blog | werkgroep caraïbische letteren

Cancion die Libertad/Vrijheidslied

Roeman nan gradici koe Noos
Pa ciëlo soe bondad
Foor die toer bofoon noos tien é koos
Noos tien noos Libertad
Awé na bolontad die Rey
Y pa noos die noos nasjoon
Pareuw noos ta dilanti die Ley
Liber die toer sjoon

Bam pidie Dioos rodiá baauw
Su bindisjoon peés bon trabaauw
Hasi pa noos nasjoon
Noos Tata grandie goestoe y boon
Y maas sabi koe noos
Mandá awé bo bindisjoon
Pa toer boon jieuw die Dioos

Oen bida largo y salud
Kontentoe moetjou koos
Pa Rey, La Reyna y su jieuw
Noos toer ta pidie Dioos
Reconocido noos lo ta
Pa doechi libertad
Ma Dioos bo man so lo paga
E obra die bondad

Sjoon nan adioos, na Dioos soe manoe
Lo tien (Noos ta sigoer)
Amoor pa noos y boso nan
Hoestichie koe noos toer
Niengoen koe noos lo ta rabiá
Oen pober poor ta boon
Pa sabi keen ta fortoena
Noos tien noos koerason

Awé no tien kegamiento mas
Ni manoe ariba noos
Noos toer ta jieuw stima die oen kaas
Katiboe die Dioos
Salud Dioos doechi pa trabaauw
Conteentoe koe noos Ley
Y biba seemper Corsouw
Hoelanda y noos Rey
Hoelanda y noos Rey

[Papiamentu]

Vrijheidslied

Lofzang op de viering van de grote dag van de emancipatie

Vrienden, laten wij samen de Heer danken
Voor zijn goedertieren.
Na alle hoon hebben wij het eindelijk,
Hebben wij onze vrijheid,
Vandaag zijn wij van onze natie
Naar de wil van onze koning,
Voor de wet gelijk,
Vrij van alle meesters.

Laten wij knielen en God met heilige devotie
Zijn zegen vragen voor het werk
Dat voor onze natie is verricht.
Onze Vader, rechtvaardig en goed
En wijzer dan wij
Zend heden Uw zegen
Voor alle mensen van goede wil.

Een lang en gezond leven
Vol geluk en blijdschap
Voor de koning, de koningin en haar kind
Vragen wij allen aan God
Wij zullen erkentelijk zijn
Voor de heerlijke vrijheid
Maar God, alleen Uw handen zullen
Deze weldaad kunnen belonen.

Vaarwel meesters, God zal
Daar zijn wij zeker van
Ons en u liefhebben
Gerechtigheid voor ons allen
Niemand zal boos zijn op ons
Een arme kan heel goed
Weten wie gelukkig is
Ook wij hebben een hart.

De tijd van klagen is voorbij
Niemand zal ons ooit meer slaan
Wij vormen samen één gezin
Allen zijn wij slaven Gods
Goede God, schenk ons gezondheid om te werken
Wij zijn blij met onze wet
Lang leve Curaçao
Nederland en onze koning
Nederland en onze koning.

Vertaling: Jules Ph. de Palm en Marie-Céline Hendrikse

[Manuscript in Nationaal Archief van de Nederlandse Antillen, Willemstad, Curaçao. Papiamentu versie opgenomen in: Wim Rutgers, Het nulde hoofdstuk van de Antilliaanse literatuur. Koloniale poëzie in de Curaçaosche Courant. Oranjestad: Charuba, 1988, p. 26. Ook in: Berry-Haseth, Lucille, Aart G. Broek i Sidney M. Joubert (eds.), Pa saka kara. 3 dln. Willemstad, Kòrsou: Fundashon Pierre Lauffer, 1998 (Dl. 1: Historia, dl. 2 en 3: Antologia), dl. 2, p. 123-124. Vert. uit: Broek, Aart G., Sidney M. Joubert en Lucille Berry-Haseth (eds.), De kleur van mijn eiland: Aruba, Bonaire en Curaçao. Ideologie en schrijven in het Papiamentu sinds 1863. 2 dln. Leiden: KITLV, 2006 (Dl. 1: Geschiedschrijving, dl. 2: Anthologie), dl. 2, p. 109-110.]       

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter