Biograaf Peter Meel: “Henck Arron onderschatte vakbondskwestie onderofficieren”
door Stuart Rahan
Na de Surinaamse politici Johan Adolf Pengel en Jagernath Lachmon heeft de vader van de Surinaamse onafhankelijkheid, Henck Alphonsus Eugène Arron, nu ook een biografie. Maandag verschijnt van de hand van auteur Peter Meel (1959) Man van het moment. Een politieke biografie van Henck Arron (Amsterdam: Prometheus/Bert Bakker, 2014, 745 pagina’s).
Peter Meel is werkzaam als onderzoeksdirecteur van het Instituut voor Geschiedenis van de Universiteit Leiden. Hij publiceerde eerder ‘Op zoek naar Surinaamse normen. Nagelaten geschriften van Jan Voorhoeve (1950-1961)’ en Tussen autonomie en onafhankelijkheid. Nederlands-Surinaamse betrekkingen 1954-1961. Reden genoeg voor de krant om de auteur tien vragen te stellen.
Vanwaar een biografie over Arron?
Pengel en Lachmon hadden al een biografie. Ik vond dat Arron de eerstvolgende was die een levensbeschrijving verdiende.
Henck Arron plaatste zijn handtekening onder de onafhankelijkheidsverklaring van Suriname. In hoeverre was die onafhankelijkheid zijn persoonlijke verdienste, gelet op de onvoorwaardelijke medewerking van kolonisator Nederland?
Het heeft Arron meegezeten dat Nederland graag wilde dat Suriname onafhankelijk werd. Maar het was Arron die de Nationale Partij Kombinatie (NPK) formeerde en ervoor zorgde dat er in Suriname een parlementaire meerderheid voor de soevereiniteitsoverdracht te vinden was. Dat was iets wat Pengel vóór hem al had willen realiseren, maar waar hij nooit in geslaagd was. Los daarvan was Arron als minister-president de politiek eerstverantwoordelijke die met Nederland onderhandelde over de afwikkeling van het dekolonisatiedossier. Om die reden noem ik hem de vader van de onafhankelijkheid. Hij was de architect en politieke vader, Bruma de ideologische vader.
Hoe belangrijk is de rol van George Hindori geweest bij de onafhankelijkheid van Suriname?
Die rol was belangrijk, niet alleen voor het realiseren van de benodigde parlementaire meerderheid, maar ook als politiek signaal. Hindori bezat de overtuiging dat zeker waar het ging om de onafhankelijkheid het landsbelang voor het partijbelang diende te gaan. Het was niet zijn bedoeling om met zijn partij, de VHP, te breken. Hij wilde het gezond verstand laten zegevieren en meewerken aan een waardige overdracht van de soevereiniteit. Helaas had de VHP-top geen begrip voor dat standpunt.
Mr. Eddy Bruma was van meet af aan voorstander van de staatkundige onafhankelijkheid van Suriname. Met Arron sloot hij een politiek verbond, maar in 1980, na de militaire coup, koos hij de kant van de coupplegers. Hoe heeft Arron deze ommezwaai ervaren?
Nou, Bruma was al sinds 1977 geen politieke bondgenoot van Arron meer. Zijn sympathie voor de militairen wordt wel uitgelegd als wraak voor het feit dat de NPS in 1977 niet verder wilde met de PNR en de partij uit de coalitie stootte, zoals Bruma het noemde. Arron was niet verrast door de opstelling van Bruma, maar vond het niet de moeite waard hier verder veel woorden aan vuil te maken.
Hoe is het te verklaren dat Arron de militaire staatsgreep niet zag aankomen?
Arron heeft de kwestie van de onderofficieren die een vakbond wilden, onderschat en teveel op zijn beloop gelaten. Onervarenheid met militaire aangelegenheden speelde hier een rol, maar ook vrees voor oppositie vanuit de vakbeweging, die mogelijk sterker zou worden als er een militaire vakbond bij zou komen.
U hebt geprobeerd Arron als politicus te doorgronden en te plaatsen in de context van zijn tijd, op basis van geschreven en orale bronnen. Tot welke conclusie komt u? Noemt u het boek daarom ook ‘Man van het Moment?
De realisering van de onafhankelijkheid vormde het hoogtepunt in de politieke carrière van Arron. Zijn naam zal met die gebeurtenis verbonden blijven, vandaar ‘Man van het Moment’. Tegelijk verwijst ‘moment’ in zijn meervoudsvorm naar de opeenvolging van incidenten waardoor de Surinaamse politiek wordt gekenmerkt. Ook Arron lukte het onvoldoende om zich hierboven te verheffen en te focussen op het verwezenlijken van structureel belangrijke zaken.
U hebt als Nederlandse historicus een biografie geschreven over de Surinaamse politicus Arron. Denkt u dat u de Surinamers hebt kunnen overtuigen van het beeld dat u van hem hebt geschetst?
Ik denk het wel. In ieder geval heb ik mij gebaseerd op bronnen waar iedereen die over Arron schrijft gebruik van zou moeten maken. Alle grote kwesties waarbij Arron betrokken was, komen uitgebreid aan bod. Mijn analyses zullen misschien niet door iedereen worden gedeeld, maar van afwijkende opvattingen neem ik graag kennis.
Wat is het meest opvallende aan de politicus Arron waar de Surinaamse samenleving geen kennis van draagt?
Het overheersende beeld van Arron is dat van de behendige politicus, die het spel als weinig anderen wist te spelen en als het hem uitkwam niet aarzelde de grenzen van het aanvaardbare op te zoeken. Maar hij was ook een bevlogen idealist, die hamerde op het belang van een mentaliteitsverandering en die zijn landgenoten wilde meevoeren naar wat hij de ‘nieuwe horizon’ noemde. Dat aspect is ten onrechte onderbelicht gebleven.
Heeft Arron zich laten afschepen met een bedrag van 3,5 miljard gulden als we de miljarden euro’s in aanmerking nemen die Nederland in de koloniale periode heeft weggedragen?
Dat is te gemakkelijk geredeneerd. Arron heeft voor die 3,5 miljard gulden hard moeten onderhandelen, want Nederland had aanvankelijk een veel lager bedrag in gedachten. Daarnaast moeten we niet vergeten dat de discussie over herstelbetalingen van vrij recente datum is en in 1975 nauwelijks speelde. Sterker, Suriname kreeg met 10.000 gulden per hoofd van de bevolking een ‘bruidschat’ waar de wereld met enig ongeloof kennis van nam.
Weten we nu alles over Arron?
We weten veel meer over hem, over zijn aandeel in de onafhankelijkheidsgeschiedenis, maar ook over de periode dat hij gevangen zat en de bijdrage die hij leverde aan het proces van herdemocratisering. Maar één belangrijke bron bleef ook voor mij gesloten, namelijk de Nederlandse archieven over de staatsgreep van 1980. De vraag of Arron volgens een vooropgezet plan met hulp van de Nederlandse kolonel Valk aan de kant werd geschoven, heb ik daardoor niet kunnen beantwoorden. Het is van groot belang dat die archieven voor onderzoekers worden opengesteld.
[Gepubliceerd in De Ware Tijd 22 november 2014]