blog | werkgroep caraïbische letteren

Astrid H. Roemer over seksueel geweld

EN HET WORDT ZOMER…

opgedragen aan ATJALI

 

door Astrid H. Roemer

Vier keer ben ik geconfronteerd geworden met seksueel overschrijdend gedrag van volwassenen betreffende minderjarigen. Ervaringen van tussen mijn 25ste en 40ste levensjaren. De jaren tachtig en negentig zijn tijden geweest met zo nu en dan opzienbarende seksuele schandalen over kindermisbruik. Er werden jonge vrouwen verkracht en vermoord. Kranten deden uitgebreid verslag. Ook toen was het duidelijk dat vooral mannen iets deden wat de samenleving deed huiveren. Ik was op mijn hoede.

Ik ging bij donker nooit het huis uit als ik alleen was. Ik ontving nauwelijks visite. Ik was zelden alleen met een man. En hoewel ik behoorlijk wat aanbidders had bleef seksueel overschrijdend gedrag mij betreffende uit. Mijn beroep als scheppend auteur bezorgde mij ook de condities om uit handen te blijven en uit het zicht van mannen die uit waren op snel seksueel genot. Ik verplaatste mij per betrouwbare taxi en per trein eerste klasse naar mijn vele werkafspraken. Even toegewijd als ik mijn vak uitoefende als auteur, was ik wat betreft de man die ik zoveel jaren innig lief had. Seks had twee uitersten: hoererij en liefde. Daartussen zat niets, zoals ik mij tussen vrouw en man ook geen andere sekse-variabelen kon voorstellen. Laat staan seksuele voorkeuren. Ik wist niet eens dat pedofilie bestond; ik kende het woord niet noch was ooit in mij opgekomen dat er volwassenen rondliepen die zich vergrepen aan kinderen. Rond de dertig was ik al. Toch ben ik vier keer geconfronteerd geworden met ernstig seksueel geweld tegen minderjarigen. Twee keer in de beroep-sfeer en twee keer in mijn privé-situatie. Er was een vijfde keer in die jaren en het betrof een goede vriendin, een volwassen vrouw, die met moeite kon ontsnappen aan een aanrandingspoging van een goede kennis van ons beiden.

Alle foto’s © Michiel van Kempen

Wat deed ik?

Nadenken over wat voor mij en voor het slachtoffer het beste was om te doen. En het resultaat van al dat denken leverde mij jaren geleden redenen op om bij geen van de incidenten in te grijpen. Ik zou door in te grijpen hoe dan ook mogelijk meer kapot maken dan ik kon helen bij gezinnen, familie, vrienden van slachtoffers en de daders. Ik zou als alleenwonende jonge vrouw in onveilig vaarwater terechtkomen; er konden wraakacties worden ontwikkeld tegen mij, die jaren konden gaan duren en die niet alleen mij maar ook mijn dierbaren konden schaden. Ik koos veilige opties. Zonder iets op te lossen. De betreffende slachtoffers zouden binnen afzienbare tijd een punt in hun leven bereiken waarop ze niet langer bloot zouden staan aan dergelijk geweld. Ik wist dat. De slachtoffers kregen speciale aandacht van mij. Ik negeerde de daders. En ik troostte mij zelf met de overtuiging dat de tijd alle wonden heelt. Komt nog bij, dat ik geen enkel vertrouwen had in politie en justitie noch in het gezag van enig medicus als een schoolarts, een huisarts. Nee, mijn vertrouwen in de bureaucratie was wat betreft ‘seksueel overschrijdend gedrag’ ook toen werkelijk nihil. Was mijn houding van stilzwijgend weten rechtvaardig?

 

Dertig jaar later?

Gisteren hoorde ik twee jonge vrouwen op de radio onomwonden zeggen, dat zij zo vaak waren aangerand en seksueel misbruikt door familieleden, vrienden en mannen uit de buurt van hun woonadres, dat zij het contact verloren met hun eigen lijf en met alles en iedereen wat ooit vertrouwelijk leek. Ze waren op danstherapie beland en kregen langzaam weer voeling met hun habitat. Ja, ik heb niet gehuild toen ik mijn oud-leerlingen opzocht en begreep dat zij gegroeid waren over het misbruik door het hoofd van de Lagere School, die de macht had om hen uit mijn klas te halen wanneer hij daar zin in had. En het meisje in Paramaribo, dat inwonend was in het gezin van een veel oudere collega en nergens anders had om te logeren tijdens haar huishoudschooljaren, is na vallen en opstaan toch ook een goede moeder geworden en de echtvrouw van een man. Ja, ik heb dagen tranen met tuiten gehuild ieder keer als ik dacht aan het jongetje uit de roman De vliegeraar van Khaled Hosseini over de oorlog in Afghanistan. Hoe geweld van welke aard dan ook een kind kan vernielen! En de verbijstering slaat iedere keer toe bij mij zodra weer een dergelijke gebeurtenis zich opdringt. Ooit had ik gekozen om liefdevolle aandacht te wikkelen om de slachtoffers en om de daders met haat te bejegenen. Nadenken over ‘seksueel overschrijdend gedrag’ deed ik niet echt omdat ik dat soort geweld altijd plaatste in een ‘persoonlijke context’: slecht karakter in machtspositie versus kwetsbare ander zonder way out! Noch vroeg ik mij af waarom ook ik politie en justitie daaromtrent geenszins vertrouwde. Misschien projecteerde ik iets van mijn eigen overwegingen op dergelijke instituties: Je mag een slachtoffer niet gebruiken als handgranaat om één dader te straffen want dan blaas je gezinnen en families op! Ik vind nog steeds dat vooral het slachtoffer moet worden geholpen! Uit ervaring weet ik, dat ik met een dergelijke houding de kans loop, dergelijk ingrijpend geweld in stand te houden en dat ik het tijd geef om zich te herhalen. Een beroemde Engelstalige vrouw die jaren door haar vader was misbruikt als jong meisje zei in een openhartig video-gesprek: Mijn vader gebruikte niet alleen mij maar ook anderen en hij is dat zijn leven lang blijven doen! Bij seksueel misbruik gaat het dus niet om toevallige incidenten…

 

Wat en wie houden het geweld in stand?

Ik kan niet anders dan bekennen te vermoeden, dat het vooral juist instituties zijn die doorgaan voor bolwerken van ‘veiligheid’ en ‘goed gedrag’ die seksueel overschrijdend gedrag produceren, toedekken, legitimeren. Een moderne samenleving heeft instanties nodig die haar burgers de indruk geven niet te leven in het Wilde Westen. Het zijn patriarchale machten en ik noem: ‘het militaire gezag’, politie en justitie, gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting, religieuze groepen en geïnstitutionaliseerde kerkgenootschappen. Ook HET GEZIN raakt steeds meer betrokken. Het zijn de basisinstellingen van overheden en particulieren die door een goedwerkend politiek systeem en kapitaal van onder andere burgers en filantropen vitaal worden gehouden. Ik houd van deze orde en ik heb er altijd naar gestreefd een burger te zijn die haar plichten kent. En dan doet zich iets merkwaardigs voor: de personen, veelal mannen, die deze instituties professioneel en anderszins operationeel maken vooral op bestuurlijk niveau, zijn niet vanzelfsprekend te vertrouwen. Zij verdienen er hun dagelijks brood, genereren zo maatschappelijk aanzien en kiezen er meestal niet voor om klokkenluider te zijn. Maar hoe meer vrouwen te werk worden gesteld waar mannen de scepter zwaaien, hoe meer de kans toeneemt om seksueel geweld te identificeren en acties daartegen te ondernemen. Samen met welwillende mannen. Desnoods alleen. Mogelijk gesteund door andere vrouwen. Zodra weer een persoon wordt vermoord: een jongetje, een meisje, een vrouw, na seksueel te zijn misbruikt, schrik ik op. Dan laat het complete bolwerk niet na, de machinerie te laten draaien tot de dader is opgespoord, veroordeeld, gevangengezet. Maar tussen een dergelijke moord en een eerste handtastelijkheid van seksueel overschrijdend gedrag, staan vele, vele slachtoffers en vele, vele daders. Iedere volwassene weet dat. Iedere vrouw, ieder minderjarige, iedere jongeling, ieder opgroeiend meisje kan getroffen worden door seksueel overschrijdend gedrag, door seksueel geweld, dat moordend kan zijn. Iedereen weet intussen dat het vooral mannen en jongens zijn die zich op dit vlak bruut gedragen. En iedereen weet ook, dat het onmogelijk is om omstandigheden te creëren die dit soort geweld uitsluiten. Mannen en jongens maken integraal deel uit van het samenleven in onze publieke en intieme levenssfeer. En zo zal het blijven ook.

Hoe toch iets te doen?

Seksueel overschrijdend gedrag komt overal ter wereld voor en zelfs in alle lagen van de maatschappij. Recent onderzoek maakte het meest verontrustende bekend namelijk, dat 1 op de 3 advocaten last heeft van seksueel wangedrag van collega’s. Is het anders bij de politie?! Geen idee. Spelen etniciteit en armoede een significante rol bij seksueel overschrijdend gedrag? Is nooit grondig onderzocht. Uit data blijkt dat daders vooral pakken wat ze kunnen krijgen; meestal in eigen kringen, eigen buurt, eigen streek, eigen land. Het is weleens gebeurd dat een uiterst rijke kerel met zelfs een ‘goede reputatie’ op zakenreis, logerend in een duur hotel ergens buiten de eigen habitat een kamermeisje pakt en misbruikt. En pedofielen schijnen vele vliegtuiguren te maken om juist zo ver mogelijk van eigen huis en haard hun slag te slaan. Mannen toch?! Modern neurologisch onderzoek postuleert dat de frontale kwab onder onze schedel relatief nieuw is in het menselijk brein. Maar juist daar komen keuzes tot stand die ‘slecht gedrag’ ontwijken en ‘goed gedrag’ stimuleren. Onze soort is nog hard aan het leren om ‘goed gedrag’ te produceren. Hoeft er maar DAT of DIT chemisch mis te gaan in het brein van een kerel en ER LIGT WEER EEN VERKRACHT LIJK ERGENS? Hebben wij vrouwen en meisjes veel minder de drang tot seksueel overschrijdend gedrag omdat hormonen ons minder programmeren om lichaamskracht in te zetten als wij door lust worden bevangen?! Onze tepels gaan tintelen want ‘het moederschap’ wordt aangesproken en overstroomt ons week met tederheid. Zo ziet mijn mensbeeld er ongeveer uit. En dat mensbeeld van mij is nauwelijks spiritueel maar organisch. Ik weiger seksueel wangedrag weg te halen bij het mensensoort MAN: statistieken liegen niet! Als meisje van dertien hoorde ik mijn tantes mompelen dat mannen alleen maar denken aan seks en dat vrouwen denken aan modewinkels. Zou het toch waar zijn? Ik weet het: een halve eeuw stelt niets voor in termen van evolutionaire ontwikkeling van het brein. Zelfs 750.000 jaren nadat de frontale kwab zich ontwikkelde is in termen van tijd slechts een ademtocht in de evolutie van intelligent menselijk leven. Ook het brein van de man heeft eeuwen nodig om te leren. En toch, wat mij betreft: geen ‘verzachtende omstandigheden’ voor personen die anderen dwingen tot seksueel contact! Sommige landen hebben in hun wetgeving zelfs opgenomen dat OOK binnen het huwelijk en andere partnerrelaties DWANG strafbaar dus onwettig is. Voeg toe het feit dat recent wereldwijd demografisch onderzoek cijfers produceert waaruit blijkt, dat 40% van de wereldbevolking is ontsproten aan ongewenste en/of niet-geplande zwangerschappen. Ik vermoed dat de helft verkrachtingen betreft.

 

 

 

Oud maar niet koud?

Zolang mannen en jongens ervanuit gaan dat zij op elk uur van de dag en de nacht kunnen beschikken over een persoon die hun seksuele verlangens moet bevredigen in een liefdesrelatie, particulier of tegen betaling in een prostitutie-context, zal seksueel overschrijdend gedrag blijven floreren. Niet iedere vent heeft een liefdesrelatie met iemand en niet iedere vent heeft geld over voor seks. Zo zwart-wit schets ik het om het te kunnen hebben over mannen en jongens die seks halen waar ze het kunnen krijgen en dan desnoods met geweld. Vrouwen en meisjes moeten hun weerzin bij jongens en mannen deponeren. Rechtstreeks en onverhuld. Instituties zijn niet humaan. Mannen en jongens moeten worden doordrongen van het feit dat seksueel overschrijdend gedrag strafbaar is. En moreel verwerpelijk. Het taboe met betrekking tot seksueel wangedrag kan niet worden doorbroken als gruwelijke moordpartijen de media doen opschrikken noch met digitale acties van min of meer wereldberoemde persoonlijkheden. Een ‘stille mars’ zoals laatst in Antwerpen vanwege de seksuele moord op een studente is indrukwekkend maar verdwijnt een paar uren daarna uit het stadsbeeld. In het wegenverkeer is iedereen bang van weggebruikers die zich niet houden aan de regels. Immers, iedere verkeersdode en elke blijvende verminking opgelopen in het verkeer is te verfoeien. Maak seksueel wangedrag zichtbaar als ‘verfoeilijke misdaad’. Onophoudelijk. Overweldigend. Seksueel wangedrag maakt het verkeer tussen mensen onveilig. Er zouden een soort van verkeersborden moeten worden ontworpen, die overal zichtbaar zijn in het openbare leven, en als stickers in het huiselijke leven, die, als de verkeersborden in het wegennet, het geslachtelijk verkeer tussen personen ordenen en regelen: SEKS ZONDER INSTEMMING IS STRAFBAAR. En er zijn meer oneliners te bedenken als: SEKS MET EEN MINDERJARIGE IS STRAFBAAR. Ook iets als: PEDOFIEL GEDRAG BESCHADIGT KINDEREN. Mannen en jongens die dergelijke verbodsborden regelmatig kunnen lezen en zien zouden mogelijk andere impulsen van hun brein krijgen op den duur, denk ik. Als familietherapeut heb ik ooit een woonhuis laten volplakken met dergelijke stickers om handtastelijke broers van hun zussen af te houden. Heeft meteen geholpen. Het gedrag viel stil en heeft zich niet herhaald. Het zijn echter geen vrouwen die de samenleving hebben ingericht. De fysieke ruimtes worden beheerd en bewaakt, voornamelijk door mannen. De meeste instituties zijn nog steeds bolwerken van mannenmacht en gezag. Maar sinds vrouwen meer actief deelnemen aan het publieke bestaan bestaat de mogelijkheid om niet alleen de belangen van de maatschappij veilig te stellen in termen van economische stabiliteit, maar ook om het behoud van de planeet te bewaken en dan vooral ook respect te genereren voor de kwetsbaarheid van het menselijk lichaam. In een vrouwenlijf en uiteraard ook in het mannenlijf is het voortbestaan van de menselijke soort ingebouwd en vooral het lijf van de vrouw garandeert het ontstaan van nieuw leven. Het moet een diepe prioriteit zijn van vrouwen om verzet te plegen tegen seksueel wangedrag door wie dan ook en waar dan ook. Mannen en jongens zullen moeten leren om hun seksuele lusten te hanteren en niet uit te leven zodra het ze maar uitkomt en zonder instemming van een ander. Wij volwassenen hoeven elkaar niet te vertrouwen wat seksuele uitspattingen betreft: meestal zijn wij schaamteloos wat genot betreft. Wij volwassenen kunnen onze ervaring omzetten in beleid en gedragsregels die het nageslacht beschermen. Een anekdote tot slot. Op mijn 71ste verjaardag ging ik een hapje eten met twee goede kennissen. Het was gezellig tafelen met z’n drieën in Gent. Hoewel ik hen had uitgenodigd stond hij erop de rekening te betalen. Bij het afscheid stak hij, in plaats van mij vluchtig te kussen op beide wangen zoals anders, zijn tong ruw en beslist in mijn mond. Zijn vrouw stond twee meter verder te praten met een kennis. Wat doe je op dat moment? Woedend ben ik weggelopen en het contact met hen heb ik voorzichtig maar beslist verbroken! Ja, seksueel overschrijdend gedrag maakt zelfs op oudere leeftijd zoveel stuk…

lente 2019 Gent

 

2 comments to “Astrid H. Roemer over seksueel geweld”

1 Trackback/Ping

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter