blog | werkgroep caraïbische letteren

Asiento (9)

De slavernij van de Oudheid tot nu

 
door Fred de Haas

 
Bozales
 
De interne Afrikaanse slavernij kan niet worden vergeleken met de Atlantische. De Afrikaanseslaven bleven tenslotte in hun eigen cultuur (hoewel de Afrikaanse stamhoofden er meestal voor zorgden dat ze de slaven buiten hun eigen grondgebied haalden), hun leefomstandigheden waren niet zo veel anders dan die van de armste vrije Afrikanen, ze konden beter met elkaar communiceren vanwege het feit dat er grote groepen waren die dezelfde taal spraken, ze werden meestal niet gescheiden van hun vrouwen en kinderen en er was geen ‘racisme’ zoals dat langzamerhand begon te ontstaan op het Iberisch schiereiland en in de Amerika’s.
Men begon de Afrikanen, als ze eenmaal buiten hun woongebied waren, te zien als vreemde, primitieve wezens en, omdat ze Spaans of Portugees ‘brabbelden’, als inferieur. Ze werden ‘bozales’ genoemd, een uitdrukking die zeer waarschijnlijk verband houdt met het woord ‘bozo’ dat het donshaar aanduidt van een man die nog een echte snor of baard moet krijgen. Een ‘bozal’ is dus een ‘nieuweling’, iemand die ‘vers’ uit Afrika kwam.
Zelf vonden de Spanjaarden en Portugezen dat ze, in tegenstelling tot de ‘brabbeltaal’ van die bozales een correcte ‘christelijke taal’ spraken. De Spaanse uitdrukking voor ‘duidelijke taal spreken’ is nog steeds ‘hablar en cristiano’! Hoewel de uitdrukking in het Portugees is verdwenen, bestaat ie nog wel in Azië. Daar vind je nog steeds een Portugees-Creoolse taal die – door zeer weinigen nog –  wordt gesproken in Macau, het zogenaamde ‘Patuá kristão’. Dat ‘kristão’ (= christelijk) slaat duidelijk op het (correcte!) Portugees van vroeger.Het Portugees als communicatiemiddel

Overigens werd Portugees een belangrijk communicatiemiddel in West-Afrika. Er zijn veel Portugese leenwoorden in het Kikongo en Kimbundu. Er waren Kongolezen die vloeiend Portugees spraken. Maar dat gold alleen voor de elite uit het machtige Koninkrijk Kongo waarmee de Portugezen in het begin hartelijke betrekkingen aanknoopten. Een van de Kongolese heersers voerde zelfs een jarenlange correspondentie met de Portugese koningen. Vanzelfsprekend zorgden de Kongolese bestuurders ook voor slaven. De rijke kinderen uit de Kongo gingen studeren in Portugal (waar dus zowel vrijen als slaven rondliepen).
De meeste Afrikanen spraken echter een soort bastaard-Portugees dat aan de oorsprong heeft gestaan van verschillende volwaardige Creools-Portugese talen als het Kaapverdisch en de Creoolse talen van Guinee-Bissau en São Tomé. Ook het Papiaments is hiermee verwant.
Macht van de Portugezen
Het eiland Arguim voor de kust van Marokko werd het eerste slavendepot. Karavanen voerden slaven van Senegambia naar Arguim en vandaar ging het naar Portugal. Omstreeks het midden van de 15e eeuw werden er meer dan 1000 slaven per jaar aangevoerd in Arguim. Later verschoof de handel meer naar het Zuiden, naar Bénin (Dahomey), Kongo en Angola. In 1576 stichtte Paolo Dias de Novaes met toestemming van de koning vanNdongo (een vorstendom ten Zuiden van Kongo) de kolonie Ngola. ‘Ngola’ was de titel van de koning (de naam ‘Angola’ is daarvan afgeleid).
Luanda (1576) en Benguela (1617) werden belangrijke centra van slavenhandel. Omdat de Portugezen zich in de slavenhandel begaven werden zij concurrenten van de koning van Ndongo. Deze liet op een gegeven moment uit woede hierover de Portugezen die aan zijn hof verbleven allemaal vermoorden en dat betekende het begin van een lange oorlog die pas in 1671 was afgelopen. De macht van het Koninkrijk Kongo en het Koninkrijk Ndongo werd langzaam door de Portugezen gebroken.
De Portugezen waren jarenlang de monopoliehouders van de slavenhandel. Aan het eind van de 17e eeuw begon hun macht te tanen en werd het nieuwe gezag gevestigd door Hollanders, Fransen en Britten.

[wordt vervolgd]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter