te interpreteren. Dr Theo Meder, werkzaam als antropoloog bij het Meertensinstituut, sloot met zijn college over de aard en functie van Anansi-vertellingen naadloos aan op de workshop van Steijlen. Op zondagochtend gaf prof. dr Wim Rutgers (Universiteit van Curaçao) een college over de lezer als component van de schrijver. Zicht op het functioneren van de lezers biedt andere perspectieven op de literatuurgeschiedenis. Prof. dr Gert Oostindie (Universiteit Leiden en KITLV) sprak over het kritisch omgaan met historische bronnen. Hij stelde aan de orde dat historici in de regel meer in de empirische feiten en het hoe-het-geweest-is geïnteresseerd zijn dan letterkundigen. Zijn kritische vragen bij de positie van de historicus en multifocality leidden tot levendige debatten. Tussendoor kregen de promovendi ook nog een korte cursus Powerpoint.

Belangrijkste doel van de promovendibijeenkomst is dat de promovendi een presentatie houden over de stand van hun eigen onderzoek en de vragen en dilemma’s die dat oproept. Zij krijgen daarbij feedback van de hoogleraren en van hun collega-promovendi. Ook Cynthia Abrahams, als eerste bij deze leerstoel gepromoveerd (op R. Dobru), was aanwezig: zij hield de speech tijdens het diner op zaterdag en vertelde over haar ervaringen gedurende haar promotietraject. Vier jaar lang bewijzen deze bijeenkomsten dat zij bijna de life line zijn voor het promotie-onderzoek dat vaak in afzondering moet gebeuren, zeker in het geval van de zgn. buitenpromovendi die niet een arbeidsplek aan een universiteit hebben. Dat de leerstoel bedreigd wordt (klik hier voor meer informatie) is voor hen een schrikbarend perspectief.

Lopend promotieonderzoek West-Indische Letteren
Cherida Adamah-de Ziel: leven en werk van Trefossa
Sabine Ernst: Nederlandse recente migrantenliteratuur
Joe Fortin: de Papiamentstalige literatuur van Aruba
Radjin Gena: de coolitude in de hindostaans-Surinaamse literatuur
Johan Graaven: het werk van Edgar Cairo
Mieke Groen: geschiedenis van de opera in het Nederlands-Caraïbisch gebied
Carl Haarnack: de Duitsers in Suriname
Paul Hollanders: de planter-dichter Paul François Roos en zijn kring
Ida Mursidah: vrouwelijke Surinaamse literatuur van na 2000
Matthijs Ponte: postkoloniale literatuurtheorie en de receptie van Caraïbisch werk
Jos de Roo: de rol van de Wereldomroep in de ontplooiing van jonge Antilliaanse en Surinaamse schrijvers in de jaren ’50 en ‘60
Benoît Verstraete: de zendeling-schrijver P.M. Legêne
Ellen de Vries: de journalistieke berichtgeving over Suriname na de onafhankelijkheid, en in het bijzonder de Binnenlandse Oorlog
Tim de Wolf: teksten, muziek en opnames van Antilliaanse musici
Adriënne Zuiderweg: het culturele leven in Batavia van de 17de tot de 19de eeuw

Sanne Landvreugd besloot het weekend muzikaal met de Eerste Cellosuite van J.S. Bach in een arrangement voor altsax

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter