blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

Beschrijving Anton de Kom-lezing en het gevoel dat ik eraan heb overgehouden

door Ananta Khemradj

AMSTERDAM – Ananta Khemradj (31), Surinaamse documentairemaakster en woonachtig in Nederland, begaf zich zaterdag goedgeluimd naar de Anton de Komlezing die president Santokhi in Amsterdam zou houden. Ze keek uit naar het Surinaamse ‘familiegevoel’. Maar haat en afwijzing vielen haar ten deel.

“…verbinding vanuit pijn…”Koninklijk Instituut voor de Tropen, achterzijde, 10 september 201. Alle foto’s van de lezing © Michiel van Kempen

Het is donderdagavond als ik word gebeld door mevrouw Lilian Gonçalves met de vraag of ik morgen samen met haar naar de Anton de Kom-lezing wil gaan. Natuurlijk wil ik dat en ik ben blij dat ze mij vraagt. Ik bewonder mevrouw Gonçalves al jaren en heb veel respect voor haar. Terwijl ik de volgende dag in de trein zit richting Amsterdam voel ik hoe mijn gedachten afdwalen naar Suriname. Het mooiste plekje op aarde met de mooiste mensen. Nog een paar dagen en dan vertrek ik naar het land dat ik als mijn thuis beschouw. “I’m going home”, zeg ik zachtjes tegen mezelf in de trein met een glimlach op mijn gezicht.

Geen glimlach

In Amsterdam aangekomen pak ik de tram om bij het Koninklijk Instituut voor de Tropen te komen waar de lezing gehouden zal worden. Ik ben nog niet lang uitgestapt en ik zie een groepje Afro-Surinaamse vrouwen mijn kant op komen lopen. Ik glimlach naar ze, want het voelt als familie als je andere Surinamers op straat tegen komt. Ik krijg geen glimlach terug. Integendeel zie ik ze boos naar me kijken. Terwijl we elkaar passeren zegt één tegen me: “Betre yu no boks anga mi, mo brok ie bek.”(beter bots je niet tegen me, want ik breek je bek). Ehm wat?? Verbouwereerd loop ik snel verder. Ik moet namelijk op tijd aankomen. Mevrouw Gonçalves wacht op me.

“NSB’er!!”, “Verraaier!”, “Babun, ga terug naar India!”

Tijdens mijn verwarring komt oud-D66 minister Roger van Boxtel naast me lopen. Hij is ook onderweg naar de lezing en ziet dat ik aangedaan ben. Ik kan geen woorden vinden om een gesprek aan te knopen en probeer te bevatten wat zojuist gebeurd is. We komen samen aan en ik zie daar een grote groep demonstranten. Ik krijg dingen als “kaowlo koelie” naar me toe geslingerd en ik voel me voor het eerst zo ontzettend uitgesloten. Terwijl ik door loop worden er nog meer hatelijke dingen geroepen.

Verdoofd

Ik voel me verdoofd en het geluid wordt heel stil. Het voelt alsof mijn oren suizen en ik kan het niet opbrengen om naar binnen te gaan. Ik voel hoe mijn lichaam zich omdraait en naar de demonstranten getrokken wordt. Ik wil deze mensen, mijn mede-Surinamers, mijn familie, mijn thuis in de ogen aankijken. Beseffen ze wel hoeveel pijn ze veroorzaken?

Terwijl ik alleen de grote groep demonstranten benader, hoor ik ze alleen nog maar heftiger op mij reageren. Ik zie in een hoek een groepje creoolse vrouwen zitten en zie de haat in hun ogen. Ik wil ze vragen waarom ze dit doen en wat ik in hun ogen gedaan heb om zoveel hatelijke dingen te moeten horen. Ik vind de woorden echter niet en begin te huilen als ik daar aankom.

Chan Santokhi tijdens zijn Anton de Kom-lezing

Ik hoor één van de vrouwen roepen: “Stoppen jullie ze huilt!” en ze komen naar het hek om mij te troosten. Hun armen reiken door de tralies en één van ze zegt: “Ik vind het erg dat er een tralie tussen ons in staat. De pijn die je nu voelt, voelen wij ook.” Het is een kort moment van verbinding en ik voel inderdaad de pijn, maar ik begrijp het niet. Er komt een journalist bijstaan die vraagt: “Mevrouw waarom huilt u?” Ik kan geen woorden vinden en loop snel terug naar binnen.

Ik heb niet eens door dat ik in de deuropening sta met in mijn ogen de mooiste minister, Kasja Ollongren, op wie ik volgens mij stiekem een crush heb. Nee, op dat moment ben ik zo ontdaan en verbaasd over wat zich zojuist heeft afgespeeld, dat het me even niets doet om deze belangrijke kopstukken tegen te komen.

Deze harde afwijzing van je eigen mensen is de meest pijnlijke ervaring, maar ik heb ook de verbinding gevoeld vanuit de pijn 

Chan Santokhi achter het spreekgestoelte. Aan tafel v.l.n.r. John Brewster, Cees van der Laan (hoofdredacteur Trouw), Karin Amatmoekrim, Kathleen Ferrier

Diepere laag

Ik loop de zaal in en ik hoop andere Surinamers te vinden die net zo verbaasd en ontdaan zijn als ik, maar de meeste gasten weten dat beter te verbergen dan ik. De tranen staan me nog in de ogen, terwijl ik op zoek ga naar mevrouw Gonçalves of een ander vertrouwd gezicht. Gelukkig vind ik die, maar het lukt die avond niet meer om mezelf te herpakken. De pijnlijke woorden blijven zich herhalen in mijn hoofd en de lezing van president Santokhi glijdt over mij heen. Ik wacht op het moment dat er wordt ingegaan op wat zich buiten afspeelt. Het wordt benoemd en afgekeurd maar een diepere laag wordt voor mij niet geraakt.

Wanneer komt er een eind aan deze verdeeldheid die alleen maar ergere vormen aanneemt? Wat kunnen we doen om elkaar te zien, te begrijpen, maar belangrijker in het diepste van onze Surinaamse ziel te helen? Deze harde afwijzing van je eigen mensen is de meest pijnlijke ervaring, maar ik heb ook de verbinding gevoeld in die paar seconden buiten met de groep demonstranten.

En ja, het was verbinding vanuit pijn, maar het was het meest pure moment van de hele avond en dat geeft hoop. En ondanks alle narigheid wil ik graag vasthouden aan die hoop, omdat genoeg mensen vanuit alle kanten van de samenleving de gebeurtenissen hebben afgekeurd en aangeven dat dit gedrag nooit geaccepteerd mag worden. Het wordt tijd voor dat oprechte en eerlijke gesprek om deze pijn bespreekbaar te maken en niet weg te stoppen of te gooien op alleen politieke motieven. Dat hebben we lang genoeg gedaan.

Ananta Khemradj

[Tekst uit de Ware Tijd, 13/09/2021]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter