blog | werkgroep caraïbische letteren

Calabash Festival

door Sharda Ganga

 

Ik heb even zitten twijfelen voor ik dit schreef. De werkgroep heet wel “Caraïbische letteren”, maar eigenlijk bedoelen ze daarmee alleen het Nederlandssprekend gebied. En niet “the Caribbean” waar ik leef. Maar Derek Walcott was vorig jaar wel gast van de werkgroep; het valt dus allemaal waarschijnlijk wel mee in de praktijk.

Dan nu wat nieuws uit de rest van het Caraïbisch Gebied: als je niets te doen hebt, en een paar duizend dollar teveel in je portemonnee, ga dan bijvoorbeeld naar Treasure Beach, 3 uren rijden van Kingston, Jamaica. Van 22 tot 24 mei wordt daar het 9e Calabash International Literary festival gehouden. Voorgaande jaren lazen o.a. Caryl Phillips, Michael Ondaatje, Earl Lovelace, en Maryse Condé voor. Dit jaar verwacht men Junot Diaz, Edwidge Danticat en Jamaica Kincaid.

Jamaica Kincaid gaf enkele weken terug nog vinning commentaar in The New Yorker op de oplichterijen van “Sir”Allen Stansfield en zijn band met haar geboorte-eiland Antigua. Natuurlijk was ze vlijmscherp en natuurlijk had ze weer gelijk. Haar zuur commentaar op haar geboorte-eiland hebben haar daar al lang tot persona non grata gemaakt. Wist ik veel. Ik dacht dat alle Antiguanen (Antiguayanen?) vreselijk trots op haar zouden zijn. Hun literaire Anthony Nesty.

Mijn vergissing werd duidelijk toen op een zwoele avond op een ander prachtig eiland een hoogbeambte strakgepakte Antiguaanse meneer bijna in zijn dure wijn spuugde van woede toen ik mijn bewondering voor zijn landgenote kenbaar maakte. Hij kende Jamaica’s moeder hoogstpersoonlijk en zoals haar dochter over haar schreef, dat was heiligschennis. Ze was een ondankbare dochter, ze zette haar moeder te schande, ze zette haar geboorteland te kijk, ze was, kortom, een nestbevuiler.

Klinkt bekend. Elke keer als ik in Caraïbisch gezelschap vertel dat ik een grote fan ben van V.S. Naipaul krijg ik bijna letterlijk hetzelfde te horen. Is er een Surinaams equivalent van Kincaid en van Naipaul? Ik kan er zo gauw niet op komen.

Eigenlijk moet ik naar Jamaica om Jamaica te zien en te horen. Misschien krijg ik dan een kans om haar te vertellen dat ik over de grond heb gerold van het lachen bij het lezen van A Small Place. Dat elke keer als ik de naam VC Bird verving door bijvoorbeeld Somohardjo, het was alsof het over Suriname ging.

Het Calabash Festival stond dit jaar op het punt van verdwijnen, maar een razendsnelle emailactie, binnen een dag rondgestuurd naar een ieder die iemand kent die iemand kent die iemand kent die iets doet met schrijven, zorgde voor een enorme toestroom van protestmails. En binnen een dag dienden twee sponsoren zich aan. Euforie alom, en voor even voelde ik me weer helemaal deel van deze bonte stoet Caraïbische schrijvers.

Dus: als je wat geld over heeft, ga er naar toe. Als je wel het geld maar niet de tijd hebt: ik offer me graag op. (voor meer informatie: http://www.calabashfestival.org/ De website is wel open, maar veel staat er nog niet op. )

2 comments to “Calabash Festival”

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter