blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

Brigi-Digi-Dam: CD met nieuwe Surinaamse kinderliedjes van Ruth Koenders

Eind vorig jaar is het repertoire van Surinaamse kinderliedjes na jaren weer eens aangevuld met hoognodige nieuwe oogst, en een mooie oogst: 15 oorspronkelijke liedjes, 11 in het Sranan en 4 in het Nederlands.

Ruth Koenders, liedschrijfster/componiste, is in Suriname geen onbekende. In de loop der jaren heeft zij een aantal malen deelgenomen aan het Suripop Festival, een competitie voor liedschrijvers, waar zij twee keer een eerste prijs heeft behaald: in 1983 met haar lied Boni Doro in de categorie ‘politiek’, en in 2000 met het lied Yu na mi son, waarmee zij de veelbegeerde Jules Chin A Foeng-trofee veroverde. Buiten Suriname wist zij in 2006 in de door de Amerikaanse Innovation Entertainment Group georganiseerde 1st International Lo-Budget Love Songwriting Competition de eerste prijs te behalen met haar lied Pasensi Kado (ondanks de Sranan tekst!).


Ruth met Muze Facienne

Gedurende haar recente ervaring als directrice van een crèche annex peuter-/kleuterschool werd zij geconfronteerd met het gegeven dat er zo weinig aansprekende Surinaamse kinderliedjes bestaan. Zelf zegt zij hierover: “Tijdens mijn speurtocht naar wat er onder andere op het internet voorkomt aan Surinaamse kinderliedjes heb ik gemerkt dat er grote misvattingen bestaan over kinderliedjes in het algemeen, maar in het bijzonder over Surinaamse kinderliedjes. Surinaamse kinderliedjes worden vaak in één adem genoemd met bekende Surinaamse volks- liedjes, meestal afkomstig uit de slavenperiode, die echter lang niet altijd kinderlijk van inhoud en/of kindgericht zijn.”

Ook vroeg Ruth zich af: “Wat is nu een kinderliedje? Ik heb geprobeerd”, zegt ze daarover, “een definitie te formuleren van wat een kinderliedje is en ik kom tot: ‘Een kinderliedje is een liedje dat spreekt tot de verbeeldingswereld van een kind en dat bedoeld is om op muzikale wijze het kind iets aan te leren of ergens toe te bewegen, of het nu gaat om een spel, om basis-vaardigheden, of gewoon om blij te zijn of te worden.’ Een mond vol, maar dat is nu precies wat ik vind dat een kinderlied is en moet zijn.” Vanuit deze gedachte en geïnspireerd door de spontaneïteit van de kindertjes van haar Sjommi-school en veelal ook in samenzang met die kindertjes zijn deze liedjes ontstaan.

Het zijn liedjes geworden die perfect aansluiten bij de leef- en belevingswereld van het Surinaamse kind. Dus niet langer meer Berend Botje, maar Anansi koni, Iwan e prey opobal, Meneer de Kakkerlak, Wakawakamira, etcetera, en dan in gangbare muziekstijlen als kaseko, salsa, bhaitak, ghana, wals; kortom voor elk wat wils, van heuse ‘rap’ tot slaapliedje. Of zoals Ruth bezingt hoe zij van haar grootmoeder heeft geleerd een pop te maken van een overal in Suriname groeiende stugge grassoort:

Tiki popki

Mi gran-mma ler’ mi meki
wan tikipopki tide
a har’ wan grasi kaw a rutu
dat n’ a f’ wwir’ a popki ede
a tek’ wan swarfutiki
fu meki den anu
ma ke mi tikipopki
hab’ soso wan futu

Mi gran-mma ler’ mi meki
wan tikipopki yapon
a kot’ wan olo n’ in wan krosi
now popki kan prodo kon

A popki no d’ ’a wenkri
fu seri efu bay
yu sref’ kan mek tikipopki
no wan sensi yu e pay

Ay, mi lobi
tikipopki (4x)

De CD is uitgebracht door de Stichting No Fasi Productions te Paramaribo, code 7 05105 78109 9, en bevat een boekje met alle teksten.
Voor Ruth Koenders, ga naar: [http://surisra.wordpress.com/].

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter