blog | werkgroep caraïbische letteren

Bevolkingsadministratie – Leren van geschiedenis 5

door Hilde Neus

Op 17 september 2021 heeft de minister van Binnenlandse Zaken Bronto Somohardjo, twee commissies ingesteld die te maken hebben met de administratie van de bevolking: eentje voor de Evaluatie en Wijziging Bevolkingsregister en een andere voor de Commissie Burgerlijke Stand.

Uittreksel, getekend door de pastor van de kerk in Paramaribo, 17 mei 1736, met de verklaring dat Charlotta Jacoba, dochter van M. Jacoby en J. Lemmers, geboren is op 23 december 1728 en gedoopt op 13 januari 1729.  

Er zijn allerlei ontwikkelingen, ook op digitaal vlak, die maken dat de burgerlijke stand gemoderniseerd moet worden en niet achter gaat lopen op wereldwijde registratiemethoden. Het is belangrijk dat bijgehouden wordt uit hoeveel personen de populatie bestaat, vanwege allerlei statistieken en zaken die onderzocht of geïmplementeerd moeten worden. Denk bijvoorbeeld aan onderwijs: hoeveel kinderen zitten er op een bepaald schooltype? Als die cijfers er zijn, kun je een plan maken voor te bouwen scholen, opleiding van vakleerkrachten, maar ook de spreiding over diverse districten. Of denk aan volksgezondheid: er worden globale vergelijkingen gemaakt tijdens de covid-pandemie, om de graad van vaccinatie, en dus bescherming van de populatie te kunnen meten. Elke dag wordt de covidgrafiek gepresenteerd, zodat er beleid gemaakt kan worden op inperking van de bewegingsvrijheid van mensen, of het laten vieren van de teugels zodat de vrijetijdsbesteding kan worden uitgebreid en het toerisme kan aantrekken.

Volkstellingen

De bevolkingsadministratie wordt bijgehouden door het Centraal Bureau Burgerzaken, maar los daarvan wordt er ook regelmatig een census gehouden door het Algemeen Bureau voor de Statistiek. Hoe snel zaken veranderen, blijkt wel als je de populatie van Suriname opgeeft en gegevens uit 2014 citeert, omdat dat een officiële bron is. Maar er zijn internetsites waarop de actuele stand van zaken is aangegeven, en de groei ten opzichte van 2014 in de tienduizenden kan lopen. Voor snelle ontwikkelingen zijn die recente cijfers onontbeerlijk.

De burgeradministratie is bedoeld om de bevolkingsgrootte en samenstelling te kunnen meten.

In de kolonie is er altijd en of andere vorm van registratie geweest, hoewel niet formeel. De kerk hield geboortes en overlijdens bij, naast huwelijken, weliswaar incompleet. In geheel Suriname, zowel in Paramaribo als in de districten, maakten de militaire kapiteins van de divisies lijsten aan van de personen die daar woonden. Zij telden alle blanken met hun slaven binnen een bepaald gebied. Deze lijst werd opgesteld omdat er hoofdgeld moest worden afgedragen vanwege de verplichte betaling over alle personen onder de verantwoordelijkheid van de planter. Deze hoofdgelden waren een bijzonder belangrijke vorm van belasting, die een groot deel van het overheidsinkomen uitmaakten. Hoe meer slaven er onder een bepaalde planter vielen, hoe meer hoofdgeld hij betaalde. Dit was dus een vorm van brede schouders de zwaarste lasten laten dragen, en dus een nivellerende manier om de verschillen tussen rijk en arm in te perken. Heel sociaal eigenlijk.

Verantwoording van inkomsten

Het Hof van de Raden van Politie en Criminele Justitie stuurde twee keer per jaar een afrekening van deze hoofdgelden naar de directeuren van de Sociëteit van Suriname. Naast belastinglijst was deze telling ook een manier om de bevolking bij te houden. Helemaal kloppend zal dat niet zijn geweest, want er was vast af en toe een planter die minder slaven opgaf dan hij werkelijk had. Ook bij een inventarisatie van een plantage werd het aantal slaven geteld, onderverdeeld in mannen, ‘wijven’, jongens en meisjes (onder de twaalf jaar). Ook hier zullen fouten zijn gemaakt, zoals vermelding van personen die in de stad verbleven. Daarom werd de kapitein van de divisie geacht, zelf de telling uit te voeren, en daarvoor reisde hij door het district.

Telling van 1811

De eerste echte volkstelling in Suriname vond plaats in 1811, tijdens het Engels tussenbestuur. Deze levert interessante inzichten op, omdat er naast de bevolking van de plantages, ook in Paramaribo werd geteld. Dit gebeurde door middel van voorgedrukte lijsten, ingevuld per huishouden. Er waren rubrieken voor: blanken, vrije bewoners en slaven onderverdeeld in volwassenen en kinderen. In de eerste twee rubrieken zijn de namen van de personen vermeld, bij de slaven werd een onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen, maar ook tussen negers en gekleurden. Na analyse van deze lijsten krijgen we een aardig overzicht wie er in 1811 in de stad woonde. Pas in 1828 werd de burgerlijke stand gemoderniseerd en kreeg min of eer de vorm die het nu heeft. Vanaf toen is de bevolking van Suriname nauwkeuriger te volgen. Maar een bevolkingsadministratie was er vanaf de stichting van de kolonie.   

   

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter