blog | werkgroep caraïbische letteren

Blanken bloot op Gouden Koets

door Han van der Horst


De Gouden Koets is als geheel een politiek statement. Alles aan het ding heeft betekenis. Het brengt de consensus onder de Nederlandse elites tot uitdrukking zoals die bestond in 1898

De Gouden Koets gaat naar het Museum Amsterdam, waar hij een half jaar lang net als Sneeuwwitje in een glazen kast tentoon wordt gesteld. Je kunt aan je water voelen dat Nederlands beroemdste paardenwagen daar nooit meer vandaan komt. Zo keert hij terug bij de schenkers, de burgers van Amsterdam.

Koningin Wilhelmina zal, in Abrahams schoot gezeten, ongetwijfeld goedkeurend knikken. Ze wilde de Gouden Koets, die ze bij haar troonsbestijging cadeau kreeg, het liefst zo ver mogelijk wegstoppen. Ze was van al die protserigheid niet gediend. De regering gaf haar de stille wenk van dit artistiek verantwoorde voornemen af te zien omdat het een slechte indruk zou maken op de Amsterdammers. De onprettig gestoorde koning Willem III had tijdens zijn leven het Oranjehuis onmogelijk gemaakt. Na zijn overlijden in 1890 zette zijn jonge weduwe Emma samen met enkele zeer hooggeplaatste Nederlanders een heel programma op om de reputatieschade te herstellen. Daar hoorden werkbezoeken bij in het hele land en de uitbundige viering van Koninginnedag. Ook maakten “de koninginnen”, zoals de pers Emma en haar dochtertje Wilhelmina aanduidde, succesvolle rijtoeren door de Amsterdamse  Jordaan. Dat had de gewenste resultaten opgeleverd. Uiteraard viel nu aan een actief gebruik van de Gouden Koets niet te ontkomen. De Amsterdammers hadden zich tenslotte blauw betaald aan rijtuigbouwer Spijker – weldra schepper van de eerste Nederlandse auto’s én de uitvinder van het stuurwiel – , die het ding op zijn geweten heeft.


Lees de hele beschouwing op de website Joop, 9 september 2020.


Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter