blog | werkgroep caraïbische letteren

Antropoloog en socioloog Dr Francio Guadeloupe over verzoening

Ingemar Francisca interviewde in het kader van de Verzoendag antropoloog en socioloog Dr. Francio Guadeloupe.

Wat betekent verzoening voor jou?
“Mijn eerste associatie met verzoening is wat zich jaren geleden in Zuid Afrika heeft afgespeeld. Ik denk in de eerste instantie aan “The truth and reconciliation commission”.
Er is echter in mijn optiek een verschil tussen verzoening en vergeving. Verzoening associeer ik met reconciliatie, waarbij een staat of maatschappij als derde partij bemiddelt tussen de conflicterende partijen. Vergeving is echter iets wat ook van persoon tot persoon kan gebeuren zonder tussenkomst van een staatspersoon,  instantie, NGO of stichting.

Vergiffenis heeft niet perse een derde persoon nodig maar wat het wel nodig heeft is een derde taal. Het spreken van een derde taal is in een conflicterende relatie best lastig. Tijdens een conflict is er sprake van een in-balans in de relatie. Wanneer slechts één partij om vergeving vraagt, wordt er een ongezonde machtsrelatie gevoed die later voor problemen kan zorgen, er ontstaat een nieuwe in-balans. Daarom is een derde taal noodzakelijk, de taal van het “onbewust vergeten”. De derde taal is gebaseerd op een gezamenlijke interesse en doel. Je vergeet als het ware onbewust het leed wat je is aangedaan en schrijft als het ware samen een nieuw verhaal. De derde taal is altijd gebaseerd op iets buiten de relatie en bij verzoening heb je een orgaan of instantie die binnenkomt en het probleem adresseert.
Verzoening en vergeving zijn voor mij twee verschillende dingen die los van elkaar kunnen gebeuren, je hoeft bijvoorbeeld niet eerst te vergeven om te kunnen verzoenen.”

Er is in de maatschappij vandaag de dag erg veel aan de hand, is verzoening volgens jou als antropoloog mogelijk?
“Het klinkt misschien cliché, maar ik denk dat altijd alles mogelijk is onder de juiste omstandigheden. Vanuit een antropologisch perspectief, zie je dat verzoening in veel volken gebeurt met de tussenkomst van een derde. Neem bijvoorbeeld een medicijnman, beide partijen kunnen zich (spiritueel) vinden in de medicijnman als persoon en deze wordt vervolgens gevraagd om in wezen de derde taal te zijn. Er is kwaad geschied in de relatie en door het uitvoeren van bepaalde rituelen wordt het conflict als het ware in een kalebas gestopt en weggegooid. Niet alleen een ‘object’ kan de derde taal zijn maar ook een persoon. Neem bijvoorbeeld Desmond Tutu, hij nam het conflict als het ware in zich op, werd  er ziek van en gaf het vervolgens af. Verzoening is altijd mogelijk mits je de juiste instrumenten hebt.

Er is sprake van conflictoplossing wanneer er bijvoorbeeld een conflict is in de buurt. Neem de zwartenpietendiscussie. De  een ene groep ouders houdt de kinderen thuis en de andere groep vindt het feest met Sint en Piet geen probleem. Een conflict is altijd heel “helder” en je hebt heldere partijen. Er is iets gebeurd en er zijn directe en indirecte betrokkenen. Een conflictbemiddelaar luistert naar de verhalen van beide partijen en er wordt samengewerkt aan een goede oplossing/compromis. Wanneer we spreken van een ‘kwaad’, bijvoorbeeld de zwartepietendiscussie in een grotere en bredere context, m.a.w. hetracisme en achterstelling die donkergekleurde Nederlanders meemaken en aan dit feest koppelen, is er een ‘ritueel’ nodig dat er voor zorgt dat de verhalen, pijn en wederzijdse beschuldigingen van alle partijen worden verteld en opgenomen in een ‘object’ om vervolgens teniet te doen (dit is wat de the truth and reconciliation commission deed). Bij verzoening van een ‘kwaad’, structureel alledaags racisme, heb je te maken met een ‘Collective Fantasy’, een soort van historisch gegronde groepsneurose. Iedereen lijkt normaal te functioneren maar bij het miste geringste wordt er explosief naar elkaar gereageerd en kan niemand meer redelijk werken. In extreme gevallen worden er zelfs instituten bij betrokken—de beschuldiging van institutioneel racisme.”

Wie bepaalt wanneer er sprake is van een conflict of dat er kwaad wordt aangedaan? 
“Het is een gezamenlijke beslissing. Een conflict zorgt ervoor dat een situatie direct onwerkbaar wordt. Een situatie op je werk kan bijvoorbeeld onhoudbaar worden en een persoon in een conflict ervaart pijn. Een kwaad kan daarentegen heel lang voortbestaan. Er worden namelijk instituties opgebouwd die ervoor zorgen dat de situatie houdbaar blijft.”

Is maatschappelijke verzoening mogelijk en  wat moet daarvoor gebeuren?
“Maatschappelijke verzoening is mogelijk wanneer je instituties en organisaties hebt die allemaal erachter staan. Deze organisaties kunnen vervolgens mensen mobiliseren om  gevoelens en acties in een nieuw “object” te plaatsen waar het niet meer van hen is en het vervolgens teniet doen. Op die manier denk ik dat het mogelijk is. Dat wil niet zeggen dat verzoening altijd gerechtigheid met zich meebrengt, dat is iets anders. Verzoening heeft invloed op het conflict en ook op vergiffenis. Het zijn drie verschillende dingen die niet perse samenwerken. In Nederland is er veel sprake van conflictbemiddeling, dit zorgt ervoor dat de samenleving werkbaar is. Hoe je het ook wendt of keert, de Nederlandse samenleving functioneert. Ze kan alleen blijven functioneren omdat er steeds, op verschillende niveaus conflicten worden beslecht.”

Tot slot, Kun je ook verzoenen met jezelf?
“In mijn optiek ben je dood wanneer je compleet met jezelf bent verzoend. Dan houdt de interne dialoog op. Wanneer je ontdekt dat je bijvoorbeeld bi-seksuele gevoelens hebt, kun je jezelf en je verlangens accepteren. Vervolgens kun je de moed opbrengen om de rest van je familie te confronteren. Dat is geen verzoening maar acceptatie en moed. Om te kunnen leven als mens moet je mijns inziens in constant conflict met jezelf zijn. Jezelf continu tegenspreken en inspelen op de situatie en bepaalde verlangens, zo blijf je mens.
Acceptatie hebben van een bepaald gevoel/verlangen die je hebt, is niet perse vrede hebben met jezelf. Het is het accepteren van het verlangen en daarop willen inspelen. Als je die constante tegenstrijd niet meer hebt, ben je dood.
De poging om te verzoenen met jezelf  is voor mij niet zozeer boven jezelf uitstijgen maar meer een dialoog aangaan met diverse delen van jezelf, gecoördineerd door emotie-redelijkheid om zo in beweging te komen.”

Over Francio Guadeloupe
Francio Guadeloupe (Aruba, 1971) kwam op zijn achttiende van de Antillen naar Nederland. Hij werkte als opbouwwerker en studeerde culturele antropologie en ontwikkelingsstudies in Nijmegen en Amsterdam. Als antropoloog is hij momenteel verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en de University of St Martin. In 2010 verzogrde hij de Rudolf van Lier-lezing van de Werkgroep Caraïbische Letteren.

Voor meer informatie over Francio Guadeloupe, klik hier

[van de website Equilibri]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter