blog | werkgroep caraïbische letteren

Badal

door Peter Douma

Harry Badal huurt een kamer in Zandvoort om van de drank af te raken. In die verlaten badplaats bestelt hij zijn 7-up en bestudeert de plaatselijke middenstand. Badal is een Surinaamse Nederlander, Hindostaan, aan lager wal geraakte journalist en intellectueel. Vroeger had hij een eigen televisieprogramma en schreef hij in de juiste bladen, vooral over allochtonen, hun plaats in de westerse maatschappij en de multi-culti-shit. Nu probeert hij terug te komen met een essay over white trash, de onbeschaafde blanke onderklasse. Met dat essay wordt het niets, met Badal zelf ook niet, maar Ramdas heeft met Badal een meeslepend en interessant boek geschreven.

Harry Badal lijkt als twee druppels water op de Anil Ramdas die wij denken te kennen: diens pagina op Wikipedia lijkt een korte samenvatting van dit boek, gebeurtenissen en personen, soms onder hun eigen naam, komen we tegen in deze pil met de dikte van een kindervuist. Dat Ramdas kan schrijven, dat weten we al lang. Uit zijn essays, ook uit Paramaribo, de Vrolijkste Stad in de Jungle, waarin ieder woord op zijn plaats stond; Badal ontbeert bovendien het zeurderige toontje dat Paramaribo de Vrolijkste Stad in de Jungle een beetje ontsierde. Een ander verschil: op Badal staat met grote letters dat dit boek een roman is. Maar is Badal wel een roman? Als Badal niet met de andere personages in discussie is, houdt hij wel een monoloog tegen ze. Een en al ideeën in deze aangeklede essaybundel. Bij Ramdas is de roman de voortzetting van het essay met andere middelen.

Dat maakt Badal niet minder interessant, in tegendeel. Het hele boek gaat over de onzichtbaarheid van de allochtoon: in de literatuur en in de maatschappij. Waarom kunnen migranten alleen over hun afkomst schrijven? En dat terwijl juist migranten met de nieuwsgierigheid van de buitenstaander de ‘menselijke conditie’ zouden moeten kunnen benoemen. Maar de migrant wordt buiten de westerse maatschappij gehouden, het lukt Harry Badal niet eens een dure bril te kopen, omdat de opticien in Zandvoort vermoedt dat deze vast te prijzig voor een zwarte man zal zijn.
Badal breekt een lans voor de ‘Surinaamse oplossing’: niet alles benoemen en opbiechten, maar juist opkroppen en wegstoppen. Ramdas doet het tegenovergestelde: met een vergrootglas analyseert hij het falen van Badal. We zien hem drinken, struikelen, braken en vallen. Onzichtbaar worden. In een laatste poging werpt hij zich op de blanke tokkies. Hij gaat die vulgaire blanken opzoeken in het Limburgse Venlo, vlucht van ze weg en gaat weer drinken.
De ‘menselijke conditie’ beschrijft Ramdas zo niet, daarvoor blijft Harry Badal te veel een papieren drager van de ideeën van de schrijver. Een intelligent en prikkelend boek schreef hij wel.

Badal, Anil Ramdas, 2011, De Bezige Bij, ISBN 9789023459040

[uit Parbode, 1 juni 2011]

1 comment to “Badal”

  • Allochtonen zijn de laatste jaren zeer veel zichtbaarder geworden in Nederlandse samenleving. Volgens mij een kwestie van nog wat meer tijd dat verschil autochtoon- allochtoon is uitgewist. En wat betreft de “Tokkies” of white trash : iedere maatschappij kent een elite / een middenklasse en ook een onderklasse….blank of gekleurd.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter