blog | werkgroep caraïbische letteren

Bussemaker en Dekker, doe iets aan deze KNAW

door Marc Chavannes

Het wordt steeds gekker bij de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen. Het walhalla van wetenschappelijk Nederland wordt volgende week voor de Ondernemingskamer gedaagd als de hoogmoed van bestuur en directie niet snel plaats maakt voor de rede en normale omgangsvormen. De Ondernemingsraad van de KNAW gaf de eigen leiding deze week een laatste kans.
Een klein jaar geleden berichtte ik op deze plaats over het ‘digitaal geestenpaleis’ dat bij de KNAW nog onder voorzitterschap van de gelauwerde Robbert Dijkgraaf werd bedacht en onder zijn opvolger Hans Clevers nu als Humanities Center definitief moet ontstaan in een deel van het Koninklijk Instituut voor de Tropen. Tegen aanzienlijke meerkosten.
Clevers weet alles van moleculaire genetica. Hij gaat er van uit dat wat samenvoeging van enkele instituten op zijn gebied heeft opgeleverd ook zal opgaan voor hoog aangeschreven instituten die taal, geschiedenis en culturen bestuderen. Samen met de KNAW-directeuren Hans Chang en Theo Mulder gaat hij heel ver om het idee door te zetten, mét marmeren trappen.
De schade is aanzienlijk. Om het Humanities-paleis te bekostigen hebben de commandanten van de KNAW ook besloten het al 42 jaar bestaande ICIN-Netherlands Heart Institute te sluiten. Voor maar 1 miljoen euro per jaar produceert dit samenwerkingsverband van acht academische hartcentra 20 procent van het wetenschappelijk werk onder KNAW-vlag.
Het ICIN werd een jaar geleden als ‘excellent’ en te bescheiden over zijn eigen prestaties beoordeeld door een internationale visitatiecommissie. De KNAW was daar toen trots op. Nu moet het dicht. Opgegeven reden is de efficiencykorting die de KNAW is opgelegd, maar ieder argument ontbreekt waarom dat tot complete opheffing van een goed lopend instituut moet leiden, een model nog wel van het type bureaucratie-arme wetenschappelijke samenwerking dat alom wordt verlangd door Den Haag. De OR van de KNAW heeft negatief geadviseerd. Michel Rog (CDA) stelde Kamervragen.
De KNAW neemt hier een voorbeeld aan de minieme bezuiniging die minister Bussemaker realiseerde door de subsidie aan het actieve Montesquieu Instituut in Den Haag te schrappen – ook zo’n voorbeeld van lean and mean interuniversitaire samenwerking, in dit geval op het gebied van parlementaire democratie in Nederland en Europa. Weinig gewonnen, veel vernietigd. (Voor de volledigheid: ik zit in hun Adviesraad, anders had ik er meer over geschreven.)
De sloopbal van de KNAW-top heeft ook het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) in Leiden getroffen. Dit instituut van wereldfaam dat vooral Indonesische en Caraïbische cultuur onderzocht, is vrijwel ontmanteld.
De collectie is haastje-repje ondergebracht bij de Leidse Universiteitsbibliotheek, in afwachting van een grootse Azië-bibliotheek waar geen geld voor is. De niet-ontslagen onderzoekers werken elders zonder hun materiaal voort. Weg is de leeszaal waar alle vakgenoten langskwamen. Pech voor de vereniging die eigenaar is. Dankzij een spreekverbod las u er weinig over.
Het in de hele wereld bekende internationale studiecentrum NIAS in Wassenaar, waar tal van belangrijke boeken zijn geschreven en contacten zijn gelegd tussen slimme mensen op zeer verschillende gebieden, wordt opgedoekt. Moet in het Humanities Center integreren met de lexicologen en onderzoekers van de Nederlandse geschiedenis. Allemaal interessante types maar samen op kantoor, leidt dat tot wonderbaarlijke nieuwe inzichten?
Bij sommige instituten heeft men tot nu toe welwillend meegewerkt. Er zou 15 miljoen extra te verdelen zijn. Maar ook daar is de twijfel omgeslagen in wrevel. De nieuwe huisvesting kost jaarlijks 6 à 8 ton meer dan de huidige huren, naast 4 of 5 miljoen aan verbouwingen. De KNAW-brede Ondernemingsraad heeft de plannen voor de tweede keer afgewezen wegens gebrek aan onderbouwing en draagvlak.
Zoals meestal spelen bezuinigings- en veronderstelde ‘winst-door-samenwerking’-argumenten door elkaar heen. Hier verrijkt met de geniale gedachte dat die suffe alfa’s eindelijk eens van big data moeten leren. De computer als pinautomaat voor de humaniora.
Sommige instituten op het gebied van taalkunde zagen nog wel iets in samen optrekken. Andere helemaal niets. Het Nederlands Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies (NIOD) heeft weinig te overleggen met etnologen en variatielinguïsten. Het heeft wel een wereldwijde reputatie als onderzoekscentrum op het gebied van oorlogen en volkerenmoord.

Gezien hun persoonlijkheden zal het voor het leidend KNAW-trio moeilijk zijn deze veldslag ongeschonden te verlaten. De minst ingrijpende exit-strategie zou zijn het Humanities Center te heroverwegen zonder het NIOD – dat hoort een zelfstandig nationaal instituut te zijn, een lieu de mémoire, een plaats waar de moeizame strijd van het goede tegen het kwaad wordt beleefd en bestudeerd. Waar de overige instituten het beste kunnen gaan samenwonen hangt af van hun gemeenschappelijke missie, die nog steeds moet worden aangetoond.

Voor het lot van de drie verantwoordelijken is het van belang dat zo snel mogelijk het rapport wordt openbaar gemaakt van een internationale commissie die de KNAW heeft geëvalueerd. Volgens de eerste signalen is het uiterst kritisch over de bestuursstijl en –methoden van het trippende trio in het Trippenhuis.
Jet Bussemaker, Sander Dekker, waar zijn jullie als het vaderland je nodig heeft?
[van NRC, 5 april 2014]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter