blog | werkgroep caraïbische letteren

Bitter in de mond, maakt het lichaam gezond

Over de Sopropo

door William L. Man A Hing

Behalve voor culinaire adepten is de familie van de Cucurbita ook voor ingewijden in de volksgeneeskunst een goede bekende. De meestal eenjarige soorten van deze plantenfamilie kenmerken zich door hun slingerende gang over de grond dan wel klimmende tocht langs allerlei verticale objecten en staketsels omhoog. Dagelijks wordt wel beroep gedaan op een Cucurbita-plant voor diens culinaire kwaliteiten dan wel heilzame werking tegen allerhande kwalen.

Volgens Stork (2000: 9) omvat deze omvangrijke familie van komkommerachtigen “100 geslachten en meer dan 850 soorten’. De auteur besluit haar werk met een overzicht van de toepassing van pompoen in de volksgeneeskunst van verschillende Europese landen.

Luffa aegyptiaca

De vruchten komen in allerlei vormen, kleuren en maten voor. Ze kunnen ook gegeten worden of als materiaal dienen voor het maken van talloze soorten gebruiksvoorwerpen of zelfs maskers, zoals bij voorbeeld voor het Halloween-feest.

In dit verband wordt in de Surinaamse literatuur meestal de aandacht gevestigd op de (eveneens eetbare) pompoenen (Cucurbita pepo) en komkommers (Cucumis sativa). Van de fleskalebas of pun(g) (Lagenaria vulgaris) worden meestal sier- en gebruiksvoorwerpen gemaakt. Over de toepassing van het Luffo-geslacht wordt nauwelijks gerept. Ook over de sopropo (Momordica charantia) zijn gegevens schaars. In het navolgende wordt vooral aan de laatstgenoemde geslachten wat meer gegevens verstrekt.

Luffa-geslacht

Twee soorten van dit geslacht vinden vermelding in de literatuur:

1. Pu, L. Luffa Cylindrica
Onder andere bekend als Smooth Luffa (effen Luffa)

2. Sukwa, L. Lyffa Acangulata
Onder andere bekend als Ridged Luffa (geribde Luffa)

Bij Stahel (bew. Ostendorf 1962: 206) worden beide soorten abusievelijk “soekwa” genoemd. Over deze planten weet Tropilab Inc., Exporter & wholesaler of medicinal plants, herbs & tropical seeds, op haar website te vermelden dat: “In Suriname’s traditional medicine, a tea of the leaves is used as a diuretic (= vochtafdrijver), while juice of the fruit is used against internal hemorrhage. The seeds have laxative properties.” Helaas wordt geen bron voor deze wetenschap genoemd zodat niet valt na te gaan wie zich daarover heeft uitgelaten.

Van Prof. James M. Stephens van de University of Florida dient wel de volgende waarschuwing over deze vruchten voor ogen te worden gehouden: “Bitter types should not be eaten, as some poisonous properties have been reported.” (www: edis.ifas.ufl.edu) Hier wordt evenwel niet vermeld om welke typen van vruchten het gaat.

Sopropo, L. Momordica charantia

Deze plant die in Suriname door Javanen pare (Stahel / Ostendorf 1962: 205) wordt genoemd, heet in het Engels bittermelon en in het Duits Bittermelone.

In het Chinees spreekt men van fu-kwa of hu-kwa (= bittermelon) en ook wel liong-kwa (verkoelende meloen): de vrucht zou een verkoelende werking hebben op de gesteldheid van het lichaam in een fase van oververhitting.

Stahel (bew. Ostendorf 1962:  206) geeft de volgende informatie over de toepassing van plant en vrucht: “De bitter en zoet smakende vruchten komen soms aan de markt; vaker ziet men daar echter de veel grotere, komkommerachtige, eveneens wrattige vruchten van de cultuurvorm, die gestoofd – vaak gevuld – als groente worden genuttigd, doch die wegens hun bittere smaak niet door iedereen op prijs worden gesteld. Een aftreksel van het blad wordt wel gebruikt als wormdrijvend middel.” Deze laatste toepassing als huisgeneesmiddel wordt op p. 570 herhaald in de Encyclopedie van Suriname (1977).

Volgens Sedoc (1977: 77) kunnen de ranken van de sopropo worden ingezet tegen geelzucht en schurft, terwijl het sap uit de bladeren werkzaam is tegen wormen.

Bij Heyde (1985: 92) kan men verschillende medicinale toepassingen aantreffen van de Wilde Sopropo of Busi Sopropo (Momordica Cochinchinensis) tegen een groot scala van kwalen en ziekten. Door hun werkzame stoffen worden praktisch alle delen van de plant en de vrucht benut.

Zo vermeldt hij dat “… worden de zaden gebruikt tegen borstaandoeningen, een opgezette buik en bij lever- en miltziekten.” Hij citeert  vervolgens Stuart die beschrijft dat de plant is “als een huismiddel tegen chronische malaria, wonden, verschillende zwellingen in Burma bekend.” …Ook de door hem aangehaalde “Ishidoya beschrijft deze plant als een gebruikt huismiddel in Burma tegen spit (baka-ati).”

Heyde vervolgt zijn exposé met te stellen dat “De wortels gekookt (zijn) goed zijn bij hoest waarbij de slijm moeilijk losraakt, ook tegen opgezette benen bij rheumatiek. De  plant bevat de stoffen momordine, A-spinasterol, sesquibenihol (Chung Kuo). De wortels bevatten alleen momordine. In de zaden is een vaste olie, palmitine, olein, linolein, ricinoleinzuur en trehalose.”

Sopropo (foto J. Stander, Wikipedia)

“Wilde sopropo helpt ook tegen kolik, worm-aandoeningen, kouvattingen der luchtwegen, het bevordert de menstruatie en is ook een middel voor genezing van wonden. De olie uit het zaad helpt tegen haar-uitval.”

Het is (nog) niet duidelijk of de “gewone” sopropo, die de auteur geheel buiten beschouwing heeft gelaten, deze helende eigenschappen in zijn geheel of ten dele gemeen heeft met de wilde soort.

Het dagelijks nuttigen van de nogal bittere sopropo hoeft geen eentonige zaak te zijn zoals soms wordt opgemerkt. Er zijn meerdere wijzen waarop de populaire groente kan worden klaargemaakt. Bij Chinezen kent men bij voorbeeld de bereiding van de vrucht in de volgende typen van gerechten:
– in moten gesneden en gevuld met gehakt; (gevulde sopropo)
– in stukjes gesneden met vlees gewokt;
–  in stukjes gesneden en in soep verwerkt.

Chinezen kennen verder het aftreksel van jonge planten en ranken voor inwendig – en uitwendig gebruik bij het bestrijden van verschillende kwalen, onder andere van de huid.

Over het speuren naar helende eigenschappen van sopropo zijn enkele interessante ontwikkelingen te melden. Na Gymnema Sylvestre en Topanambour (= aardpeer) blijkt de Sopropo als derde plantensoort een bijdrage te kunnen leveren voor het beheersen van de bloedsuikerhuishouding in de mens. Van de vrucht wordt sinds september 2004 een middel gemaakt waarvan vooral diabetici baat kunnen hebben. Onder de merknaam Glukokine, geregistreerd door de bekende firma Sandoz Pharmaceuticals GmbH (thans onderdeel van de multinational Novartis), is een produkt in capsulevorm op de markt gebracht/geïntroduceerd. De werkzame stof van het middel bevat uitsluitend concentraat van de sopropo-vrucht. Hier is geen sprake van een medicijn, maar van een zogenaamd voedingssupplement dat dus zonder recept vrij verkrijgbaar is. De fabrikant vermeldt dat het regelmatig innemen van deze capsules de regulering en verlaging van de bloedsuikerspiegel kan bevorderen.

Voor enige variatie van een sopropo-menu en vooral om aan de voorgeschreven dosering te kunnen voldoen dienen dagelijks twee capsules van Glukokine te worden ingenomen.

Ander internationaal wetenschappelijk onderzoek aan plant en vrucht richt zich op het vinden van stoffen die kunnen dienen als anti-oxidant of middel tegen kanker.

Het is te hopen dat sopropo als geliefde groente nog veel goede stoffen in zich bergt die gunstig zijn voor de gezondheid van de mens.

Een andere vorm van sopropo. Foto David Monniaux (Wikipedia)

Geraadpleegd:

Geraadpleegd:

I. Exotische groenten. Recepten uit De Antillen, China, Indonesië, Marokko , Suriname en Turkije. De Balle/Xotus/Novib, 1987.

ISBN 9066170360.

II. Dahlen, Martha & Karen Phillipps  1983. A popular guide to Chinese vegetables. Crown Publishers, Inc.,  New York. ISBN 0-517-55061-X.

III. Fytotherapie. 2004. Alpen Editions, Monaco. ISBN 2-914923-20-1.

IV. Heyde, H. 1985. Geneeskrachtige planten in Suriname en hun toepassing (Den Dresi Wiwiri fu Sranan). Geïll. Handelsdrukkerij Westfort, Paramaribo.

V. Hutton, Wendy 1998. Tropical vegetable. Asia Books, Bangkok. ISBN 962-593-149 X.

VI. May, A.F. 1982. Surinaams Kruidenboek. Sranan Oso Dresi. De Walburg Pers, Zutphen. ISBN 906011.-015.3

VII. Morton, I. and Judith Hall. 1995. Medicines. The comprehensive guide. Third edition. Bloomsbury, Londen. ISBN 0-7475-2095-X. “Guar gum is a form of Diabetic Treatment.”

VIII. Morton, Julia F. 1982. Plants poisonous to People. In Florida and Other Warm Areas. Miami, Florida. ISBN 09610184-02.

IX. Oudhia, Pankaj 2004. Karela (Momordica charantia Linn.). Websites:
a. hort.purdue.edu/newcrop/CropFactSheets/karela.html;
b. botanical.com;

X. Sedoc, N.O. 1977. Surinaams kruiden- en receptenboek. Sranan oso dresi en Nengre-oso sabi. Handelsdrukkerij J.J. Buitenweg. Paramaribo.

XI. Stahel, G. 1962. Nuttige planten en sierplanten in Suriname. Derde uitgave van Stahel’s: De Nuttige planten van Suriname” bewerkt door Dr F.W. Ostendorf. Landbouwproefstation in Suriname Bulletin No. 79. Koninklijk Instituut voor de Tropen, Amsterdam. 1962.

XII. Stephen, Henri J.M. s.a. Geneeskruiden van Suriname. Hun toepassing in de volksgeneeskunde en in de magie. De Driehoek, Amsterdam. ISBN 9060302532.

XIII. Stephens, James M. [2005].

a. Luffa Acutangula/Ridged. www: edis.ifas.ufl.edu. University of Florida, IFAS.

b. Guar- Cyamopsis tetragonoloba. www: edis.ifas.ufl.edu. University of Florida, IFAS. 

De wereldwijde vraag naar de uit India afkomstige plant is stijgende door haar vele toepassingsmogelijkheden op allerlei gebied. Dit is een eenjarig gewas, inmiddels met een aantal succesvolle cultivars, dat zeer geschikt zou zijn voor cultuur in Suriname.

XIV. Stork, Vicky  2000. Het complete pompoenenboek. Foto’s: Albert Roosenburg. Kosmos-Z&K, Utrecht. ISBN 90-215-8999-0.

XV. Tirimanna, Stanley 1987. Medicinal plants of Suriname. Uses and chemical constituents. Ministerie van LVV, Paramaribo.

XVI. Titjari 1985. Famiri-Encyclopedie Foe da Natoera Dresi-Fasi. Geneeskruidenboek van de Natuurgeneeswijzen. Amsterdam. ISBN 9071270017.

XVII. Tjong Ayong, G. 1989. Het gebruik van medicinale planten door de Javaanse bevolkingsgroep in Suriname. IOL, Paramaribo.

XVIII. Tropilab Inc., Exporter & Wholesaler of medicinal plants, herbs & tropical seeds. www, tropilab.com/luf-acu.

[“Sopropokuur: Bitter in de mond, maakt het lichaam gezond” is eerder verschenen in: dagblad De West van woensdag 3 mei 2006, no. 39623.]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter