blog | werkgroep caraïbische letteren

Augusta & Anna Curiel & Suriname

.
Wateroverlast in de Domineestraat circa 1930, foto boekband.

Augusta Curiel, ‘fotografiste’ zoals op haar uithangbord aan de Domineestraat # 28 stond, heeft –met haar zus Anna als trouwe & levenslange handlanger– haar eigen ‘vlekkeloze’ visie gegeven op Suriname in het algemeen en Paramaribo in het bijzonder gedurende de eerste helft van de vorige eeuw: ondernemend, geordend, schoon, multicultureel, koningsgezind, maar vooral: b e e l d s c h o o n.

Noorderkerkstraat Paramaribo omstreeks 1908, helaas is alleen de Noorderkerk van de Hervormde Gemeente, hier in het einde te zien, nog in volle glorie behouden, # 57.

Lezend & kijkend in het magistrale fotoboek*) dat eind 2007 uit haar nalatenschap is samengesteld is als het ware haar levensopdracht terug te lezen uit de aanbeveling die werd meegegeven aan het in 1923 aan Koningin Wilhelmina bij haar 25ste ambtsjubileum aangeboden & opgedragen foto-album over Suriname. Het was een persoonlijk cadeau van Augusta & Anna aan Hare Majesteit. In een begeleidende brief van gouverneur Van Heemstra staat dat de dames “ijverige en fatsoenlijke mensen zijn, die hun uiterste best hebben gedaan omdat het immers voor de Koningin is” (cursivering van mij, RvdM).

De auteurs van het fotoboek zeggen hierover: “Het was ongetwijfeld de bedoeling van de dames Curiel om de koningin, die nooit in Suriname was geweest –en er ook nooit zou komen– met deze foto’s een indruk van de kolonie te geven. (…) Het album geeft niet alleen een beeld van wat de Curiels zelf hun mooiste en meest interessante foto’s vonden, ze schiepen hiermee ook een beeld van Suriname zoals het in hun ogen aan een hooggeplaatst persoon moest worden getoond. Bij het bekijken van de foto’s kan de koningin niet anders dan een positief beeld hebben gekregen van dit overzeese rijksdeel, dat in werkelijkheid in een permanente staat van economische malaise verkeerde, zeker in vergelijking met het veel bloeiender Nederlands-Indië.”

Erfwoningen Paramaribo omstreeks 1920, # 43.

Anna, heb ik zon? Wolkje, wolkje!
Het was aan de Domineestraat # 28 dat Augusta Curiel in 1904 haar zaak vestigde. De foto op de boekband laat een onder water gelopen Domineestraat zien zoals wij die tot op de dag van vandaag bij hevige regens nog kennen. Via een deur in de schutting naast het voorhuis bereikte men het achtererf waar Augusta en Anna vanaf 1904 tot de dood van Augusta in 1937 woonden en hun bedrijf uitoefenden. Daarna zette Anna de zaak op bescheiden voet voort tot 1952.

Augusta was de fotografe, Anna haar assistente. Samen gingen ze op het werk af, samen sjouwden ze door het warme Paramaribo met de zware houten camera: “die twee dames met hun affuit”. Hadden ze eenmaal de juiste locatie en het beste standpunt gevonden, dan installeerde Augusta statief en camera en verdween onder de zwarte doek. Op het matglas bepaalde ze de compositie en stelde scherp –ze zag het beeld op z’n kop en spiegelverkeerd. Dan stelde ze de belichtingstijd vast. Vervolgens schoof ze de gevoelige plaat in de camera en bepaalde het moment van afdrukken. Augusta, eenmaal opgesteld voor de camera, vroeg dan dikwijls vanonder de zwarte doek: “Anna, heb ik zon?” Zo niet dan antwoordde Anna: “Wolkje, wolkje.” Dan duurde het enige tijd voordat er iets gebeurde.

Augusta fotografeerde met een platencamera en gebruikte glasnegatieven van het formaat 18 x 24 cm en 13 x 18 cm. Welk merk camera –en of ze wellicht verschillende camera’s gebruikte– is niet bekend. Zij fotografeerde altijd vanaf een houten statief en nooit uit de hand. Zo was haar stijl, en met het zware type platencamera dat ze gebruikte was dit ook ondoenlijk. De weinige foto’s waarop ze fotograferend staat afgebeeld laten dit zien. Het gebruik van een statief blijkt ook uit de scherpte en de helderheid van de foto’s. Het is opvallend hoe haarscherp alles erop staat, tot in de hoeken van het beeld. Bewegingsonscherpte komt zelden voor, ook niet bij een vermoedelijk lange belichtingstijd. Niet voor niets vroeg ze aan Anna: “Heb ik zon?” Hoe meer licht, des te korter kon de belichtingstijd zijn.

Malebatrumstraat Paramaribo omstreeks 1930, met gezicht op filmtheater Tower, nu kantoor van Self-Reliance Verzekeringen, rechts op de hoek met de Wagenweg het voormalig woonhuis van Elisabeth Samson, bekend van Cynthia McLeod’s boek Elisabeth Samson, een vrije, zwarte vrouw in het 18e eeuwse Suriname, dat nu het Ministerie van Arbeid huisvest, # 41.

Het belang van Curiel’s werk
Het is uniek in de Surinaamse geschiedenis dat twee vrouwen, geboren en getogen in Paramaribo, zich zo intensief hebben beziggehouden met het visualiseren van hun eigen Surinaamse samenleving. Uniek is ook de onafgebroken periode van ruim 30 jaar waarin ze hun vak uitoefenden. Augusta en Anna waren van 1904 tot de dood van Augusta in 1937 bijna dagelijks met de camera in de weer. Ze moeten duizenden opnamen hebben gemaakt. Een deel daarvan is bewaard gebleven in diverse archieven en particuliere collecties in Suriname en Nederland; naar schatting zo’n 1200 foto’s, waarvan een groot deel in het Surinaams Museum te Paramaribo. Misschien zijn het er meer, misschien zijn het er minder, want niet alle foto’s kunnen met zekerheid aan de Curiels worden toegeschreven. Ook is het niet bekend hoeveel materiaal zich nog in particulier bezit bevindt.

Met hun registrerende blik, met hun documentaire fotografie over zoveel verschillende onderwerpen, hebben August & Anna een belangrijke bijdrage geleverd aan de verbeelding van de geschiedenis van Suriname, waarvan dit prachtige fotoboek op indrukwekkende wijze getuigt.

———

*) Janneke van Dijk, Hanna van Petten-van Charante en Laddy van Putten, Augusta Curiel Fotografe in Suriname 1904-1937, KIT Publishers, Amsterdam 2007, € 29,50.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter