blog | werkgroep caraïbische letteren

Astrid Roemer krijgt onterecht geen handdruk van de koning

door Maria Vlaar

In oktober zou het gebeuren: Astrid Roemer zou de driejaarlijkse Prijs der Nederlandse Letteren ontvangen uit handen van koning Filip. Dinsdag maakte de Taalunie bekend dat de prijsuitreiking niet doorgaat. Roemer mag het geldbedrag van 40.000 euro houden, maar de feestelijkheden zijn afgelast, omdat er ophef is over Roemers uitspraken over Desi Bouterse.

Chan Santokhi, president van Suriname, feliciteert Astrid Roemer met de Prijs der Nederlandse Letteren

Afgelopen mei interviewde ik Astrid Roemer (74) voor De Standaard. Ik had haar eerder in 2016 geïnterviewd, toen ze in Gent woonde en de P.C. Hooftprijs won. Roemer was tot dan een nagenoeg vergeten auteur: ze publiceerde nauwelijks meer en woonde jarenlang afgelegen in Schotland, op de vlucht voor roddels en belaging. Maar vanaf 2016 veranderde veel: er kwamen nieuwe boeken, waaronder de schitterende familieroman Gebroken wit en het dagboek Liefde in tijden van gebrek. De ondertitel daarvan is ‘memoires van een thuisloze’, en iedereen die het las weet dat Roemer een rebelse jonge vrouw in een bejaard lichaam is, een vrouw die zich niet wenst aan te passen, een vechter, vluchter en opgejaagde. Soms onnavolgbaar in de kronkels van haar grillige geest, altijd interessant.
Het is precies deze weerspannigheid, de rode draad in haar leven en werk, waardoor de gemoederen in België, Suriname en vooral Nederland, waar éénderde van de Surinamers woont, hoog oplopen. Astrid Roemer vindt namelijk dat Desi Bouterse, gekozen president van Suriname van 2010 tot 2020, geen moordenaar is. Afgelopen mei zei ze in ons interview: ‘De vraag is of een legerleider die ambtshalve verantwoordelijk is voor het martelen en doden van burgers door zijn manschappen in strafrechtelijke zin als ‘moordenaar’ kan worden aangemerkt zonder dat hij opdracht heeft gegeven tot dat martelen en doden of een plan daartoe had bedacht en uitgevoerd.’ Bouterse gevangen zetten zou ‘dwaas en onrechtvaardig’ zijn en Roemer geloofde hem als hij zei ‘tegen het doden van betrokken burgers’ te zijn. ‘Mijn lieve moeder en ik hebben Bouterse al jaren geleden amnestie verleend,’ zei ze. Op Facebook en Twitter liet Roemer zich verder uit: ze noemde Bouterse ‘onvergetelijk moedig’ vanwege de ‘nieuwe koers en nieuwe toekomst’ die hij voor Suriname had geforceerd. Hij zou een standbeeld verdienen.
Het duurde een paar maanden – niemand reageerde, ook de Taalunie niet – voordat de vlam in de pan sloeg. Gerard Spong, een bekende advocaat van Surinaamse afkomst in Nederland die vaak op tv is en in 2007 door minister Chan Santokhi werd aangesteld als adviseur van de aanklagers van Bouterse, kreeg iedereen op de been tegen Roemer. Hij stuurde een brief aan de koning met het verzoek af te zien van de prijsuitreiking – een verzoek dat nu is ingewilligd.

Bouterse kwam in 1980, vijf jaar na de onafhankelijkheid van Nederland, aan de macht met een door veel Surinamers gesteunde militaire coup, door hemzelf ‘revolutie’ genoemd. De facto was Bouterse dictator tot hij in 1988 de macht overdroeg. Er werden hartelijke betrekkingen met het communistische Cuba, Venezuela en Nicaragua onderhouden, maar onder de ideologische vlag werd drugshandel verborgen en het bewind steeds repressiever. In december 1982 vermoordden militairen in Fort Zeelandia 15 vooraanstaande Surinamers, vooral advocaten en journalisten. De ‘Decembermoorden’ sloegen een diepe wond in de Surinaamse gemeenschap. Bij het begin van het strafproces bood Bouterse zijn excuses aan en verklaarde slechts ‘politiek verantwoordelijk’ te zijn geweest, maar in 2019 werd hij veroordeeld tot 20 jaar cel. Intussen loopt hij nog steeds vrij rond in Suriname. Daarbuiten moet hij zich niet begeven; als veroordeeld cocaïnehandelaar staat hij op de arrestatielijst van Europol.
Voor de goede orde en de twitteraars: ik vind Bouterse een crimineel die in de gevangenis hoort en mijn sympathie ligt bij de slachtoffers, voor wie ook Karel De Weerdt in deze krant in de bres springt. Maar wat ik vind doet niet terzake, want de hoogste rechters hebben hem veroordeeld en dat is het enige dat telt. Roemer is een andere mening toegedaan, en met haar een kwart van de Surinamers, die nog steeds op Bouterses partij NDP stemt. Roemer ziet de voormalig legerleider als een noodzakelijke schakel in het dekolonisatieproces van Suriname, een man die de religieuze en conservatieve moraal doorbrak waar ze zelf zoveel last van had en die haar naar Nederland heeft gejaagd.

Chan Santokhi, president van Suriname, feliciteert Astrid Roemer met de Prijs der Nederlandse Letteren

Na de brief van Spong viel zo’n beetje iedere columnist in Nederland over Roemer heen – en zij sloeg getergd terug en schold op Facebook mensen uit. Onbeleefd, inderdaad. Het is volgens mij dan ook niet vanwege haar uitspraken over Bouterse dat de Taalunie de prijsuitreiking heeft afgelast – het is vanwege de ontstane ophef. Een oude dame die een prestigieuze prijs krijgt en zich dan als een vechtende kat gedraagt? Niet chic. Roemer is nog steeds de tegendraadse vrouw die ze altijd geweest is. Zij laat zich niet in welk hokje dan ook duwen, zeker niet dat van de dankbare zwarte vrouw die moet zeggen wat haar wordt voorgeschreven.
Die strijdbaarheid zit in haar werk, dat door bijna niemand van de elkaar klakkeloos napratende columnisten gelezen is. Ook niet door de koning, vermoed ik. Net als mijn eigen Nederlandse koning heeft de koning van België, nazaat van Leopold II wiens handen niet bepaald schoon zijn, wel vaker de hand geschud van iemand met onwelgevallige politieke meningen. Het is zijn werk. Niemand zou Filips ontmoeting met Poetin of Bolsonaro afgelasten, terwijl die doden op hun geweten hebben. En nu zou deze vrouw geen hand mogen krijgen van de koning?
Cancelcultuur, hoor ik roepen. Maar er is een traditie in de literaire wereld. W.F. Hermans werd tot persona non grata in Amsterdam uitgeroepen omdat hij zich niet uitsprak tegen de Apartheid in Zuid-Afrika; hij had de Prijs der Nederlandse Letteren toen al ontvangen van Koning Boudewijn. Hugo Brandt Corstius kreeg de P.C. Hooftprijs niet omdat hij een minister had vergeleken met Eichmann (nu wordt Roemer voor NSB’er uitgemaakt); een jaar later kreeg hij de prijs alsnog. Peter Handke steunde de oorlogsmisdadiger Milošević en kreeg desondanks in 2019 de Nobelprijs uit handen van de Zweedse koning.
Sinds 2020 is Chan Santokhi president van Suriname: dezelfde man die in 2007 het proces tegen Bouterse aanspande en door Bouterse indirect met de dood bedreigd werd. Hij nodigde Astrid Roemer uit in zijn ambtswoning toen bekend werd dat ze de Prijs der Nederlandse Letteren kreeg, en overhandigde haar felicitaties en een cadeau. Als Santokhi dat kan, zie ik geen reden voor de koning van België haar de hand niet te schudden.

Maria Vlaar is schrijver, recensent en literair journalist, onder andere voor De Standaard. In 2015 zat zij in de jury van de Prijs der Nederlandse Letteren, die toen door Koning Filip aan Remco Campert werd overhandigd.

[overgenomen van de blogspot van Maria Vlaar, 13 augustus 2021; eerder verschenen op de Opiniepagina De Standaard, donderdag 12 augustus 2021]

2 comments to “Astrid Roemer krijgt onterecht geen handdruk van de koning”

  • @Maria Vlaar / Astrid Roemer wordt de feestelijke uitreiking van de Prijs der Nederlandse Letteren niet onthouden omdat zij zich geen ‘dankbare zwarte vrouw [toont], die moet zeggen wat haar wordt voorgeschreven’. De uitreiking wordt haar ook niet onthouden, omdat zij mensen ‘als een viswijf’ (zoals de volksmond dat noemt) op haar Facebookpagina uitschold. De prijsuitreiking wordt haar ook niet onthouden omdat ene – al dan niet bekende – mr. Spong zich uitlaat over Roemers uitspraken.
    De reden van het onthouden is gelegen in wat Roemer zélf heeft gezegd (c.q. geschreven) op haar Facebookpagina (en elders) en aantoonbaar onjuist is en als zodanig in flagrante tegenspraak met de waarheid.
    In het Nederlandse rechtsbestel – en evenmin in dat van Suriname – wordt haar het recht niet ontnomen om de uitspraken te doen, maar evenzeer heeft ‘de Koning’ (en welke organisaties en politieke bestuurders er dan ook achter dit ‘instituut’ verscholen gaan) het volste recht zich te distantiëren van die uitspraken door de uitreiking aan Roemer niet te doen plaatsvinden.
    Ja, dat is een ‘bestraffend handelen’ van Roemer door ‘de Staat’ (België/Nederland) voor de inhoud van haar uitspraken. Hier zou de vraag nog aan toegevoegd kunnen worden of de uitspraken niet alleen de werkelijkheid geweld aandoen, maar evenzeer de kwaliteit [?], authenticiteit [?] en/of integriteit [?] van haar literaire werk. Zo ja, dan hebben de juryleden die de respectieve ministers adviseerden zich danig vergist en moeten de bestuurders overwegen om de Prijs niet toe te kennen c.q. haar bij nader inzien de Prijs alsnog onthouden: voortschrijdend inzicht. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.

  • Het is niet kunnen dat Roemer om die zogezegde uitspraken geen feest krijgt en dat ze zo moeilijk doen over die uitspraken maar ik vind het goed dat ze haar uitspraken niet terugtrekt en er blijft achter staan.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter