blog | werkgroep caraïbische letteren

Balans: Arubaans letterkundig leven (12)

door Wim Rutgers

03.2 Ernesto E. Rosenstand, een gesprek
De aanvankelijk met Mascaruba verbonden auteur Ernesto Rosenstand richtte in 1978 het Teatro Experimental Arubano op, met het drievoudige uitgangspunt om in plaats van het gemakkelijke lachsucces serieus werk te brengen, om niet in de eerste plaats vertaald of geadapteerd werk te spelen maar eigen en origineel, dat via de voor Aruba nieuwe vorm van het workshopsysteem in de groep zelf tot stand moest komen. Impliciet valt uit dit programma van Rosenstand een stil verzet tegen het populaire Mascaruba te destilleren.

Ernesto Rosenstand

Ernesto Rosenstand. Foto Gina Jie-Sam-Foek

Evenals Burny Every distantieerde hij zich nadrukkelijk van de eenvoudige komedies die deze groep bracht. Waar Rosenstand bij Mascaruba begonnen was met het ‘indianisme’ door het vreedzame en grootse verleden van de oorspronkelijke Indiaanse inwoners van Aruba te verheerlijken, zwaaide hij met Grupo Experimental Arubano om naar een kritische kijk op de eigen maatschappij en haar actuele problematiek, waarover hij een handvol originele stukken produ¬eerde. Toen in 1986 problemen ontstonden over een stuk met betrekking tot de Arubaanse politicus Betico Croes trok de groep het stuk terug, waarna weinig meer van Teatro Experimental Arubano gehoord werd.

Ernesto Rosenstand is vanaf het begin van de jaren vijftig betrokken geweest bij het toneel op Aruba. Toen in deze jaren de eerste bursalen uit Nederland terugkwamen, probeerden die via discussiegroepen en acties de culturele bewustwording van het volk te stimuleren. Een van hun middelen was het toneel. Zo voerden ze onder de regie van Sim Frank onder de naam Centro Apostólico Arubano het religieuze stuk Bo Felicidat Ta Serca Mi op, een door Rosenstand gemaakte bewerking van de Middeleeuwse Beatrijs-legende, en andere voornamelijk stichtelijke drama’s.
Een vertaling van Charles Dickens’ Christmas Carol en Hubert Boois Golgotha werden aan het eind van de jaren vijftig op de planken gebracht. In deze traditie hoort ook het veel latere originele stuk van Ernesto Rosenstand Un anochi di pascu (van 1970) thuis.
Na deze begintijd kwam de periode waarin Nederlandse regisseurs werden uitgezonden naar de Antillen om het toneelwerk te helpen opbouwen. Zo kwam aan het eind van de jaren vijftig Henk van Ulsen, die op Curaçao was gestationeerd, ook naar Aruba. In dezelfde tijd was Jules de Palm hier werkzaam bij het onderwijs. De Sint Thomasbond van Katholieke Leerkrachten heeft toen een poging ondernomen Mariken van Niemeghen, het Middelnederlandse mirakelspel, in een Papiamentstalige bewerking als Maria Di Cer’i Noca op te voeren. Later werd dit spel in de bewerking door Paul Römer, nu als Marie Di Malpais op Curaçao gebracht.
Een Nederlandse regisseur die veel voor het Arubaans toneel heeft gedaan was Piet Kamerman die samen met zijn vrouw Elly in één jaar tijd vier stukken (twee in het Papiamento, een in het Nederlands en een in het Engels) wist te regisseren en de opvoeringen ervan te realiseren. De toneelgroep, waar Ernesto Rosenstand ook aan meewerkte, noemde zich Studio Comediantes.
Toen in 1961 Mascaruba werd opgericht, was Peter Holland in dienst van het C.C.A. als regisseur. Ernesto heeft een groot aantal jaren voor deze groep gewerkt als speler en vertaler. Al in het eerste stuk, Veneno Sabroso, had hij een rolletje. Het laatste stuk dat hij voor Mascaruba vertaalde was No Mata Bo Kurpa, Ta Primavera in 1978.
Rosenstand ziet vertalingen als een oefenschool om het vak van toneelschrijver onder de knie te krijgen. Onder regie van Dolf de Vries (1969-1971) kwam het eerste originele stuk van Rosenstand tot stand in het begin van de jaren zeventig. Dat was het spel Macuarima, waarin de Spanjaarden de oorspronkelijke Indiaanse samenlevingen op ons eiland komen verstoren en vernietigen. Dorst naar goud en ijver om het ware geloof te verbreiden gingen hand in hand. De waardige Indiaan Macuarima moet hieraan, samen met zijn mannen worden opgeofferd. Rosenstand benadrukt dat de gebeurtenissen op Curaçao rond 30 mei 1969 van invloed zijn geweest op zijn ontwikkeling als auteur. De crisis waarin het land toen verkeerde, deed een zoeken naar de eigen identiteit ontstaan. In deze jaren ontmoette hij Pacheco Domacassé op Curaçao. Zoals deze voor de consciëntisering van het Curaçaose verleden de voor de vrijheid strijdende Tula gebruikte, zo greep Rosenstand voor het Arubaanse verleden terug naar de onafhankelijke Indiaan. De uitwisseling die men met deze twee stukken wilde bewerkstelligen is evenwel niet doorgegaan. Ook het originele stuk dat met het vijftienjarig bestaan van Mascaruba werd opgevoerd, de musical Wadirikiri, liet een episode uit het Indiaanse verleden zien.
De toneelstukken over het Indiaanse verleden zijn ontstaan uit verhalen die Rosenstand eerder vervaardigd had voor het kinderuurtje van Radio Kelkboom. Daar bracht hij aanvankelijk vertalingen, maar later schreef hij origineel Arubaans werk. Dit is verzameld in de bekende bundels Kuentanan Rubiano en Kuentanan Pa Un I Tur.

arubaanse indiaan

Tekening van Indianen uit Historia di Aruba

 

Rosenstand vertelt dat hij zelf een man van twee culturen is, wat hem meer oog voor deze problematiek gegeven heeft. Hij is geboren en opgegroeid in Santa Martha, Colombia in dezelfde streek als de beroemde auteur Gabriel García Márquez, waar de United Fruit Company zijn grote plantages had. Zijn voorouders komen uit Duitsland/Denemarken in Europa, zijn vader was Cubaan. Deze Europees-Spaanse erfenis wordt nu vermengd met de invloeden van het leven bij een grote Amerikaanse multinational, waar zijn vader als onderhoudsman van de spoorwegen werkte. Hij wijst in dit verband op de stakingen in de jaren dertig die in bloed werden gesmoord en waarbij ‘opstandige’ arbeiders in groten getale werden neergeknald. Deze gebeurtenissen worden in Marquez’ Honderd jaar eenzaamheid beschreven. Dit heeft Rosenstand een open oog voor sociale verhoudingen en wantoestanden gegeven.
Dat is ook in zijn oorspronkelijke toneelwerk duidelijk te merken, waarin op een gegeven moment een kentering komt. De poëtische en romantische blik op het verleden wordt verschoven in de richting van actuele sociale problematiek en engagement. Deze wending gaat samen met een andere opvatting over toneel die Rosenstand wilde realiseren. Toen dit binnen de groep Mascaruba niet mogelijk bleek, besloot hij Teatro Experimental Arubano op te richten; dit is april 1978. Met deze groep realiseerde hij zowel origineel als vertaald werk. Op het tweede internationale dramafestival in 1978 werd de eenakter Alameda met succes opgevoerd, een jaar later kwam het stuk Pa Nan, Por Ta Nan voor het interinsulair Antilliaans toneelfestival. Na de vertaling van Enrique Buenaventura’s Na Man Drechi di Dios Tata, kwam het eerste avondvullende originele stuk Kiko Ta Di Nos? in mei 1982.
In deze werken is de thematiek sociaal gericht. Er is veel aandacht voor mensen aan de zelfkant van de samenleving, als dronkaards en prostituees, zwakzinnigen en armen. De sympathie ligt bij de ‘underdog’ die verdedigd wordt tegenover de leden van de nette burgermaatschappij, die zo gauw geneigd is te veroordelen en nooit een poging doet te achterhalen wat de oorzaak is dat mensen in de maatschappij ontsporen.
De vorm van het werk komt in overleg met de spelers van de groep tot stand. De groep van ongeveer twintig leden bespreekt in zijn totaliteit de thematiek van een nieuw stuk en werkt de onderdelen al improviserend uit. Rosenstands taak als schrijver is registrerend en adviserend tot er een definitieve tekst na overleg en democratische stemprocedures tot stand is gekomen. Deze wordt dan gespeeld.
Naast het toneel voor volwassenen schrijft Rosenstand voor de kindertoneelgroep Chi Ku Cha. Ook hier probeert men dezelfde werkwijze toe te passen. Op deze manier probeert Ernesto Rosenstand door het enthousiasmeren van zowel volwassenen in de groep Teatro Experimental Arubano en de kindergroep Chi Ku Cha, zijn vertaalwerk en zijn originele werken, een eigen vorm van Arubaans theater te vinden. Hij staat daarbij niet geïsoleerd, want op studiereizen naar Colombia en België heeft hij zich omtrent deze moderne experimentele en improviserende theatervormen georiënteerd. Een ideaal van hem is een eigen vorm van toneel, ingebed in de internationale theaterstromingen. Hij is zich daarbij bewust van het feit dat hij met amateurs moet werken, omdat professioneel toneel vooralsnog uitgesloten is.Rosenstand Shinishi
Een nieuw initiatief is het uitgeven van de toneelstukken zodat ze niet verloren gaan, maar ook na de opvoering bewaard blijven. Had men dat eerder gedaan, dan zou een groot deel van onze toneelgeschiedenis heel wat makkelijker te achterhalen zijn geweest dan nu het geval is. Het verzamelwerk Shinishi di Olvido bevat een ruime keuze uit het werk van Ernesto Rosenstand.

 

[vervolg, deel 13, klik hier]

1 Trackback/Ping

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter