blog | werkgroep caraïbische letteren

Balans: Arubaans letterkundig leven (1)

door Wim Rutgers

Balans; Arubaans Letterkundig Leven; De periode van Autonomie en Status Aparte; 1954 – 2015

[Bij wijze van Nieuwjaarsgeschenk bood prof. dr Wim Rutgers aan Caraïbisch Uitzicht een compleet nieuw boek over de letterkunde van Aruba aan. Het wordt hier in afleveringen geplaatst, met grote erkentelijkheid aan Wim Rutgers. In deze eerste aflevering Rutgers’ Woord Vooraf, zijn inleiding ‘Multilingualiteit en de literatuur van Aruba’ en de index van het boek.]

Aruba noordkust Alto Vista

De noordkust van Aruba bij Alto Vista. Foto © Wim Rutgers

 

 Vooraf
In de loop van zo’n veertig jaar heb ik een aantal voordrachten gehouden en artikelen geschreven over de literatuur van Aruba, die in zulke diverse media als de lokale kranten, in tijdschriften en als bijdragen in boekuitgaven verschenen. Dit literair kritische en literair historische werk ging steeds gepaard met mijn onderwijsactiviteiten op Colegio Arubano, het Instituto Pedagogico Arubano, de Universiteit van Aruba en later de Universiteit van de Nederlandse Antillen / University of Curaçao, en waren niet alleen voor geïnteresseerde lezers bedoeld maar nadrukkelijk ook voor mijn studenten. Dat verklaart mede dat deze stukken vaak een meer informatief dan opiniërend karakter hebben.

Het leek me juist om een aantal van deze afzonderlijke bijdragen te verzamelen en in een meer gestructureerd chronologisch verband te presenteren in de verwachting dat in al deze losse steentjes toch een mozaïek te ontdekken valt over de ontwikkeling van een literatuur die tot nu toe te weinig specifieke aandacht heeft gekregen. Deze uitgave maakt de balans op van het letterkundig leven van Aruba vanaf het Statuut in 1954 tot 2015.

Wat heeft het voor zin om een ‘kleine’ literatuur als die van Aruba apart te behandelen? De moderne mondialisering brengt als tegenhanger een steeds toenemende aandacht voor het lokale voort. Ook een lokale literatuur van een klein (ei)land neemt deel aan de mondialisering en verbindt zo het lokale met het mondiale, met een modeterm momenteel ook wel als ‘glocal’ aangeduid: lokale uitgangspunten, geplaatst in een wijder perspectief van het regionale en het mondiale. Ook een klein eiland met een kleine literatuur is deel van een wereldwijde ontwikkeling. Daarom: de lokale Arubaanse literatuur zowel regionaal als mondiaal gecontextualiseerd. Dat is de opzet van deze verzameling.

In zijn standaardwerk Oost-Indische Spiegel (1972) hanteerde Rob Nieuwenhuys een breed literatuurbegrip, waaronder hij naast romans en gedichten, ook minder voor de hand liggende genres rekende als brieven, dagboeken, brochures, memoires en beschrijvingen van de natuur van planten en dieren, maar “intussen is ook elders (…) het besef gegroeid, dat je de grenzen van wat tot de literatuur behoort niet al te nauw moet nemen.” (Peter van Zonneveld: Indisch-Nederlandse literatuur. Amsterdam: H&S Uitgevers 1988: 9) Wie literatuur ziet als onderdeel van een wijder cultuurbegrip en niet ongevoelig is voor de argumenten van de moderne cultuurstudies zal dit standpunt zonder meer beamen. Het is ook het uitgangspunt van dit werk. De definitie van wat tot de literatuur van Aruba behoort is eveneens ruim geïnterpreteerd.
De opzet van dit boek is chronologisch-thematisch, waarbij eerst rekening is gehouden met het historische beginpunt, waarna in een aantal gevallen de thematische lijn tot in de moderne tijd is voortgezet.

 

Aruba2

Aruba

In grote lijnen loopt de Arubaanse literatuurgeschiedenis parallel met die van de regio en in ruimer verband met die van de (post)koloniale literatuurgeschiedenis, en kent ze in een vergelijkbare drievoudige periodisering van passantenliteratuur, geschreven door tijdelijk op het eiland verblijvende auteurs, via kolonisten: auteurs die van buiten kwamen maar zich blijvend op het eiland vestigden, naar de moderne tijd waarin lokale auteurs de pen oppakten en zich gaandeweg inschreven in de mondiale literaire ontwikkelingen. Al moet hierbij wel opgemerkt worden dat op het kleine eiland met zijn geringe bevolking ontwikkelingen veelal op een later moment plaatsvonden dan bijvoorbeeld in de rest van het Caribische gebied: gelijkheid veronderstelt niet noodzakelijkerwijs gelijktijdigheid.

Deze studie is in zekere zin een vervolg op Henry Habibe’s Aruba in literair perspectief; tussen traditie en vernieuwing: 1905 – 1975 (Oranjestad: Unoca 2014) die het historische deel van de Arubaanse literatuur heeft beschreven. Balans, Arubaans Letterkundig Leven; De periode van Autonomie en Status Aparte 1954 – 2015 omvat de moderne literatuur. Na een inleidend hoofdstuk ‘Elogio di Papiamento’ volgt in deel I een historische ‘opmaat’. Dat overzicht gaat vergezeld van enkele capita selecta over literatuur in de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw. Daarna volgt een kort hoofdstuk over de tijd van Autonomie naar Status Aparte met speciale aandacht voor de meest populaire vorm van dat tijdvak, het toneel. Dit hoofdstuk gaat eveneens vergezeld van enkele capita selecta. Tenslotte volgt in deel II het meest uitgebreide deel over het tijdperk vanaf de Status Aparte per 1 januari 1986 tot eind 1915. Korte biografieën en bibliografieën besluiten het boek.
Hoewel Henry Habibe het jaar 1975 als eindpunt heeft genomen, begint deze studie wat vroeger omdat verschillende ontwikkelingen weliswaar vóór 1975 begonnen, maar ná 1975 werden voorgezet. Die ontwikkelingen betreffen voornamelijk het lokale toneel. Ook zijn er auteurs die zowel vóór als ná 1975 publiceerden. Zo iemand is bijvoorbeeld Ernesto Rosenstand die qua leeftijd bij de auteurs vóór 1975 hoort, maar door zijn creativiteit ook vér daarna is blijven publiceren. Hij komt dus nog wel aan de orde, maar schrijvers en dichters als Digna Laclé-Herrera, Pedro Velasquez en Ramón Todd Dandaré van wie het belangrijkste literaire werk van vóór 1975 dateert, komen in dit tweede deel niet meer aan de orde. Het komt ook voor dat in het hoofdstuk over de literatuur vanaf 1986 wordt terugverwezen naar werken die vóór die datum geschreven en gepubliceerd werden. Dat is zeer zeker ook het geval in het derde hoofdstuk over de ontwikkeling van het toneel in de jaren 1954 tot 1986, toen het toneelleven een bloeitijd doormaakte.

Het zal duidelijk zijn dat volstrekt chronologische indelingscriteria niet geheel probleemloos zijn, want in elk literair tijdvak zijn drie generaties auteurs literair actief, wat samenhangt met bevestiging en verdediging van verworven tradities door de oudere generatie, het uitwerken en verder verkennen en ontwikkelen van bestaande dominante trends door de toonaangevende auteurs van het tijdvak, tot het streven naar vernieuwing door de jongere generatie van aanstormend jong talent. Deze drie generaties worden gevormd door de wat oudere en ervaren auteurs die het einde van hun schrijfcarrière naderen en nog vasthouden aan traditionele vormen en ideeën, de generatie die nu op het hoogtepunt van het schrijverschap staat, en tenslotte een jonge generatie van vernieuwers die een eigen plaats in de literatuur opeisen. Ze komen alle drie gelijktijdig voor en compliceren daardoor het proces van de literatuurgeschiedschrijving.
De Arubaanse literatuur zou ingedeeld kunnen worden in vier historische fasen die verlopen van ‘beschaving’ in westerse zin zoals die in de negentiende eeuw na de abolitie door de koloniale macht en de lokale elite beoogd werd, via de specifieke vorm daarvan die vooral in de eerste helft van de twintigste eeuw door middel van ‘bekering’ door de missie werd gepropageerd en gepraktiseerd, naar de ‘bevrijding’ van Nederlands-Europese en westerse invloeden in de decennia na de Tweede Wereldoorlog en de ‘bespiegeling’ waar hedendaagse auteurs hun persoonlijke positie bepalen in de moderne maatschappij. Deze uitgave betreft een werk in uitvoering en wordt met de publicatie van nieuw werk aangevuld. Literatuurgeschiedschrijving is immers nooit af.

Wim Rutgers

Wim Rutgers. Foto © Eric Mijts

 

Inleiding
Multilingualiteit en de literatuur van Aruba

Het eiland Aruba en de Arubaan mogen veeltalig zijn, het enige als onvervreemdbaar eigen gevoelde dichterlijke voertuig van de Arubaanse dichter is zijn Papiamento. Een Arubaan zal bij gelegenheid zijn emoties uitzingen in de vertolking van Spaanse liederen, somtijds het internationale Engels gebruiken of het zakelijke Nederlands, maar de eigenlijke uitingsvorm van de Arubaan ligt in het Papiamento.

Aruba is een multilinguaal eiland. Dat was zo in het verleden, dat is het ook heden ten dage, getuige de cijfers van de censo van het Bureau voor de Statistiek. Op het sinds 2003 officieel tweetalige Aruba constateerde de CBS-censo van 2010 dat de toen101.484 inwoners, uit 133 landen en met 96 nationaliteiten Papiamento (68%), Spaans (14%), Engels (7 %), Nederlands (6%), Chinees (1%) of een andere thuistaal (4%) spreken.

Arubaanse dichters en hun taal
Het ligt daarom voor de hand een beschrijving van de moderne literatuur van Aruba te beginnen met een ‘elogio di Papiamento’. Hier volgt een kleine fragmentarische bloemlezing van auteurs die het Papiamento als thema van hun creatieve werk gebruikt hebben. De moedertaal is daarin steeds de taal van het eigene – de eigen taal – waarin de dichter zich het meest adequaat en gevarieerd kan uitdrukken. Daarover schreef de Arubaanse dichter Julio Maduro in het gedicht ‘Lenga’ – hier gebruikt in de betekenis van de menselijke ‘tong’. Met taal kan men positieve en negatieve resultaten nastreven: het menselijke spraakvermogen kan een zegen en een vloek zijn. Van de talrijke gedichten worden hierna enkele sprekende fragmenten opgenomen.

Ay, lenga, organo util
bo ta ‘e simbolo di tur cos bon.
Bo ta elogia y adula
Bo ta pone bon y quita malo
Cuanto bez bo’n conforta
y hasta na morto bo ta calma
esnan cu ta tribula.

Er zijn op Aruba natuurlijk heel wat dichters die wel eens een gedicht aan het Papiamento gewijd hebben. Vaak ging het daarbij om de taal te verdedigen tegenover andere talen of om het specifieke karakter van het Papiamento van Aruba te benadrukken. In de spellingstrijd die er in de jaren zeventig woedde tussen de (Curaçaose) fonologici en de (Arubaanse) etymologici, deed Tomas Figaroa een duit in het etymologische zakje met zijn tegen de fonologische spelling gerichte gedicht ‘Paquico’ uit zijn bundel Na mi Aruba, waarin hij de ‘latinidad’ – het Latijns-Amerikaanse element – van zijn taal verdedigde.

Oh, suave lenga Papiamento!
Paquico nan quier haci e barbaridad
di pone tanto trompecamento
y quibra e dushi suavedad
di bo letronan den nan scirbimento
sin haci caso di e latinidad
predominante den bo expresionnan?
Paquico tranca bo suave fluidez
y trece pa bo lector visonnan
di un K manera horquete envez
di scribi un C curvioso?
(…)
Si nos acepta nan scirbimento
pronto lo bira un stropi cacalaca
nos dushi lenga Papiamento!

 

Aruba kerken

Aruba, jaren ’70

In 2005 vertolkte Frank L. Croes een meer verzoenende houding met zijn ‘Compronde mi’ dat pleit voor een betere verstandhouding tussen de (ei)landelijke varianten in de taal:

Pasobra
Pasombra
Mi Papiamento of
Bo Papiamentu
Tempran of
Trempan
Bo ta baila of
Mi ta balia
Pakico
Tanto confusion
Dicidi pa caba
Pasobra of pasombra
E unico cos
Cu mi kier ta
pa nos
compronde otro.

 

Habibe Yiu di Tera-500x500

Henry Habibe maakte in zijn bekende ‘Papiamentu na kaminda’ gebruik van het historische motief, in zowel het leven van de dichter als van de taal in het algemeen. Habibe studeerde eind jaren zestig in Nijmegen en was in de jaren zeventig docent Spaans bij het Arubaanse middelbare onderwijs aan het Colegio Arubano. Naast zijn dichtwerk zou hij zich later vooral als literair criticus ontpoppen, waarbij hij steeds weer zijn taal verdedigde en propageerde. De bundel Yiu di tera (1985) opent en sluit hij met een gedicht aan deze taal gewijd. In het laatste gedicht uit de bundel treedt het Afrika-motief – de invloeden van Afrikaanse talen – op en verdedigt de auteur de rechten van de nog zwakke taal. Eigenlijk niet nodig, want de taal is onvervreemdbaar historisch bezit van de dichter.

Ni lamán di nan grandesa
ni orkán di nan mentira
no por paga
bo chispa
afro-latino
ku ta kima
den pos
di mi
alma

Nan a trapa bo kurpa chikito
lastr’ele den lod’i barbarismo
ma den riu
di mi sanger
bo ta baña
mané un spiritu
guaraní
i den shelu di Caribe
bo grito
lo keda
imprimí

Misschien wel het bekendste gedicht van Henry Habibe is het – ook op een poster afgedrukte – ‘Papiamentu na kaminda’, dat hij opdroeg aan het Curaçaose dichterstrio Jules de Palm, Pierre Lauffer en René de Rooy dat al in de jaren veertig de taal bezong.

 

Federico Oduber

Federico Oduber. Portret door Nicolaas Porter

Van Federico Oduber is het bekende gedicht ‘Mi lenga’ afgedrukt op de achterkaft van de uitgave van het Instituto Lingwístiko Antiano – Elogio di Papiamentu. Odubers lange en intense liefdesverklaring ten opzichte van zijn moedertaal begint als volgt:

mi lenga
konosé amor
mi lenga
konosé dolor
mi lenga
konosé duna
mi lenga
konosé tuma
mi lenga
konosé mi shon
mi lenga
konosé pashon

anto mi lenga
no ta mi lenga?

De laatste jaren wordt het Papiamento nogal eens in verband gebracht met het onderwijs en de moedertaalschool. Van Eric Davelaar is in Cosecha Arubiano (1983) een kritisch gedicht opgenomen onder de titel ‘Storia tristo di un idioma’, waarin hij het Papiamento als instructietaal verdedigt en de tegenstanders daarvan aanvalt:

Siñ’ na skol n’tin mester
segun dos loko ku m’a topa:
“E n’ta idioma, en n’ta bon
E n’ta yudabo niun kaminda.

Wie kent er niet het gedicht van Belén Kock-Marchena dat door middel van een poster op heel Aruba verspreid werd, ‘Juffrouw, ik heb een boter meegebrengt’. Van het misschien wat minder bekende ‘Di ken anto?’ in de bundel Vibrashon di amor (1995) luidt het slot:

Papiamento, yiu neglisha,
ainda no ta lat
pa mima bo, pa baña bo
den sodo di mi lucha,
laga bo crese
y duna bo bo balor mereci.

Papiamento, yiu stima,
bini …
ta di mi bo ta.

 

Aruba olie3

Olie op Aruba (San Nicolas)

Hoewel het Papiamento steeds hechter in onze gemeenschap is gefundeerd, achten sommigen de positie van de taal toch niet zonder gevaar. Ruben Odor beschrijft in het lange gedicht ‘Sin nomber’ in zijn bundel Voz di mi tera hoe het Papiamento bedreigd wordt. De modernisering en industrialisering van de Lago hebben in de twintigste eeuw de cultuur veranderd. Ruben Odor besluit zijn lange gedicht met de verzen:

Ay, mi dushi papiamento
ta kí berdad mas tristo
cu nos mes como arubiano
ta yuda neglishá
e balornan di nos pueblo
y tapa den olvido
sin laga pa recuerdo
e tesoro di pasado
cu tur nos antepasado
a hunta pa hopi siglo
cu honor y cu orguyo:
Ay, mi dushi Aruba
ay, mi dushi papiamento.

Augusto E. Croes is in zijn tweetalige bundel Donde voy (1996), met het gedicht ‘Mi idioma’ wat optimistischer:

Bo ta chocami
pa mi no grita
bo ta ranca mi lenga
pa mi no papia
pero, bo no por
ranca mi alma
qu ta fuente
di mi palabra.

Ruth Vrieswijk verkent in ‘Muhe y su idioma Papiamento’ de verschillende mogelijkheden die de taal haar geeft op grammaticaal gebied maar vooral emotioneel.

Mi Papiamento, mi dushi Papiamento
Den momentonan tristo of contento
Bo ta [] mi para
Hunto cu bo feliz mi ta

Al deze motieven komen samen in het gedicht ‘Mi idioma Papiamento’ van Digna Laclé-Herrera. Met het slot daarvan sluiten we af.

Na Papiamento m’a forma den mi fantasía
un mundo pa mi scapa di mi soledad,
indignacion y admiracion m’a expresá
cu gritonan di ungustia mi a rebeldia
Nan dí cu e no t’un lenga
ni tampoco e ta un idioma
ma un cos sí mi ta cierto:
na Papiamento lo mi contestá Señor
na e momento cu E bisa: bini awor!

 

Aruba22

Aruba

Index

Deel I

01. Opmaat: De lange weg van kolonie naar autonomie; Een korte historische terugblik
01.1 Mosa Lampe, de eerste Arubaanse ‘dichteres’
01.2 Arubaanse passantenliteratuur van de 19e eeuw
01.3 Frederik Beaujon als pionier van de Arubaanse literatuur
01.4 Toneel tegen ‘de drievou¬dige ledigheid van hand, hart en hoo¬fd’
01.5 H.E. Lampe: Aruba vóór en ná de komst van de Lago
02. Autonoom op weg naar de Status Aparte – 1954 – 1986
02.1 Nydia Ecury: verliefd op het Papiaments
03. Toneelleven tussen 1954 en 1986
03.1 Maria di Cer’i Noca
03.2 Ernesto E. Rosenstand, een gesprek
03.3 Burny Every: Grupo Teatral Arubiano
03.4 Aruba International Drama/Theatre Festival

Deel II

04. Het veelstromenland van de moderne literatuur 1986 – 2015
04.0. Positiebepaling
04.0.1 Literaire productie en anthologieën
04.0.2 BNA De bibliotheek als centrum van leescultuur
04.0.3 Editorial Charuba
04.1. Aruba Arubanissima
04.1.1 Philomena Wong
04.2. Memoire literatuur
04.2.1 Frank Williams: Ik wil dat het mooie blijft
04.3. Poëzie: drie tendensen
04.3.1 Belén Kock-Marchena: Ik wil niet dat de hoop in mij sterft
04.4. Proza
04.4.1 Jacques Thönissen
04.5. Toneel: amateurs en professionals
04.5.1 Denis Henriquez
04.6. One happy island
04.6.1 Jossy Tromp
04.7. Beeldende kunst en literatuur
04.7.1 Clyde R. Lo-A-Njoe
04.8. Passanten en migranten
04.8.1 Giselle Ecury
04.9. De jonge generatie
04.9.1 Arte di palabra
04.10. Simia Literario
04.10.1. Quito Nicolaas

Nawoord

Geciteerde literatuur

Lijst van publicaties sinds 1986

Auteurs

[vervolg klik hier]

1 comment to “Balans: Arubaans letterkundig leven (1)”

  • Hartelijk dank Wim Rutgers voor deze bijdrage! Een bron waaruit ik zeker zal putten als ik mijn leerlingen op Colegio Arubano inwijdt in de Caribische literatuur 😉

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter