Brief uit Sint-Eustatius
Aan de voorzitter en leden van de Commissie Koninkrijksrelaties van de Tweede Kamer
door Jan Meijer
U heeft natuurlijk zojuist het reces achter de rug, dus mijn verwachting dat mijn brief van vorige maand reeds enige respons heeft opgeleverd is wellicht een tikje te ambitieus. Het is mijn gewoonte zo ongeveer eens per maand iets van mij te laten horen. Per slot van rekening is er niet heel veel journalistiek nieuws van dit eiland te verwachten. En de mate waarin ik onafhankelijk ben is voor u natuurlijk ook maar een kwestie van het geloof in mij op grond mijn blauwe ogen. Kortom, ik hoop uw vertrouwen te winnen maar de mate waarin ik daarin slaag ligt bij u en niet bij mij.

Over journalistiek gesproken: u gaat er natuurlijk niet over (dat doen de kranten zelf wel) maar het zou landelijke kranten in het algemeen sieren om Caribisch Nederland een meer inclusief gevoel te geven. Om te beginnen met – bijvoorbeeld – het landelijke weerbericht. Toen ik eens in Spanje was (voor een pelgrimstocht naar Santiago de Compostela) volgde ik dagelijks het weerbericht. Het viel mij op dat bij het geven van een landelijk weeroverzicht vanzelfsprekend ook de Canarische eilanden werden
meegenomen. Waarom Caribisch Nederland (toch behorend tot het land ‘Nederland’) dan niet zo inclusief wordt meegenomen bij een Nederlands weerbericht, is mij initieel een raadsel en als ik er langer over nadenk steeds meer een bron van dagelijkse ergernis. Mocht u ergens eens uw invloed kunnen aanwenden hieromtrent, zou mij dat een goed gevoel geven.
Nu gaat het natuurlijk niet alleen maar over het al dan niet goede gevoel mijnerzijds. Maar – breder gezien – gaat het natuurlijk wel over de tweederangspositie die u geeft aan Caribisch Nederland.
Lees de brief hier in het Nederlands / in English
