blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

Bouterse is overleden! Een meer Surinaams perspectief!

door Euritha Tjan A Way

Mixed feelings bij mij als journalist, als discipel van het woord had ik toch graag veel meer willen weten en lezen over de dagen op de vlucht van deze persoonlijkheid die al evenveel jaren als ik oud ben, de Surinaamse politiek beïnvloedt.

Bouterse bij de proclamatie van de 25 Februari-beweging, 1984. Foto Michiel van Kempen.

En natuurlijk stromen daardoor ook de artikelen, de analyses, de verslagen en de reportages binnen. Ik besluit me erin onder te dompelen op zoek en genietend van de voldoening die woorden mij brengen. Toch zijn er voor mijn gevoel enkele hiaten in de verhalen vooral omdat de meeste zich concentreren op de vraag: had Desi wel of geen steun van Nederland?

Mijn eerste confrontatie met de erfenis van Bouterse, dus de moorden van 1982, staat mij nog helder voor de geest. Ik zie de beelden nog zo voor me, zo donker met die onheilspellende muziek opdoemen in het jaar 2000. Het Fort Zeelandia komt in beeld, het verhaal van de 15 moorden in 1982 wordt verteld. Impliciet en expliciet is de boodschap: stem niet op een moordenaar. Desi Bouterse moet nooit meer aan het bewind komen.

Mijn oma kijkt gebiologeerd naar het scherm. Ze is “tot in mijn tanden groen, NPS”, zegt ze. Ze luisterde nooit naar programma’s van de militairen. Het kon ook niet anders, het radiostation Apintie waar de familieradio tot nu toe op afgestemd is – het kan geen ander station opvangen – is ook ‘groen.’

Suriname zit diep in de put na het bewind van Jules Wijdenbosch die de protegé van Bouta was totdat die protégé niet meer aan de hand gehouden wilde worden en Bouterse als zelf geproclameerde adviseur van staat, vals zijn functie neerlegt. De helft van de NDP-aanhang loopt over naar Wijdenbosch en met lede ogen ziet Bouta zijn partij slinken. De DNP – let op het verschil in acroniem met NDP – van Wijdenbosch komt er bekaaid vanaf tijdens de verkiezingen van het jaar 2000. Ik stemde in dat jaar bevangen door de inspiratie en de woorden van mijn ‘groene oma’ ook groen.

Het land heeft er twee bruggen bijgekregen en de toekomst ziet er donker uit; we zullen brood met brug eten de komende jaren want onze inkomsten zullen gaan naar het aflossen daarvan. De groene alliantie zoals het Front voor Democratie en Ontwikkeling steevast heet in mijn hoofd, zou ons wel weer eens willen redden en wij moesten daarom op hen stemmen. “Pengel was mijn neef, ik weet nog zo hoe hij me in zijn auto liet rijden, samen met de moeder”, vertelde oma vol nostalgie.

Toch begon ik onder invloed van docenten als Sam Polanen en Hans Breeveld kritischer om me heen te kijken tijdens mijn studie. Want ja, Bouta was geen lieverd, maar toen ‘de groene alliantie’ in 1987 na zeven jaren militaire terreur aan de macht kwam, stelde het electoraat voor bijna 80 procent in hen hun vertrouwen. Ze zouden de grondwet veranderen die de militairen in alle haast hadden opgesteld in 1987 en de militairen zouden resoluut naar de barakken teruggestuurd worden. Waarom was dat niet gebeurd, maar werd wel bij elke verkiezing weer die angstige gevoelige snaar bespeeld? Was het makkelijk om de angst in stand te houden om zo te voorkomen de achterban politiek wijs te hoeven maken en de democratie binnen de eigen partij niet te hoeven stimuleren? Mij leek het wel zo.

En dan ga je meer lezen over de periode vóór 1980. Want als sneeuw voor de zon leek niemand zich meer bewust van die tijd. De tijd dat onderwijzers staakten en de demonstrant Abaisa werd vermoord door de politie. De dader werd nooit berecht. De corruptie tijdens de regeringen die na de onafhankelijkheid van 1975 aan de macht kwamen was ook gigantisch. Van ministers die steekpenningen aannamen en zelfs aan friends and family-politiek deden. Kortom niets nieuws onder de zon, ook anno 2024 niet, helaas.

Het is dan ook bijna schokkend om de waarheid te lezen: de bevolking verwelkomde in 1980 de militairen voor een groot deel wel. (Niet mijn oma hoor!) Die gingen van overheidskantoor naar overheidskantoor mensen controleren op aanwezigheid, ze stuurden corruptelingen de laan uit, begonnen met krin kondre– acties en de volksmilitie die in buurten moest werken. Ook Nederland ging in het begin door met het uitbetalen van de ontwikkelingshulp en toen, toen vielen de militairen voor het lucratieve en machotintje van datgene wat ze bestreden. 8 december vond plaats. Deze 15 moorden zouden de militairen voor altijd achtervolgen.

In Moiwana gebeurde de afslachting van wel 39 mensen in 1986, maar Suriname is niet ingericht op het gezamenlijk herdenken van de slachtingen. Apart is dat, want 15 gaat zelfs tweemaal in 39. Ik vraag me in gemoede soms af of Bouterse minder kans van slagen zou hebben als deze twee mensenrechtenschendingen samen herdacht zouden worden. Maar 8 december apart memoreren stelde het leed van de politieke en maatschappelijke elite op de voorgrond. Iets dat delen van de samenleving altijd zo wilden houden. Marrons waren minder belangrijk, werd met deze keus gezegd.

Toch kwam tijdens het justitieel onderzoek naar deze moorden Bouterse aan de macht. Hij wist er tien jaar te zitten en zorgde voor een hoop schulden die Suriname nog lange tijd zullen achtervolgen. Die leningen werden veelal consumptief gebruikt getuige het laatste schandaal waarbij met geld van andere banken levensmiddelen – het aardappelen- en uiendebacle – werden gekocht. Kort na de verkiezing in 2020 kon de NDP-regering niet eens wachten tot de machtsoverdracht want ze kon geen trucjes meer halen uit de hoge hoed van ‘patron’ Gillmore Hoefdraad om de ambtenarensalarissen te betalen, a moni ben kaba (het geld was op).

Toch bleef mij de vraag bij van een van de vrouwelijke intellectuelen die ik vaak volg: Filia Kramp. Ik ben grote fan van haar boek over de onvolkomen dekolonisatie van Suriname: Schaduwnatie. Zij stelde de vraag: Hoe komt het dat Surinamers leiders als Bouterse in het zadel hebben geholpen en voor lange tijd geholpen?

Ik denk dat de keus van de eerste Nieuw Front-regering om Bouterse niet te achtervolgen maar als afschrikmechanisme te gebruiken niet heeft gewerkt. De eigen waarden en normen in de Nieuw Front-regeringen waren vaak ook niet helemaal koosjer. Daarnaast heeft Bouterse een ander perspectief op ontwikkelingen in de wereld; meer zuid-zuidversterking dan noord-zuiduitbuiting. Dat appelleerde vooral aan de jongere intellectuelen en rebellie. Premier Mia Mottley van Barbados zag naar verluidt daarom in hem een bijzondere persoonlijkheid.

De voormalige kolonisator heeft Suriname verdeeld en zo geheerst. Die nadrukkelijke verdeling werd door de meeste Nieuw Front-regeringen gecultiveerd en gemaakt tot eenheid in verscheidenheid. Geen assimilatie, geen gezamenlijk streven, geen eenheid, maar juist verdeel en heers. Bouterse’s NDP brak daar ogenschijnlijk mee. De massa die graag gelijkheid aan elkaar wilde ervaren slikte het als zoete koek.

Maar de allergrootste aantrekkingskracht die Bouterse had op de massa, is zijn vermogen dichtbij het armere sociaal zwakkere volk te zijn. De stroom sociale pakketten maakte de mensen afhankelijk, maar het leverde hun aan het einde van de dag een volle maag op. Zijn toegankelijkheid, connectie met het publiek en zijn signatuur om uit te geven en niet op te potten, maakte dat een verwaarloosd, op neergekeken, politiek misbruikt en laaggeschoold volk hem bleef ondersteunen.

Hij was moordenaar, drugscrimineel, wist niets van economie, maar werd toch door grote delen van het land geprefereerd boven de politici die zich keurig gekleed, hooggeschoold economisch correct en afstandelijk gedroegen naar het volk toe. Zegt dat iets van hem, het volk of de hooggeschoolde leiders? That is the million dollar question!

[van Linkedin, 28 december 2024]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter