blog | werkgroep caraïbische letteren
All posts by Carlet:

Curaçao’s Lysa De Windt: Changing the World One Photograph at a Time

A visual learner, Lysa De Windt (30) considers portrait photography so much more than merely clicking a shutter: “that person in front of me feels vulnerable… I’m to earn their trust by trying to understand what they want to communicate to the world.” Operating under this understanding about people has allowed Lysa to earn trust from students, peers, managers, clients and sponsors throughout her career. Lysa realizes the incredible value inherent in being able to understand people and longs to create… “anything, really, as long as it connects people and fosters greater understanding!”

Further reading click here

Verzanden in vaagheden op open dag vrijmetselarij

door Evy van der Sanden

Paramaribo – In grote lijnen valt uit te leggen wat de vrijmetselarij inhoudt, maar echt concreet wordt het nooit. Tot je jezelf in het wereldje gooit. Zoveel is duidelijk na het bezoek aan Loge Concordia tijdens de dag van de vrijmetselarij zaterdag. Ondanks de vaagheden – of misschien juist daarom – vindt er elk jaar een open dag plaats om meer bekendheid te genereren voor het begrip vrijmetselarij.
 Nogmaals herhaalt grootmeester Rob Buth dat vrijmetselaarij geen sekte is. Waarom een aantal mensen dat dan toch zo ziet? “Omdat ze niet weten wat we in de tempel doen.” Daar vinden de rituelen plaats die geheim moeten blijven. “Als iemand die geïnstalleerd wordt in de tempel van tevoren weet wat er gaat gebeuren, gaat de kracht verloren.” Daardoor kunnen de rituelen bij een buitenstaander nooit een concreet beeld oproepen. Pas wanneer een persoon in de wereld van de vrijmetselarij wordt ingewijd, zal diegene ontdekken wat hem al die jaren onduidelijk bleef.
In Suriname geldt dat alleen voor mannen. Vrouwen kunnen enkel in België en Nederland terecht. “Vrouwen beleven dingen anders dan mannen”, vertelt vrijmetselaar Dennis Wip. “De rituelen hier zijn beter afgestemd op mannen.” Wat hij daarmee precies bedoelt, wordt niet duidelijk.
Utopie
Enkele grondslagen van de vrijmetselarij: ieder heeft het recht zelfstandig te zoeken naar waarheid, werken aan het welzijn van de samenleving en broederschap. Centraal staat het werken aan jezelf. De ‘ruwe steen’ die je aan het begin van je leven bent, bijslijpen tot een kubieke steen met rechte hoeken en vlakke zijden. “Het is een utopie. Niemand kan volmaakt worden”, aldus vrijmetselaar Reginald Kort. Toch streven vrijmetselaars daar wel naar.
Wanneer bezoekers de tempel van de vrijmetselaars betreden, vallen de symbolen direct op. Aan de wand hangen tekens die de sterrenbeelden weergeven. Achterin kijkt een geschilderd alziend oog uit over de tempel. “Wanneer je iets doet en je denkt dat niemand het ziet”, begint Wip, “maar het knaagt aan je, dan weet je dat het oog je zag.” Zelfs de vloer, die bestaat uit zwarte en witte tegels, heeft een betekenis. Namelijk dat iedereen gelijkwaardig is. “Gelijkwaardig, maar niet gelijk”, benadrukt Wip.
Enge club
De eerste groep mensen die een rondleiding krijgt door de ruimte bestaat uit zo’n twintig man. Onder hen bevindt zich Ron. Al jaren spoorden bekenden hem aan een kijkje te nemen. Zijn hele bloedlijn bestond, op zijn vader na, uit vrijmetselaars. “Ik heb me er altijd tegen afgezet. Ik vond het altijd een enge club. Tot ik me er beter in verdiepte. Wat me aantrok is het ‘jezelf leren kennen’.”
Volgens Buth melden zich elk jaar drie nieuwe leden aan. Tot de dag voor de installatie mogen ze afzien van deelname. Daarna mogen ze nog steeds opstappen, maar vrijmetselaar ben je voor het leven. Ook als je besluit weg te gaan.
[uit de Ware Tijd, 16/09/2013]

Carifesta in perspectief

door Hans Breeveld

The song is ended but the melody lingers on. Dit geldt zeker voor CarifestaXI. De organisatie van deze manifestatie vindt dat ze de lat hoog heeft gelegd. Er zijn aardig wat mensen die deze visie onderschrijven. Maar is deze wel juist? Dit artikel is een voortvloeisel van een discussie of Carifesta XI wel of niet geslaagd is.

Zeker heeft Carifesta XI vele prachtige momenten gekend, maar zijn deze voldoende om – nog voor een kritische evaluatie – vast te stellen dat Suriname een goede job heeft gedaan?  Nog lang zal gesproken worden over de spectaculaire opening en de prachtige sluiting. Maar Carifesta is nu eenmaal veel meer dan een opening en sluiting alleen.
Aangezien het hele gebeuren – volgens bekomen informatie – tussen de SRD 17 en 20 miljoen heeft gekost, moet er zeker een kritische evaluatie volgen, waar elke burger – direct dan wel indirect – aan deel zou moeten kunnen nemen. Het uitgegeven, dan wel uit te geven geld is – voor zover mij bekend – voor het grootste deel opgebracht door het Surinaamse volk.
Carifesta, wat staat voor Caribbean Festival of Creative Arts, kreeg deze keer als slogan mee: Culture for development.  Hoewel men bij Carifesta cultuur gemakshalve wil beperken tot kunstuitingen, weten wij dat cultuur veel meer omvat. Normen, waarden en gewoonten (gwenti) zijn daar essentiële onderdelen van.  Gewoonten zijn niet altijd even gemakkelijk te veranderen. Maar als we merken dat deze gewoonten ontwikkeling in de weg staan, zal er een cultuuromslag moeten plaatsvinden.
Doelstelling Carifesta
Carifesta kreeg bij haar oprichting de volgende doelstellingen mee:
i. to expose the peoples of the region to each other’s culture through creative activity, thus deepening their knowledge and awareness of the native aspirations of their neighbours;
ii. to forge through cultural participation closerrelations between people of the region;
iii. to demonstrate the importance of the arts as a unifying force in building a wholesome society and
iv. to develop the content of our regional culture as a well as its aesthetic forms.
Tijdens de Carifesta’s waar ik aan heb deelgenomen, werd tijdens de symposia steeds aangegeven dat het streven van Carifesta is om excellente performances te presenteren.
Carifesta en het amateurisme
De eerste edities van Carifesta heb ik niet meegemaakt, maar bij de Carifesta’s die ik bewust heb beleefd was amateurisme en provisorisch handelen steeds troef. Het begint met het feit dat deelnemende landen het Carifesta-gebeuren incidentalistisch bekijken en benaderen. Er zijn geen permanente structuren. Op het laatste moment wordt er een nationale commissie samengesteld, al dan niet met een gewichtige naam. Als het goed is, wordt er gesproken over een budget. Weinigen zien echter geld. Van de meeste deelnemende individuen en/of groepen wordt verwacht dat zij de door hen gemaakte – of te maken – kosten voorschieten. Dit leidt tot stagnatie en onzekerheid. Dit heeft gevolgen voor een vlotte voorbereiding. Landen wachten tot het laatste moment om zich te registreren, vele overschrijden deadlines.
Door deze werkwijze is het moeilijk voor het organiserende land om te plannen.Tot het laatste moment blijft dat landen niet kunnen aangeven of en met welke sterkte ze zullen deelnemen aan Carifesta.
Het organiserende land blijft tot het laatste moment in het ongewisse wat betreft het aantal landen dat daadwerkelijk zal deelnemen aan Carifesta. Wat de respectieve landen zullen presenteren, is onduidelijk. Delegaties van landen die uiteindelijk wel komen, blijken veel groter of kleiner te zijn dan aanvankelijk was opgegeven. Hoe kan je dan plannen? Plannen, een wezenlijk onderdeel van het proces tot ontwikkeling. Om maar even te refereren aan het thema van Carifesta XI. Doordat de meeste landen zich te laat melden en hetgeen ze zullen presenteren maar summier bekend is, kan er ook geen programma door het organiserende land worden gemaakt.
Carifesta XI
De opening van Carifesta XI was schitterend, maar werd ontsierd door de late aankomst van het staatshoofd en het feit dat grote delen van het volk – waar Carifesta om begonnen is – als apen achter dranghekken moesten worstelen om nog een glimp van al het moois op te vangen. Als organisatie kan je het niet maken dagenlang het volk op te roepen om bij de opening aanwezig te zijn. Vervolgens laat jij je eigen burgers elkaar verdringen achter de dranghekken, omdat ze een kaart – waar de organisatie nooit over gesproken heeft – niet kunnen tonen. Wanneer de organisatie wekenlang bezig is met het bouwen van een podium met een zeer beperkt aantal zitplaatsen, dan kan niet anders worden geconcludeerd dan dat de opening een moedwillige uitsluiting van het volk is geweest.
Geen programma
Aan de dame bij de balie van het Carifesta ‘Head office’ vroeg ik om een programma. Ze kwam haar belofte keurig na. Die middag nog ontving ik een mailtje. Maar dat was geen programma. Het was een opsomming van activiteiten waarvan bij de meeste de plaats en aanvangstijd niet waren vermeld en waarvan – zoals later zou blijken – vele geen voortgang zouden hebben of op een andere locatie dan op die lijst was aangegeven zouden plaatsvinden.
Het lijkt wel een voetbal WK waarbij in het programmaboekje staat dat in een bepaald stadion Brazilië tegen Duitsland zal spelen. Als je aankomt, blijkt het te gaan om een wedstrijd Uruguay tegen Japan.
Notoire laatkomers
Vele activiteiten begonnen steevast later dan het tijdstippen, welke dagelijks werden gepubliceerd. In DWT las ik dat de voorstelling van Tropicana, uit Cuba, stipt om 20.00 uur begon. Ik dacht: dat is dan iets waar ik naartoe moet. Ik was er om 19.40. Precies om 20.00 uur kwam er echter een mededeling die boekdelen sprak. Aan de honderden mensen die keurig een kaartje hadden gekocht en op tijd aanwezig waren, werd meegedeeld dat het optreden vandaag wat later zal aanvangen, omdat er op wat hoogwaardigheidsbekleders wordt gewacht. Duidelijker kon men zich niet distantiëren van dit onfatsoenlijke en ondisciplinaire gedrag van onze ‘hoogwaardigheidsbekleders’. De Cubaanse organisatie wilde aan dit wangedrag part noch deel zijn. De doelstellingen geven aan dat het bij Carifesta primair om de Caribische volken gaat. Bij Carifesta XI kreeg ik vaak onwillekeurig het gevoel dat het festival tot meerdere glorie van hoogwaardigheidsbekleders was georganiseerd en dat het volk als entourage mocht meedoen.
In de geest van het thema van dit Carifesta kan worden gesteld dat hoogwaardigheidsbekleders het nu eindelijk moet beseffen dat notoire laatkomers het woord ‘ontwikkeling’ niet in de mond mogen nemen. Hen moet eerst discipline worden bijgebracht. Anders blijven ze obstakels op weg naar ontwikkeling.
De hoogte van de lat
Ik ben het niet eens met hen die stellen dat wij de lat hoog gelegd hebben. De lat is onder andere pas hoog gelegd:|
wanneer deelnemers over een betrouwbaar programma boekje beschikken;
wanneer geprogrammeerde activiteiten op tijd beginnen;
wanneer naast de performers ook een groot aantal personen uit de deelnemende landen het Carifesta bezoeken;
wanneer via Carifesta het volk van het Caribisch gebied nader tot elkaar komt.  De lat kan door geen enkel organiserend land alleen hoog gelegd worden zolang de deelnemende landen incidentalistisch blijven kijken naar Carifesta.
Aanbevelingen
Om professionalisme te bevorderen, zal Carifesta moeten werken aan een permanente structuur, zoals bijvoorbeeld Fifa bij de voetbalsport en IOC bij de Olympische spelen. Carifesta moet een lerende organisatie worden. Het herhalen van fouten van voorgaande Carifesta’s brengt ons verder van de doelstellingen.
Er moeten aan deelnemende landen duidelijke deadlines worden gesteld. Qua deelname en presentaties. Aan deze deadlines moeten – bij niet naleving daarvan – sancties worden opgelegd.  Er zullen minder ‘venues’ moeten zijn, terwijl het professionalisme moet worden opgevoerd. Bij vele Carifesta’s worden te veel activiteiten voor te weinig mensen opgevoerd.
De bevolking van het organiserende land moet het respect ontvangen dat het verdient en niet stiefmoederlijk achter dranghekken worden gestopt. Het gaat bij Carifesta nu eenmaal primair om het volk.  Carifesta moet – op den duur – door private organisaties worden georganiseerd, waarbij aan de overheid slechts een faciliterende rol wordt toebedeeld. Deelnemende landen moeten het bevorderen dat behalve de deelnemers ook een groot aantal inwoners van die landen naar Carifesta afreizen om zodoende de interregionaliteit te bevorderen.
Dr. Hans Breeveld is politicoloog.
[uit de Ware Tijd, 14/09/2013]

Sehn-sucht: Kunstexpositie van Purcy Tjin

Beeldend kunstenaar Purcy Tjin koos een opmerkelijk Duits begrip als de titel van zijn aankomende expositie. Sehn-sucht is voor hem de juiste benaming voor de nieuwe collectie van schilderijen en objecten waarmee hij nu naar buiten treedt. Dit woord staat voor een diep gevoeld verlangen, waarbij zulke intense emoties spelen dat het verlangen soms zelfs pijnlijk bijna tastbaar wordt. “Ons bestaan is eigenlijk één en al verlangen,” zegt Tjin. En dat is wat de gezichten op zijn schilderijen ons ook tonen in hun close-ups van verstilde hunkering.

Tien jaar geleden had Purcy Tjin voor het laatst een solo-expositie, Falling Angels. Sindsdien is de intensiteit waarmee hij zijn composities op het doek brengt sterk toegenomen. Zijn werk is een poëtische mix van anatomische en emotionele diepte. Met vormen die tegelijkertijd omarmen en open gooien, die naaktheid tonen en tegelijkertijd verborgenheid, is sehn-sucht een krachtig geheel met een aaneenschakeling van lijnen, vormen en natuurlijke rondingen in diepe, soms contrasterende kleuren.
Zijn bekende signatuur van gezichten met volle lippen, komt in deze expositie in vernieuwende kleuren en lijnen terug. Purcy Tjin heeft een sober palet waaruit een duidelijke voorkeur spreekt voor zwart en wit. Maar blauw en bruin gebruikt hij ernaast ook graag, met daar af en toe heftige penseelstreken rood gekrijs tussendoor. Zijn objecten van klei zijn in feite driedimensionale versies van het werk op doek.
De aandachtige toeschouwer zou tijdens een rondgang door de tentoonstelling weleens glimpen van de inspiratiebron van de kunstenaar gewaar kunnen worden. Zelf zegt Tjin dat hij de bezieling voor zijn werk vooral vindt in dingen die niet vastgepakt kunnen worden: wolken, wind en schaduwen. En vooral uit stilte – een diepe stilte die opwelt wanneer hij schildert. De opmerkzame bezoeker aan Sehn-sucht kan daar deelgenoot van worden wanneer er niet alleen met de ogen naar het werk wordt gekeken.
Purcy Tjin opent Sehn-sucht persoonlijk op donderdag 19 september in Art Gallery Sukru Oso aan de Cornelis Jongbawstraat 16a te Paramaribo. Hij doet dat met een krachtige autobiografische Spoken Word-presentatie. Wat hij hierin naar voren brengt wordt vervolgens in beweging uitgebeeld, door moderne dans van het jonge talent Darey-Ann Louisville.
Razia Barsatie met video verwelkomt het publiek vanaf 19.00 uur en DJ JazzC verzorgt de muziek op deze avond.

Bloemies

Bloemies, een CD-prentenboek  met liedjes en verhalen voor kinderen van 0 tot 100 jaar is uit. Muziek en teksten zijn van Frank Ong-Alok; illustraties van Fleur Tolman, Amara (10jr.) en Aïsha (5jr.) Ong-Alok.

Uitgeverij: In de Knipscheer, Haarlem 2013

Klik hier voor de Bloemies-site.

Meer promotie van Bonaire in Europa

Haarlem – Bonaire gaat zich dubbel promoten in Europa. Dat heeft het bureau Tourism Corporation Bonaire (TCB) bekendgemaakt tijdens het evenement ‘De Smaak van Bonaire’.

read on…

Oplossing voor ezelproblematiek Bonaire

Er komst een duurzame oplossing voor de loslopende ezels op Bonaire.  Het aantal loslopende ezels is op dit moment te groot. Dit brengt gevaren met zich mee voor de verkeersveiligheid. Ook zijn de dieren schadelijk voor de natuur.
In het nieuwe plan worden de vrouwtjes en de jongen gevangen en komen terecht in het Donkey Santuary. De mannetjes worden gevangen, daarna gecastreerd. Ze krijgen een chip en een lichtgevend oormerk. Daarna worden ze weer uitgezet in de natuur.
Het plan treedt per 1 november in werking. Bewoners wordt gevraagd om hulp. Per gevangen ezel is een bedrag van $20,- beschikbaar. In totaal draagt het Openbaar Lichaam Bonaire $40.000,- bij aan de zorg voor de nieuwe opgevangen ezels.  De ezels zullen niet uitsterven, maar het aantal zal sterk teruglopen.
[uit Antilliaans Dagblad, 12 september 2013]

Debat over slavernij in de Amsterdamse Academische Club

Strategieën in Nederland bij het herdenken en herinneren van de afschaffing van de slavernij
Hoe wordt (de afschaffing) van slavernij herdacht en herinnerd? Voor welke strategieën wordt gekozen of zou men kunnen kiezen? Een historicus, een kunsthistoricus, en een dichter/psychiater formuleren vanuit drie verschillende invalshoeken een mogelijk antwoord op deze interessante vragen. Elk delen zij gedurende 15 minuten hun standpunt en kennis, en gaan vervolgens onder leiding van historicus Gert Oostindie in debat. Aansluitend is er ruimte is voor uw inbreng en vragen. Voorafgaand aan het debat nodigen we u van harte uit een bezoek te brengen aan de tentoonstelling Slavernij verbeeld in Bijzondere Collecties van de UvA (ingericht door deelnemer aan het debat Elmer Kolfin!).
Inleidende voordrachten
Dienke Hondius | historicus VU
Het slavernijverleden op de kaart van Nederland zetten.
In 2012 maakte ik met een groep studenten van de VU een eerste kaart van de plaatsen in Amsterdam waar ten tijde van de afschaffing van de slavernij (1863) slaveneigenaren woonden, die toen compensatie ontvingen voor de slaven die ze moesten vrijlaten. De tot slaaf gemaakten kregen niets. Deze kaart was het begin van een onderzoeksproject waarin nieuwe resultaten van historisch onderzoek over de slavenhandel en het slavernijverleden van Nederland en Europa door middel van digitale en andere kaarten wordt getoond. Google maps bieden mogelijkheden om zelf historische informatie te vinden, routes te maken en het verleden dichterbij te halen. Eind juni 2013 stelde ik een eerste voorlopige versie van een “Atlasje van het slavernijverleden” samen en organiseerde de presentatie bij het Stadsarchief, door Nederlandse, Britse en Franse onderzoekers. In deze lezing licht ik het onderzoek toe en laat zien hoe er de komende jaren verder aan wordt gewerkt.
Elmer Kolfin  | kunsthistoricus, UvA
Nut en onnut van musea als herdenkingsplek: zwarte slavernij en het Nederlandse museum.
Vóór 2013 was er maar weinig en zeer versnipperde aandacht voor het Nederlandse slavernijverleden. Het herdenkingsjaar 2013 leverde veel aandacht op, maar wat blijft daarvan hangen als de hype over is?
Antoine de Kom | dichter en psychiater
Een verworpen gewoonte
Wij hebben als Nederlanders allerlei onrecht aangedaan waaronder de slavernij. Herdenken en herinneren is verwerken en onszelf hervinden in een nieuwe, leefbare en gezamenlijke identiteit.
Biografie debatleider en sprekers
Debatleider Gert Oostindie
is directeur van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde en hoogleraar Geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Hij publiceerde vele boeken over het Caraïbisch gebied, met thema’s als slavernij, dekolonisatie, migratie en etniciteit. In Het paradijs overzee (1997) hekelde hij het ontbreken van een Nederlands monument ter nagedachtenis van slavenhandel en slavernij. Naderhand redigeerde hij hierover Het verleden onder ogen (1999) en Facing Up to the Past (2001). In Postkoloniaal Nederland. Vijfenzestig jaar vergeten, herdenken, verdringen (2010) analyseert hij het verband tussen de postkoloniale migraties en de hedendaagse herinneringscultuur rond het kolonialisme, waaronder de slavernij.
Dienke Hondius
is universitair docent geschiedenis bij de Vrije Universiteit, en medewerker van de Anne Frank Stichting. Na haar proefschrift over de acceptatie van etnisch en religieus gemengde huwelijken (Gemengde huwelijken, gemengde gevoelens; UvA, Amsterdam,1999) onderzocht ze aan de Erasmus Universiteit Rotterdam de geschiedenis van het begrip ‘ras’, en daarmee ook de brede en diepe geschiedenis en doorwerking van de slavernij en de slavenhandel. Ze werkt nu onder meer aan een atlas van het slavernijverleden in Europa, aan een studie over de joodse onderduik in Nederland, en aan de mondelinge geschiedenis van Surinaamse leerkrachten.
In juni 2014 verschijnt: Dienke Hondius, Blackness in Western Europe: Racial Patterns of Paternalism and Exclusion. (Transacion publishers, New Jersey USA)
Elmer Kolfin
is kunsthistoricus aan de Universiteit van Amsterdam. Hij maakte met anderen de tentoonstelling Slavernij verbeeld (Bijzondere Collecties Universiteit van Amsterdam, nog te zien tot 22 sept 2013), was betrokken bij de tentoonstelling Black is Beautiful over de verbeelding van zwarte mensen in de kunst van 1400 tot 2000 en publiceert regelmatig over beeldvorming van Afrikanen van circa 1500 tot 1800.
Antoine de Kom
– kleinzoon van Anton de Kom – is forensisch psychiater en dichter. Zijn recentste dichtbundel is Ritmisch zonder string (2013). In 2012 publiceerde hij Het misdadige brein, een bundeling van miniaturen over beruchte verdachten die in Hollands Maandblad verschijnen.
Expositie in Bijzondere Collecties
Op vertoon van de bevestiging van het debat kunt u vooraf aan het debat een bezoek brengen aan de tentoonstelling Slavernij Verbeeld in Bijzondere Collecties van de UvA. Elmer Kolfin is gastconservator van deze tentoonstelling.
Diner: daghap 15 euro
U bent van harte uitgenodigd om na afloop te blijven voor de “daghap” voor 15 euro. Een heerlijke huisgemaakte schotel voor een vriendelijke prijs en de mogelijkheid op tijd te vertrekken.
Programma
·         17.00 uur inloop
·         17.30 uur start  debat
·         18.45 uur einde debat en borrel
·         19.15 uur aanvang diner (optioneel)
Amsterdamse Academische Club
Oudezijds Achterburgwal 235 | 1012 DL Amsterdam
Tel. +31 (0)20 525 1570

Hilli Arduin presenteerde kinderboeken in OBA

door Hilli Arduin
Gisteren 15 september 2013, heb ik een presentatie gegeven in de OBA van Amsterdam van mijn nieuwste kinderboeken: Ik neem je mee en Aboikoni. De opkomst was geweldig.
De twee boeken zijn bekroond in Suriname als: Het beloofde boek van 2013. Ik heb voor deze boeken een Award mogen ontvangen.
Ik neem je mee, is een boek voor kinderen van de lagere school in de leeftijd vanaf 9 jaar. Ik heb 4 verhalen en vier gedichten geschreven waarin Akesi, Aboikoni, Boni en Rogier en Selina, kinderen die in de slavernij geboren zijn, de lezer meenemen in hun levensverhaal. Het zijn verhalen van overwinning. Verhalen naar een positieve toekomst.
Het verhaal ‘Aboikoni’, uit het verhalenboek, is vertaald naar een prentenboek voor jongere kinderen. Dit boek kan gebruikt worden als voorleesboek of jongere kinderen kunnen het zelf lezen.
Beide boeken hebben prachtige illustraties, gemaakt door de Arubaanse kunstschilder Vanessa Paulina.
De kinderen in de verhalen, stralen ondanks hun geketendheid, hoop uit voor morgen. Hoop voor hun toekomst, een toekomst in vrijheid. Als slaaf waren hun lichamen geketend maar hun gedachten waren vrij. Deze vrijheid van denken was hun trots en kracht die zij toen zij volwassen werden aan hun kinderen doorgaven en deze kinderen weer aan hun kinderen.
Zolang kinderen van nu nog steeds de volgende uitspraken doen zoals de geciteerde jongen denkt over slavernij:  “Nou ik dacht dat deze mensen daar  werkten op de plantjes, lekker in het zonnetje” , dan moet er nog veel aan educatie over het slavernij verleden gedaan worden.
De boeken Ik neem je mee en Aboikoni  kunnen hiertoe bijdragen.

In de straten van de hemel (4 en slot)

door Antoine de Kom

Dit jaar werd in februari de staatsgreep van 25 februari 1980 herdacht. Aan die staatsgreep is de naam Revolutie gegeven. Op televisie werden oude beelden vertoond. Coupplegers van weleer vertelden hun stoere verhalen. De President sprak genodigden toe bij het monument dat bestaat uit de resten van het stukgeschoten hoofdbureau van politie. De President benadrukt de waardigheid van de Surinamers. Hij veroordeelt Nederland. Hij wil de stoffelijke resten van mijn grootvader terughalen naar Suriname.

read on…

Het verdwenen gedicht

door Erick Kila

Den Haag, een avond begin jaren tachtig. Het appartement van Jozef Eijckmans (1907 – 1996). De dichter veert plotseling op uit zijn leunstoel, loopt naar de boekenkast en plukt een boek uit een rij. Hij bladert even en leest dan voor. Ik ben sprakeloos. Wat een schitterend gedicht. De maker, Bernardo Ashetu, ken ik niet.

read on…

Tweede Suriname Tattoo Convention

Het Surinaamse publiek kreeg de afgelopen dagen de kans kennis te maken met diverse vormen van ‘body-art’ waarbij vooral tatoeëren onder de loep werd genomen. Organisator Dwight Sussenbach is tevreden over het verloop van de tweedaagse conventie. ‘Het was veel drukker en interessanter dan vorig jaar, mede dankzij de diverse buitenlandse gasten die er waren en de spannende optredens zoals het paaldansen en de sambadanseressen’, zegt hij. Naast de danseressen was er ook een ‘suspension’-act: een act waarbij mensen zich vrijwillig laten ophangen aan vleeshaken om hiermee hun eigen (pijn)grens op te zoeken of te verleggen. Het maakte nogal wat los bij het publiek en volgens Sussenbach viel er zelfs een mannelijke toeschouwer flauw van de spanning.
Een van de buitenlandse gasten met een eigen stand tijdens de beurs is de uit Nederland afkomstige artiest Rezah (33), die al vijf jaar tatoeëert. Ooit begonnen als kapper met een specialisatie in figuurscheren waarbij zijn tekentalent al van pas kwam, besloot hij op aanraden van vrienden de overstap te maken. Rezah vindt tatoeëren een kunstvorm en ondanks elk kunstwerk een eigen verhaal heeft, vindt hij het van belang dat men goed nadenkt over het zetten van een tatoeage. Hij ziet het als onderdeel van zijn job om klanten op een goede manier te begeleiden in hun keuze en wil het zo persoonlijk mogelijk voor ze. “Het moet ook wel bij hen passen”, vindt hij. “Als ik zie dat iemand te veel twijfelt of geen weldoordachte keuze kan maken, dan zou ik kunnen weigeren.’ De Surinaamse scene vindt hij ‘jong maar goed opkomend’.
Een goed voorbeeld daarvan is de jonge tatoeageartiest Argil Manna(22). Na 2 jaar in de leer te zijn geweest, is hij sinds 1,5 jaar zelfstandig bezig. Lachend denkt hij terug aan zijn leerperiode waarbij hij oefende op fruit en aan de eerste keer dat hij een mens tatoeëerde, terwijl hij door zijn kraampje stuitert en zijn benodigdheden klaarzet. “Nooit had ik gedacht hoe het zou zijn om een naald in iemand te steken..’ Zijn tekenstijl noemt hij ‘darkstyle horror’ maar vindt zelf dat hij op het gebied van tatoeëren nog een eigen stijl moet ontwikkelen. Argil vindt de convention een goede manier om het taboe in Suriname te doorbreken en vindt het een geslaagd weekend. ‘Ik vind het ook goed dat een deel van de opbrengst aan diverse goede doelen geschonken zal worden’, zegt hij er nog snel bij.
Het hoofddoel van de convention was het Surinaamse publiek kennis te laten maken met een voor hem vrij nieuwe wereld. Dwight benadrukt nogmaals dat hij wil bereiken dat het algemeen geaccepteerd wordt en dat men niet langer het beeld heeft dat mensen met tatoeages automatisch criminelen zijn of agressief of psychische problemen hebben. ‘Het is gewoon een kunstvorm die gerespecteerd en geaccepteerd dient te worden.’
[uit Dagblad Suriname, 9-9-2013]
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter