blog | werkgroep caraïbische letteren

Artistieke vrijheid niet zonder grenzen

door Ginny Roos en Donovan Mijnals

“Ik denk dat er grenzen zijn, rekening houdend met ethische normen binnen een samenleving”, vindt Carl Breeveld van de éénmansfractie DOE. Net als de politicus delen ook korpschef Humphrey Tjin Liep Shie en de Schrijvergroep ’77 het standpunt dat de expressie van artiesten, zij het in muziek of poëzie, altijd verantwoord moet geschieden.

Het van het podium verwijderen van Djoeka Lawtje tijdens de reünie van Reinforcement op 23 februari heeft heel wat stof doen opwaaien. Is de artistieke vrijheid grenzeloos?

“Het is niet aanvaardbaar als onder het mom van artistieke expressie personen of groepen worden beklad of dat er tot haat of discriminatie wordt opgeroepen.” Breeveld ziet graag dat artiesten meer handelen op basis van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. “Sprekend in een openbare vergadering in De Nationale Assemblée genieten de leden immuniteit. Tóch is het maatschappelijk onacceptabel als daar allerlei groffe, opruiende of racistische taal zou worden gebruikt.” Volgens de parlementariër zou zelfcensuur moeten worden toegepast. Dit neemt niets weg van de kunst, maar getuigt juist van verantwoordelijk gedrag.

“Het komt voor dat sommige artiesten het controversiële opzoeken, omdat dat verkoopt of stoer overkomt. Vloeken en het stimuleren van destructief gedrag is onacceptabel.” Hij heeft daarom een oplossing om gevallen als van Djoeka Lawtje tijdens de Reinforcement-reünie te voorkomen: “Ik denk dat er een organisatie van artiesten nodig is, die een ‘code of conduct’ moet vaststellen.” De morele gedragsregels zouden volgens de politicus in samenwerking met andere belangrijke actoren binnen de samenleving moeten worden bepaald. “Dit is belangrijk bij optredens van artiesten voor het grotere publiek en in het bijzonder waar jongeren en kinderen aanwezig zijn. Hierdoor kan optreden door de politie worden voorkomen. De politie is er immers om de openbare orde en veiligheid te garanderen.”

Literair functioneel

Een ‘code of conduct’ werd overigens al gehanteerd door Schrijversgroep ’77. “Aanvankelijk gaven wij als instructie dat er geen liederlijke taal en beledigingen gebezigd mochten worden”, zegt voorzitter Ismene Krishnadath bedachtzaam. Die regel stuitte echter op kritiek van binnen de organisatie zelf. Immers is een schrijversgroep bij uitstek de plaats waar vrijheid in de taal zo breed mogelijk beleefd moet worden. Nadat die kritiek werd geuit, kwam de groep tot de conclusie dat buitensporig taalgebruik wel geoorloofd is, mits het ‘literair functioneel’ is. Krishnadath zet haar verhaal even ‘on hold’. Alsof ze haar woorden wil laten bezinken voordat ze verder uitlegt. “Als je een karakter in een tekst iets wilt laten zeggen, kun je niet om bepaald woordgebruik heen.” Op die manier kan het volgens de schrijfster juist de bedoeling van de artiest zijn om een statement te maken.

Toch behoort volgens haar niet zomaar alles onder de noemer ‘literair functioneel’ geplaatst te worden. Als iemand buiten zijn teksten om zomaar op het podium staat uit te schelden, dan is dat volgens de voorzitter in strijd met de sociale orde. “Ik ken de wet op dit stuk niet zo goed, maar ik weet wel dat je niet beledigend mag zijn”, stelt ze. Maar ook bij de evenementorganisaties moet bekend zijn welk vlees ze in de kuip hebben bij hun activiteiten. En op basis daarvan moet vooraf regulerend opgetreden worden, vindt Krishnadath. “Stel een leeftijdsgrens vast”, oppert ze. Echter zijn ook de happenings van de schrijversgroep zonder restricties voor eenieder toegankelijk. Daarmee geconfronteerd denkt ze hoorbaar diep na. De uitkomst is echter wel aannemelijk: “We kennen ons publiek. Onze bijeenkomsten worden overwegend door ouderen bezocht. Kinderen komen alleen op speciale gelegenheden.”

Asociaal

Het gebruik van krachttermen op het podium waar massa’s van jongeren aanwezig zijn staat volgens Breeveld vooral op gespannen voet met opvoedkundige principes. “De clips van 50 Cent, Nelly en dergelijke artiesten laten zien hoe ‘gangsters’ zijn. Er is geen respect voor anderen en er zijn jongeren die zich graag identificeren met deze artiesten. Dit bevordert a-sociaal gedrag waar we als samenleving als geheel de wrange vruchten van (zullen) plukken.” In de muziekindustrie staat achter de titels van bepaalde liedjes ‘explicit’  in een rood kader, wat aangeeft dat sommige woorden in de tekst grof, kwetsend of aanstootgevend kunnen zijn. “Deze maatregelen vloeien ook voort uit maatschappelijk verantwoord gedrag, dat steeds aan de basis moet staan van een gezonde samenleving.”

Orde en rust

Korpschef Humphrey Tjin Liep Shie bekijkt de situatie vanuit zijn ambt. “In mijn optiek is artistieke vrijheid het recht van de artiest om zich vrijelijk te uiten binnen de grenzen van wat wettelijk toegestaan en maatschappelijk aanvaardbaar is.” Echter resulteert deze vrijheid soms in gebruik van krachttermen in het bijzijn van kinderen, het uiten van ernstige beledigingen of oproepen tot rassenhaat die de maatschappelijke orde en rust ernstig kunnen verstoren.”De politie zal in twijfelgevallen liever moeten afzien van ingrijpen, maar wanneer zich overduidelijke gevallen voordoen zal moeten worden opgetreden.”

Toch zal dat niet impulsief geschieden; “Bij een optreden waar veel publiek aanwezig is zal optreden zorgvuldig moeten worden afgewogen- immers een escalatie kan gevolgen hebben die niet te overzien zijn.” Tjin Liep Shie geeft aan dat eventueel het opmaken van proces-verbaal tegen de artiest zou kunnen worden overwogen. “Overigens kan het achteraf een discussie opleveren welke woorden als krachttermen (of liederlijke taal, zoals de wet deze noemt) moeten worden beschouwd. De perceptie over de woorden die als liederlijke taal moeten worden beschouwd, verandert met de tijdgeest.” Concluderend stelt de korpschef dat “zoveel mogelijk de artistieke vrijheid gerespecteerd moet worden en slechts in extreme gevallen politieoptreden moet plaatsvinden.”

Aanpassen

Ook is interessant te weten wat een artiest zelf denkt over vrijheid en zelfcensuur op het podium. Van rapper en ondernemer Crazy-G is bekend dat hij geen blad voor de mond neemt als hij zijn mening moet ventileren. “Maar ik scheld niet zo gauw uit en zou geen krachttermen gebruiken bij een show waar kinderen zijn”, stelt hij. Direct daarop aansluitend vindt de artiest dat hij niet het recht heeft voor een ander te bepalen hoe die zijn show draait. Als individu moet je zelf je grenzen weten te bepalen.

“Maar je moet je ook aanpassen aan je publiek. Efu yu syi taki na wan lo fayaman yu no kan go taki lief”, klinkt het relativerend. Ook Crazy-G vindt dat de organisatie verantwoordelijk moet worden gehouden voor hetgeen ze presenteren: zij moeten de artiesten screenen en weten wie ze binnenhalen. “Want dat bepaalt het karakter van een show. Mensen moeten een keus hebben”, beoordeelt hij indringend. En dat zou ook tot de rol van de organisatie moeten behoren: het publiek informeren welke show ze voorbereiden en daar restricties op leggen.

Verklaring

Ter illustratie noemt de artiest een fenomeen dat de laatste tijd de kop opsteekt. “Over de seksshows die de laatste tijd worden gegeven, hoor je toch ook niks?” Een retorische vraag. Er is inderdaad opvallend weinig ophef rondom dat relatief nieuwe verschijnsel waarin onder meer mannelijke en vrouwelijke strippers zich van hun beste zijde tonen. Maar die stilte heeft volgens de rapper een logische verklaring. Gegadigden weten vooraf wat voor soort show het is en niet eenieder komt zomaar binnen. “En als ik mijn huiswerk heb gedaan, dan vind ik als organisatie niet dat de politie kan bepalen hoe mijn show eruit moet zien. Trouwens de politie praat zelf ook met krachttermen, hoe kunnen ze dan verwachten dat de gewone man dat niet doet”, kan hij niet nalaten op te merken.

[uit de Ware Tijd, 16/03/2013]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter